SCHRIFTELIJKE VRAAG

nr. 93
van MARC HENDRICKX
datum: 25 november 2016
aan GEERT BOURGEOIS
MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED

Situatie Turkije – Koerden

De situatie in Turkije ontspoort elke dag meer. De machtscentralisering en nooddecreten waar de regering-Erdogan zich van bedient sinds de mislukte militaire coup maken het bijzonder moeilijk om nog te spreken van een volwaardig functionerende democratie.

De recente arrestatie van de HDP-parlementsleden en covoorzitters vormt een orgelpunt in die zorgelijke trend. HDP is de tweede oppositiepartij van Turkije en vertegenwoordigt een bijzonder groot deel van de Koerdische minderheid.

Hoe evalueert de minister de situatie in Turkije? Werd hierover reeds van gedachten gewisseld met de Federale Regering in functie van een eventueel Europees standpunt? Zo ja, met welk resultaat? Zo neen, acht de minister het wenselijk hier op korte termijn in overleg te voorzien? Welk standpunt zal de Vlaamse Regering hierbij voordragen?
————————————
GEERT BOURGEOIS
MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED
ANTWOORD
op vraag nr. 93 van 25 november 2016
van MARC HENDRICKX

Wanneer de Turkse overheid vrijwel meteen na de mislukte staatsgreep startte met het afzetten van professoren en magistraten, heb ik onmiddellijk mijn afkeuring en ongerustheid laten blijken. Ik vind dat er geen plaats is in de Europese Unie voor een land dat onder het mom van noodtoestand die weg opgaat. De situatie is ondertussen verder geëscaleerd, door de verregaande uitholling van de persvrijheid en de arrestatie van parlementsleden van de oppositiepartij HDP, waaronder de beide co-voorzitters. In juni jl. was de immuniteit van bijna alle HDP-parlementsleden reeds opgeheven.

De federale overheid en de deelstaten bespreken de situatie in Turkije geregeld tijdens coördinatievergaderingen, georganiseerd door de FOD Buitenlandse Zaken.

Tijdens twee dergelijke coördinatievergaderingen, op 1 en 7 december jl., zijn inzake Turkije een aantal afspraken gemaakt met het oog op de Europese Raad van 13 december. Ons land dringt aan op een heroriëntering van de pre-toetredingssteun (IPA-fondsen) naar rule of law en civil society programma’s. De Belgische tekst is factueel en neutraal. De onderhandelingen inzake het toetredingsproces zijn open-ended en aan minister Reynders is voorgesteld om nogmaals te benadrukken dat in de gegeven omstandigheden geen nieuwe hoofdstukken geopend kunnen worden. Er werd tenslotte overeengekomen dat nieuwe Raadsconclusies geen “business as usual” kunnen zijn.

De Vlaamse regering sluit zich aan bij de resolutie van het Europees Parlement van 23 november jl. Die vraagt de opschorting van de toetredingsonderhandelingen voor de duur van de noodtoestand en een stopzetting ervan bij de invoering van de doodstraf. Zij bevat ook een oproep aan de Europese Commissie tot heroriëntering van de IPA-fondsen en het stopzetten van de voorbereidingen voor de modernisering van de Douane-Unie.

Vlaanderen vertolkte dit standpunt tijdens de beide bovenvermelde coördinatie-vergaderingen ter voorbereiding van de vergadering van de Raad Algemene Zaken, die op 13 december 2016 plaatsvond. Vlaanderen ligt mee aan de basis van de kritische houding die ons land innam.

F
E
E
D

B
A
C
K