Gepubliceerd door De Wereld Morgen op 6/9/16

Maandag 5 september deed de net vrijgelaten studente Bilen Ceyran haar verhaal op een persconferentie in het Koerdisch Instituut. Bilen is in België geboren en opgegroeid maar heeft de dubbele nationaliteit (Turks-Belgisch). Ze is activiste van Young Struggle, een socialistische jongerenorganisatie die actief is in de Koerdische solidariteitsbeweging. Ze reisde naar Turkije om er haar vakantie door te brengen, maar het draaide anders uit.

Bilen Ceyran tijdens een persconferentie (5/09/2016)

Bilen Ceyran tijdens een persconferentie op het Koerdisch Instituut (5/09/2016)

Tijdens een ontmoeting in een vakantiehuis met jongeren van de Socialistische Federatie van Jongerenverenigingen (SGDF) werd ze gearresteerd en ondervraagd. Na een paar dagen werd ze weer vrijgelaten zonder te weten wat de aanklacht was.

Hier een samenvatting van haar verhaal:

“De veiligheidsdiensten vielen het vakantieverblijf binnen. Ze waren met meer dan 30: politie, militairen, rijkswacht. Ze forceerden de deur. We moesten plat op de grond liggen en mochten niet opkijken of bewegen. Ze waren zwaar bewapend. Ik dacht dat ze ons gingen doden.

Een eerste ondervraging gebeurde in het huis zelf. Ze vroegen waarom ik in Turkije was. Ik antwoordde dat ik op vakantie was. Ze vroegen vanwaar ik deze mensen en SGDF kende. Ik antwoordde dat iedereen SGDF kende. De groep was het slachtoffer van een zelfmoordaanslag in Suruc (in juni 2015) waarbij 33 jongeren het leven lieten. Ze noemden ze terroristen, hoewel ze het slachtoffer waren.”

“Ik zei dat ik een advocaat wilde… ze wilden niet zeggen waarom ik werd aangehouden telkens ik het vroeg. Daarom wilde ik een advocaat. Telkens ik daarom vroeg zeiden ze dat ik geen advocaat kon zien omwille van de noodtoestand. Ze zeiden: ‘We kunnen je gedurende vijf dagen vasthouden zonder een advocaat’.”

“Daarna werden we naar het commissariaat gebracht en opnieuw ondervraagd. Het waren elke keer dezelfde vragen. De ondervrager zei op een gegeven moment dat ik mijn bril moest afzetten. Ik vroeg: waarom moet ik mijn bril afzetten, maar deed wat hij vroeg. Hij sloeg me. Ik beantwoordde nochtans alle vragen.”

“Het is de eerste keer dat me zoiets overkomt. Ik ben nog nooit aangehouden, nooit ondervraagd, heb zelfs nog nooit een identiteitscontrole ondergaan.. dat was erg moeilijk. Ze hebben ook mijn vrienden ondervraagd. Eens we terug vrij waren, vertelden ze me dat ze het slachtoffer waren van folterpraktijken. Bij een Zwitserse en een Britse vriend werd verschillende keren de borstkas samengeduwd, op een manier dat ze amper konden ademen. Dat werd telkens herhaald tot ze de vragen beantwoordden. Verschillende jongeren kregen slagen op verschillende delen van het lichaam. Elke dag kwam er een dokter op bezoek, maar het probleem was dat er achter mij drie veiligheidsmensen stonden die in mijn plaats antwoordden. Hij noteerde enkel hun verhaal.”

“Pas na een paar dagen kreeg ik een formulier waarop mijn rechten stonden neergeschreven. Toen brachten ze me naar een kleine cel van 2 m², amper groot genoeg voor 1 persoon. We waren met drie personen in deze cel. We sliepen met twee afwisselend op de grond. We vroegen dekens. Maar pas de vijfde dag kregen we een deken. Er was geen douche, we konden onze tanden niet poetsen en kregen slechts een handvol eten, rijst en soep. Pas de vierde dag mochten we een advocaat zien. Ons werd ook verteld dat als gevolg van de noodtoestand we tot 30 dagen konden aangehouden worden.”

“We moesten allen naar de procureur. Er was een griffier die geacht wordt om alles wat gezegd wordt op te schrijven, maar die zich voortdurend uitliet tegenover ons, dat we in geen geval zouden vrijkomen en ons geen valse hoop moesten maken. Onze advocaten vroegen een andere griffier omdat hij zich niet aan zijn taak hield. We kregen nog altijd niet te horen waarom we werden aangehouden.”

“Ons dossier is momenteel als geheim geklasseerd. Ook onze advocaten krijgen geen toegang tot het dossier. We werden vastgehouden, maar weten nog altijd niet waarom. Er komt een proces. Pas dan zullen we de aanklacht kennen.”

“Volgens mij is het duidelijk dat de scheiding tussen politie, politiek en justitie onbestaande is. Ik wil het hier niet bij laten. Ik wil in België kijken welke gerechtelijke stappen ik kan nemen. Ik ben daar een week geweest en weet nog altijd niet waarom ik ben opgepakt. Ik heb echt schrik gehad. Ik dacht dat we vermoord zouden worden.”

Ludo De Brabander, Vrede vzw

F
E
E
D

B
A
C
K