Op dinsdag 14 september sprak de Kamer van Inbeschuldigingstelling in Brussel zich uit over de rechtszaak tegen 36 Koerdische politieke activisten en mediahuizen. Het eerdere vonnis in deze jarenlange rechtszaak, aangespannen door de Turkse staat en een Belgische openbare aanklager, werd bevestigd: “Het Turks-Koerdische conflict moet beschouwd worden als een gewapend conflict en de terrorisme-wetgeving kan dus niet van toepassing zijn.” Alle beklaagden worden bijgevolg buiten vervolging gesteld.

Het Koerdisch Instituut is bijzonder opgelucht over deze uitspraak.

We willen hierbij nogmaals iedereen hartelijk bedanken die zich heeft ingezet voor de steuncampagne en petitie in solidariteit met de beklaagden.

Koerdisch Instituut, Brussel, 14/9/2017

Protestactie voor het Justitiepaleis in Brussel tijdens de rechtszaak. Foto: Koerdisch Instituut vzw

Bericht gepubliceerd door VRT Nieuws op 14 september 2017

”PKK is geen terroristische organisatie” zegt Brusselse KI

 

De Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling heeft alle verdachten in het dossier rond de Koerdische Arbeiderspartij PKK buiten vervolging gesteld. Volgens de KI is het Turks-Koerdische conflict een binnenlands gewapend conflict en is de PKK dus geen terroristische organisatie.

Het federaal parket had gevraagd de 36 personen en vennootschappen naar de correctionele rechtbank te laten verwijzen wegens deelname aan terroristische activiteiten.

In oktober 2015 opende het parket een dossier voor de Brusselse raadkamer omdat de PKK in België en in andere West-Europese landen jonge Koerden zou ronselen om hen op te leiden voor het gewapend conflict. Daarnaast zou de PKK in België handel voeren in valse identiteitsdocumenten en aan fondsenwerving doen bij particulieren en handelaars, veelal onder bedreiging of met geweld.

De Brusselse raadkamer had de verdachten in november 2016 buiten vervolging gesteld omdat het Turks-Koerdische conflict beschouwd moest worden als een gewapend conflict en dat de terrorismewet niet van toepassing kon zijn. Het parket ging daartegen in beroep bij de kamer van inbeschuldigingstelling.

De KI oordeelde dat de Koerdische Arbeiderspartij geen terroristische organisatie is, maar een partij in de Turkse burgeroorlog. Door die beslissing is de Belgische antiterrorismewet niet van toepassing.

Eerste Europese rechtbank die dit oordeelt

“Mijn cliënten hebben altijd gezegd dat ze geen onderdeel uitmaken van de PKK, maar dat ze de bredere Turks-Koerdische beweging vertegenwoordigen. Ze zijn tevreden dat de strijd van het Koerdische volk nu gezien wordt als een burgeroorlog, en niet als terrorisme”, aldus advocaat Jan Fermon.

Volgens Jan Fermon is het de eerste keer dat een Europese rechtbank oordeelt dat het Turks conflict een burgeroorlog is en bijgevolg onderworpen is aan het oorlogsrecht. Of het conflict een gewapend conflict is in de zin van het internationale recht, wordt door het Hof beoordeeld op basis van de intensiteit van het conflict en de organisatiegraad van de Koerdische partij.

“De KI heeft nu in een uitgebreid en grondig gemotiveerd arrest die beslissing van de raadkamer volledig bevestigd”, zegt meester Jan Fermon, die zich heel tevreden toont over die beslissing.

F
E
E
D

B
A
C
K