Koerdisch debacle, bombardementen op burgers, internationale oorlog

Extract van een uitgebreide analyse gepubliceerd door Mo* op 21 februari 2018. U kunt de volledige analyse lezen op de website van Mo*.

 

Zondag waren de wereldleiders van alle grote oorlogvoerende partijen in Syrië aanwezig op de vierenvijftigste veiligheidsconferentie in München. Uitgerekend tijdens dezelfde paar dagen werd de cocktail voor een grote regionale oorlog in Syrië nog explosiever. Syrië en Turkije, en Iran en Israël stonden de afgelopen dagen op de rand van een open oorlog op Syrisch grondgebied.

Rusland, de VS én Turkije hebben troepen op de grond en vliegtuigen in de lucht. Het Iraanse leger is op de grond in Syrië in de gedaante van de Iraanse Revolutionaire Garde, naast andere Iraanse milities en het Libanese Hezbollah. Israël stuurt zijn vliegtuigen regelmatig het Syrische luchtruim in.

Twee grote deel-oorlogen ontwikkelen zich op het grondgebied van Syrië:

  • Een onwaarschijnlijke oorlog tussen Turkije en Syrië: Turkije beschouwt de Syrisch-Koerdische militie YPG als terroristen verbonden met PKK, die in Turkije een gewapende strijd voeren. Syrische troepen trouw aan Bashar al-Assad zijn gisteren de Syrisch-Koerdische enclave Afrin binnengetrokken, ‘om de enclave te beschermen tegen de Turkse aanval’.
  • Een waarschijnlijke oorlog tussen Israël en Iran: Israël beschouwt de Iraanse troepen in Syrië als terroristen die in Syrië een nieuwe uitvalsbasis uitbouwen voor aanvallen op Israël. Elf dagen geleden schoot Israël een Iraanse drone uit de lucht, waarna de Syrische luchtmacht een Israëlisch gevechtsvliegtuig uit de lucht schoot.

Deze twee incidenten kunnen de kaart van Syrië opnieuw hertekenen. Maar dat zal niet noodzakelijk via een militaire confrontatie tussen de verschillenden landen gebeuren. Niets is wat het lijkt in Syrië: elke escalatie draagt ook de kiemen van een nieuwe “oplossing” in zich en er worden voortdurend achterkamerdeals gesloten.

Ontward: het kluwen tussen Syrië, Rusland, de Koerden en Turkije

Twee dagen na de veiligheidsconferentie in München volgden berichten over de dreigende oorlog tussen Syrië en Turkije. Maar volgens Wladimir van Wilgenburg, Midden-Oosten analist gespecialiseerd in Koerdische politiek, kan het evengoed de exit-strategie uit Syrië zijn waar Turkije op hoopt.

Gisterennamiddag kwam van overal het nieuws binnen dat het Syrische leger van Bashar al-Assad de Syrisch-Koerdische enclave Afrin was binnengetrokken om de enclave te beschermen tegen de Turkse aanval. De geruchten circuleerden al dagenlang binnen de Koerdische gemeenschap in België.

De Syrisch-Koerdische militie YPG, die Afrin controleert, had de steun van het Syrische leger gevraagd.

‘We roepen het regime op om zijn plicht na te komen’, zei Nouri Mahmoud, woordvoerder van YPG. ‘Als er externe bedreigingen zijn, moeten we onze onderlinge verschillen opzij zetten en Syrië verdedigen.’

Als Rusland een no-fly zone boven Afrin zou afdwingen, en als Damascus aan Turkije garanties zou bieden dat er geen al te grote Koerdische autonomie zou blijven bestaan, zou Turkije zijn aanval op Afrin kunnen staken.

Een nieuwsagentschap dichtbij YPG berichtte zondag over onderhandelingen tussen bevelhebbers van YPG en het Syrische leger. Het Syrische leger zou een no-fly zone boven Afrin afdwingen. In ruil daarvoor zou het een militaire basis mogen oprichten in Afrin en grensposten van YPG mogen overnemen.

Voor het eerst sinds het Syrische leger in 2012 uit Afrin wegtrok, zou Damascus opnieuw de grens tussen Afrin en Turkije controleren. Dat zou eigenlijk een nederlaag zijn voor de Syrische Koerden.

Eerder dan een regionale oorlog tussen Syrië en Turkije, zou dit ook de ontwikkeling van een tijdelijke oplossing voor één van de laatste hete hangijzers van het Syrische conflict kunnen zijn: het politieke statuut van Afrin.

Als Rusland de deal tussen YPG en het Syrische regime zou onderschrijven en de Russische luchtmacht de no-fly zone boven Afrin zou afdwingen, en als Damascus garanties zou bieden aan Turkije dat er geen al te grote Koerdische autonomie zou blijven bestaan, dan zou Turkije zijn aanval op Afrin kunnen staken en zich terugtrekken.

Maar er was toch al een Russische basis in Afrin voordat Turkije de aanval op Afrin begon? Rusland had toch op voorhand aan Turkije kunnen verzekeren dat er geen al te grote Koerdische autonomie zou blijven bestaan?

Dat was ook de boodschap van Rusland aan YPG voor de Turkse aanval begon: ofwel laten we toe dat Turkije jou aanvalt, ofwel laat jij het Syrische leger Afrin overnemen. De YPG weigerde het Russische ultimatum en de Turkse aanval begon.

Exact een maand later roept YPG het Syrische leger zélf op om naar Afrin te komen.

De geliefden die ook Syrisch-Koerdische vluchtelingen in België moeten betreuren, zijn dus voor niks gestorven? Niet helemaal, want YPG en hun politieke vleugel PYD maakten duidelijk dat ze niet zouden aanvaarden dat de Syrische regering Afrin opnieuw zou overnemen. Damascus zou lokale autonomie in Noord-Syrië moeten aanvaarden.

De Turkse president Erdogan weet dit uiteraard. Daarom vertrouwt hij de zogezegde deal niet. Het Turkse leger zou de Syrische regeringstroepen onmiddellijk bestookt hebben nadat die Afrin waren binnengetrokken.

Erdogan zei dat de “opmars” van de Syrische regeringstroepen in Afrin gestopt was nadat hij met zijn Russische en Iraanse ambtsgenoten Poetin en Rouhani had gesproken. Hij zei dat het Turkse offensief tegen Afrin zou voortduren en zelfs zou uitbreiden. Hij wil YPG verdrijven, ‘zodat de honderdduizenden inwoners van Afrin die als vluchtelingen in Turkije leven, kunnen terugkeren.’

In een reactie aan Reuters benadrukte ook YPG zelf dat er nog geen akkoord met Damascus was. ‘Er is enkel een vraag van ons aan het Syrische leger om de grenzen te beschermen’, klonk het. Assad stuurde gisteren dus ook niet het officiële leger, maar “slechts” een militie.

Voor de Syrische Koerden van YPG is dit één grote gok. Ze hebben nu openlijk hun bereidheid tentoongespreid om grondgebied op te geven aan Assad dat ze liever hadden opgegeven in onderhandelingen, in ruil voor de erkenning van hun regionale autonomie.

Maar ze stonden voor een levensgroot dilemma: de hulp van Assad inroepen en Afrin verliezen aan de Syrische regering, of alleen blijven vechten en Afrin verliezen aan Turkije.

Het is nu duidelijk dat ze gokken op Assad. YPG wil dat Assad de grenzen bewaakt, maar niet dat Assad de administratie van de provincie Afrin opnieuw overneemt.

Dat stemt ook overeen met het standpunt van YPG en de politieke partij PYD om van Noord-Syrië – dat ze Rojava of West-Koerdistan noemen – een deelstaat van een federaal Syrië te maken. Daarbij zou de federale regering in Damascus uiteraard verantwoordelijk zijn voor grensbewaking.

De Syrische Koerden hebben nu openlijk hun bereidheid tentoongespreid om grondgebied op te geven aan Assad. Dat verzwakt hun onderhandelingspositie.

Hiermee erkent YPG voor het eerst openlijk – dat deden ze misschien al lang achter de schermen – de legitimiteit van de huidige regering in Damascus, waarschijnlijk té vroeg en mét schade voor hun onderhandelingspositie, waarschijnlijk voortgedreven door existentiële overlevingsdrang.

Ze gokken dat Assad een zekere graad van Koerdische autonomie zou aanvaarden in ruil voor uiteindelijke loyaliteit van de Syrische Koerden. Alleen is het verre van zeker of Assad wél een écht federaal Syrië zou aanvaarden.

De afgelopen dagen spraken veel Syrisch-Koerdische vluchtelingen in België over de terugkeer van Assad. Dat zijn tekenen aan de wand. Ze worden geslingerd tussen diepe teleurstelling en grote opluchting.

Opluchting, omdat elk teken van het einde aan de Turkse aanval de levens van hun familie in Afrin kan redden. Families die ver van politiek weg blijven, namen de afgelopen weken deel aan anti-Turkse demonstraties in Belgische steden, als wanhoopskreet.

Velen van hen hebben weinig tot niets met het politieke project van YPG en PKK, maar elke seconde dat de Turkse bombardementen voortduren verhoogt de kans dat ze geliefden verliezen.

Teleurstelling, omdat velen van hen in het begin de Syrische revolutie tégen Assad steunden. Maar ze voelen spijt als ze zien dat de vlag van de Syrische revolutie nu in rebellengebieden zoals Idlib gedragen wordt door jihadisten die uit zijn op de vernietiging van de Koerden in Afrin.

Om beschermd te worden tegen een existentiële bedreiging die komt van Turkije en Arabische jihadisten, zouden ze hun lot opnieuw in de handen van Assad gooien die de Koerdische taal en cultuur in Syrië jarenlang onderdrukt heeft.

Daarmee worden ze ook kwetsbaar voor de wraak van de Syrische Arabieren die tegen Assad zijn. Die worden op dit moment immers gruwelijk gebombardeerd door Assad en Rusland in Ghouta en Idlib.

De Syrische regering, met de steun van Rusland en Iraanse milities, haalt de zwaarste middelen boven om Oost-Ghouta, een buitenwijk van Damascus, te heroveren op de rebellen. In één bombardement werden gisteren minstens tweehonderd mensen gedood, waaronder vele kinderen, volgens hulpverleners ter plaatse. Dat is het hoogste aantal in één dag sinds jaren. Oost-Ghouta is één van de laatste enclaves die nog onder controle van Syrische rebellen staan, waaronder ook jihadisten. Vanuit Oost-Ghouta vuren ze regelmatig raketten af op wijken van Damascus die onder controle van de regering staan, net zoals rebellen dat deden vanuit Oost-Aleppo.

Het Syrische offensief lijkt meer op een grootschalige aanval op burgers om hen tot overgave te dwingen, zoals het Syrische leger en de Russische luchtmacht dat ook in Aleppo deden. Panos Moumtzis, de regionale humanitaire coördinator van de VN, reageerde al: ‘Doelbewust viseren van onschuldige burgers moet nu stoppen.’

Voor de “herovering” van Afrin hoopt Assad dan weer niet één kogel af te vuren. De pro-Assad milities die er gisteren binnen trokken, werden uitgenodigd door YPG zelf. Maar die “herovering” is nog lang geen voldongen feit.

Dit alles zou de Syrische Koerden duur te staan kunnen komen. Nasr al-Hariri, hoofdonderhandelaar voor een belangrijke Syrische oppositiekoepel, zei vanuit het publiek op de veiligheidsconferentie in München dat ‘het Syrische volk een zware prijs heeft betaald in zijn strijd tegen de milities van het Syrische regime, inbegrepen de YPG die gesteund wordt om een deel van Syrië af te scheiden.’

Net zoals Turkije weigert de Syrische oppositie de deelname van YPG/PYD aan de vredesonderhandelingen. Nu wordt YPG/PYD openlijk in de armen van Assad geduwd en zal de self-fulfilling prophecy uitkomen.

De Koerden van YPG in Afrin gaan rekenen op Assad en Iran. De Koerden van YPG ten oosten van Eufraat rekenen nog altijd op de VS. Dezelfde Syrisch-Koerdische militie is dus aan twee kanten van de Syrische oorlog beland.

Volgens Wladimir van Wilgenburg zou het best kunnen dat ook YPG ten oosten van de Eufraat zou meegaan in een deal met het Syrische regime, en dat de VS dit zouden aanvaarden.

In dat geval zou het volledige, uitgestrekte gebied in Noord-Syrië opnieuw onder één of andere vorm van controle van het Syrische leger terechtkomen, al dan niet met één of andere vorm van regionale autonomie.

Dit is nog verre van zeker. Vandaag gebruiken de VS YPG ten oosten van de Eufraat als buffer tegen de uitbreidende invloed van Iran in Syrië, onder andere om Israël te beschermen. Dat brengt ons bij de volgende deel-oorlog: die tussen de VS/Israël en Iran.


Bovenstaande analyse is een extract van een uitgebreide analyse gepubliceerd door Mo* op 21 februari 2018.

U kunt de volledige analyse lezen op de website van Mo*.

F
E
E
D

B
A
C
K