Op 9 april 2018 eindigde de ambtstermijn van de president Serge Sarksyan. Het daaropvolgende nieuws dat hij premier wilde worden, lokte dagenlange protesten uit. Nikol Pashinyan werd er als oppositieleider het gezicht van. Op 17 april keurde de meerderheid in het parlement toch de aanstelling van Sarksyan als premier goed.

De protesten waren ondertussen veranderd in een ware volksbeweging tegen de regerende politieke klasse.

Op 23 april werd Pashinyan vrijgelaten en diende Sargsyan dan toch nog zijn ontslag in met een opvallend communiqué: ‘Ik had ongelijk’.

 

Onder druk van deze beweging volgde op 22 april een poging tot onderhandelen tussen Serge Sargsyan en Nikol Pashinyan in het bijzijn van de verzamelde pers.

De ontmoeting duurde niet langer dan vier minuten. Sargsyan stapte op. Hij vond de eis tot vreedzame overdracht van de macht een ultimatum en dus onbespreekbaar.

Diezelfde dag werd Pashinyan gearresteerd. Duizenden burgers overal in het land kwamen op straat. Een tweehonderdtal ongewapende militairen sloot zich aan bij de betoging in Yerevan.

Op 23 april werd Pashinyan vrijgelaten en diende Sargsyan dan toch nog zijn ontslag in met een opvallend communiqué: ‘Ik had ongelijk’.

Het parlement, waarin de partij van Sargsyan een meerderheid heeft, moest een nieuwe premier kiezen. Op 1 mei behaalde Pashinyan, als enige kandidaat voor het premierschap, onvoldoende stemmen.

Vandaag, 8 mei, wordt een tweede poging ondernomen volgens de grondwettelijke procedure. Als ook deze poging mislukt, volgen nieuwe parlementsverkiezingen.

Politieke context

Los van de Armeense politieke context is de burgerbeweging moeilijk te begrijpen. In 2015 werd Armenië, dat tot dan toe een presidentieel systeem had gekend, een parlementaire democratie en verschoof het politieke zwaartepunt naar het parlement en de regering.

Voor velen was de hervorming een kunstgreep van de toenmalige president Serge Sargsyan om zijn macht te consolideren. Hij kwam immers niet in aanmerking voor een derde ambtstermijn als president. Een parlementaire meerderheid, binnen zijn eigen Republikeinse Partij van Armenië (RPA), zou zijn politieke macht en positie de komende jaren waarborgen.

Zoals verwacht behaalde de RPA de parlementaire meerderheid. De aanstelling van Sargsyan als premier, acht dagen na de beëindiging van zijn presidentschap, was zo’n evidente machtsgreep dat de bevolking spontaan in opstand kwam.

 

Jongeren motor van de protestbeweging

De gebeurtenissen van laatste weken hebben iets nieuw blootgelegd: het politieke bewustzijn en gedrevenheid van de jonge generatie.

Jongeren tussen 15 en 30 hebben de fluwelen revolutie in gang gezet, een trend die zich de laatste jaren ook elders voltrok. Getuigen ter plaatse beschrijven deze jongeren als kinderen van eenentwintigste eeuw die hun recht op een betere toekomst durven op te eisen. Hun vastberadenheid en onverschrokkenheid bleek ook de rest van de bevolking aan te drijven.

Het protest leek even op een Armeense revolutionaire versie van Tomorrowland – luid, kleurrijk, vrolijk en optimistisch.

Nochtans was er wel iets heel anders aan deze revolutie: het protest leek even op een Armeense revolutionaire versie van Tomorrowland – luid, kleurrijk, vrolijk en optimistisch. In schril contrast met de gebruikelijke gewelddadige beelden van revoluties werden in Yerevan het verkeer en toegang tot publieke instellingen blijmoedig geblokkeerd, het ontslag van premier verheugd afgekondigd, en veel gedanst en gelachen.

In video’s vespreid via Facebook en WhatsApp werden de betogers opgeroepen zich vreedzaam op te stellen en niet in te gaan op provocaties van de politie of andere groepen, zelfs als dat fysieke of materiële schade zou meebrengen. Dat dit is gelukt, is indrukwekkend.

Door deze houding had de politie geen dringende redenen om iemand aan te houden en kon ook de publieke opinie zich moeilijk tegen de beweging keren. De drempel om zich aan te sluiten was daarom laag voor bredere bevolking.

Het ontslag van Serge Sargsyan ging dan ook gepaard met uitbundige vreugde in de straten van Yerevan.

Crisis creëert pre- en postrevolutionair Armenië

De crisis is voor velen een verassing geweest. De meeste deskundigen zagen het burgerlijke activisme van deze omvang niet aankomen.

Vooral het plotse ontslag van Sargsyan was onverwacht. Was het duidelijk dat het protest van een opvallend groot deel van de bevolking niet onderdrukt kon worden? Waren de deserterende militairen de laatste druppel? Het is nog altijd niet duidelijk wat de motieven zijn geweest voor zijn plotse vertrek.

Armenië is, ondanks een samenwerking met de NAVO, afhankelijk van Moskou op het vlak van veiligheid. Het land is lid van de door Rusland geleide “Collectieve Veiligheidsverdrag Organisatie”.

De situatie wordt als een puur interne kwestie ervaren. De EU, haar vertegenwoordiging in Armenië, blijft oproepen tot een democratische oplossing met respect voor de grondwet, de vrijheid van vereniging, en de ‘belangen van alle Armeniërs’.

EU-Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandbeleid Federica Mogherini benadrukte deze boodschap in een telefoongesprek met de nieuwe president van Armenië. Ook het Europees Parlement volgt de situatie van dichtbij op. Het zal de komende weken immers stemmen over het zogenaamde “CEPA-akkoord”.

Het CEPA-akkoord met de EU is een afgeleide versie van het Associatieaakkoord dat Armenië in 2015 onverwacht niet ondertekende, om in de plaats daarvan (na een gesprek tussen Sargsyan en Poetin vlak voor de geplande EU-Armenië top in Riga) te kiezen voor de Euraziatische Economische Unie (EEU) onder leiding van Rusland.

Naast de economische banden met Rusland is Armenië, ondanks een samenwerking met de NAVO, sterk afhankelijk van Moskou op het vlak van veiligheid. Armenië is immers lid van de Collectieve Veiligheidsverdrag Organisatie die door Rusland wordt geleid. En in het licht van het conflict in Nagorno-Karabach met Azerbeidzjan blijft het veiligheidsthema cruciaal.

Deze keer heeft Rusland, dat zogenaamde kleurenrevoluties in post-Sovjetrepublieken maar moeilijk kan verteren, een opvallend terughoudende positie ingenomen: Rusland bestempelde de fluwelen revolutie als een interne aangelegenheid van Armenië.

Vorige week waren er wel intensievere contacten tussen Moskou en Yerevan, waarbij het onduidelijk bleef of de Russen een actievere rol zouden spelen in de oplossing van de crisis van zodra ze hun belagen bedreigd zouden zien.

 

Een nieuwe premier als oplossing

De verkiezing van een nieuwe premier zou een oplossing bieden voor het politieke vacuüm. Nikol Pashinyan, die slechts 7% van de stemmen behaalde tijdens de parlementsverkiezingen, moet naast de 46 stemmen van de oppositie ook de steun van minimum zes van de 55 parlementsleden van RPA, de partij van zijn rivaal Sargsyan, verzekeren om premier te worden. Op 1 mei was deze steun hem niet gegund.

Door geen eigen kandidaat te nomineren en Pashinyan niet te steunen, lijkt de RPA aan te sturen op vervroegde parlementsverkiezingen als de tweede poging tot verkiezing van een premier zou mislukken. Maar voordeel zou de RPA hieruit nauwelijks kunnen halen: in het huidige klimaat is het bijzonder onwaarschijnlijk dat de RPA haar meerderheid zou kunnen behouden, vooral nu de oppositie eindelijk heeft wat ze jaren miste – een leider.De RPA veranderde echter van koers en verklaarde op 3 mei dat ze de tegenkandidaat met minimum 30% van de stemmen zou steunen in de tweede stemronde.

Pashinyan is geen nieuweling in de politiek. Reeds na de eerste presidentsverkiezing van Serge Sargsyan in 2008 heeft hij de protesten geleid en als gevolg daarvan twee jaar in de gevangenis doorgebracht.

Toen kwam een tiental mensen om tijdens de betogingen van 1 maart 2008, door het hardhandig optreden van de politie. Sargsyan, die tijdens de ontmoeting met Pashinyan verwees naar “de lessen van 1 maart”, heeft een gevoelige snaar geraakt: voor velen was dit een onbeschaamd harde aanpak van burgers.

Voor de meeste Armeniërs is Pashinyan niet noodzakelijk de leider waarop ze hebben zitten wachten, maar hij is er wel in geslaagd om mensen op de been te brengen. Wat telt, is dat hij momenteel het enige reële alternatief biedt voor de RPA.

En Armeniërs kunnen zich niets minder veroorloven dan een alternatief voor het huidige regime, dat als corrupt en autoritair wordt gezien en verantwoordelijk wordt gehouden voor de erbarmelijke economische situatie in het land.

Weg vooruit

De toekomstperspectieven blijven voorlopig vaag. Pashinyan belooft een “regering van overeenstemming” te vormen zonder oligarchen. Of hij voldoende sterke kabinetsleden vindt, is een andere vraag. De hele publieke sector is uitgebouwd door RPA-leden, vooral in de hoogste echelons. Misschien zal hij toegevingen moeten doen over de kwaliteit van de kandidaten.

Voor de eerste keer kon de Armeense bevolking een leider politiek verantwoordelijk houden.

Op het vlak van buitenlands beleid erkende Pashinyan het belang van de strategische relaties met Rusland en bevestigde hij het behoud van de lidmaatschap van zowel de Euraziatische Economische Unie (EEU) en de Collectieve Veiligheidsverdrag Organisatie, hoewel hij er vroeger een felle tegenstander van was.

Hoe hij de economie van het land een duw in de rug wilt geven, blijft onduidelijk – en dit is nochtans wat de mensen het meest bezig houdt in hun dagelijkse overlevingsstrijd.

F
E
E
D

B
A
C
K