De campagne al-Anfal, genoemd naar de soera al-Anfal (‘De Buit’) van de Koran, was een anti-Koerdische campagne van Saddam Hussein die van 1986 tot 1989 zou duren. Wat was begonnen als een onderdrukking van de opstanden van de Koerdische rebellen groeide al snel uit tot een moorddadige campagne tegen een welbepaald deel van de Koerdische burgerbevolking. De repressie tegen de Koerden in de verboden zones, zones in ruraal Koerdistan waarover Bagdad de controle had verloren tijdens de Iraans-Irakese oorlog, escaleerde van een economisch embargo tot lucht- en artillerieaanvallen, tot een systematische afslachting van iedereen aanwezig. Een reeks decreten, richtlijnen en acties van de veiligheidsdiensten bewijst dat Bagdad de intentie had om het gewapend verzet van de Koerden definitief te breken en elk spoor van menselijk bestaan in de zogenaamde “verboden zones” uit wilde roeien.  Tijdens deze genocidale operatie, die een hoogtepunt bereikte in 1988, in Zuidelijk Koerdistan (Noord-Irak) werden naar schatting honderdduizend Koerden systematisch en moedwillig uit de weg geruimd. De Anfal-campagne, geleid door Saddam’s neef Ali Hassan al-Majid, die hierdoor de bijnaam Chemical Ali kreeg, omvatte het gebruik van grondoffensieven, luchtbombardementen, systematische vernietiging van dorpen, massadeportaties, vuurpeletons en chemische oorlogsvoering. Tot op dat moment in de geschiedenis had geen enkel regime het aangedurfd chemische wapens te gebruiken tegen zijn eigen bevolking. Het Baath regime zag hierin geen graten en gedurende de hele Anfal operatie werden 20 tot 25 dorpen geraakt door chemische wapens, waaronder mosterdgas. Het feit dat al deze operaties op video werden vastgelegd door het regime, toont dat de perversie van het Iraakse regime geen grenzen kende.

Ongetwijfeld is de gifgasaanval op het stadje Halabja van 15-19 maart 1988 het meest bekend in het westen. Deze aanval, die in dezelfde periode werd uitgevoerd, wordt officieel niet tot de Anfal gerekend maar doorgaans beschouwt men de 5000 slachtoffers wel als deel uitmakend van de al-Anfal campagne.
Een van de belangrijkste leveranciers van de gifgassen was bovendien een Nederlandse firma. Op 23 december 2005 werd de Nederlandse zakenman Frans van Anraat veroordeeld voor het leveren van grondstoffen voor de gebruikte gifgassen. Het Nederlandse Hof oordeelde toen dat er een genocide was gepleegd tegen de Koerdische bevolking van Halabja.
EAN : 978 90 79047 00 0
———————————————————————————————–
2009
UNIVERSITEIT GENT, Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Vakgroep Talen en Culturen van het Nabije Oosten en Noord Afrika

F
E
E
D

B
A
C
K