Veelbelovend klonk de vredesoproep van de gevangen PKK-leider Abdullah Öcalan en de reactie van de Turkse premier Recep Erdogan op 21 maart. De gewapende strijders van de Koerdische Arbeiderspartij PKK zouden zich terugtrekken naar Noord-Irak. Als tegenprestatie zou de Turkse staat de Koerden, die zo’n kwart van de 80 miljoen inwoners uitmaken, als volk en cultuur erkennen. De aartsvijanden zouden de strijdbijl begraven. Eindelijk een positieve ontwikkeling in het brandende Midden-Oosten. En toen werd het stil.

Bij Derwich Ferho, voorzitter van – denktank – het Koerdisch Instituut in Brussel maar eens om opheldering gevraagd. De man met kort grijs haar en grijs colbert relativeert snel in zijn kantoor in de sterk multiculturele wijk Sint-Joost-ten-Node, in het verleden regelmatig een slagveld voor verhitte Koerden en Turken. “Honderd procent de wapens neerleggen is nooit een optie geweest in dit stadium”, zegt hij. “Het is meer een kwestie de wapens laten zwijgen.”

Erdogan, die overigens waardering verdient omdat hij de bijna dertig jaar oude oorlog tot een einde wil brengen, kan niet verwachten dat de PKK-strijders ongewapend naar Noord-Irak sjouwen, zoals hij graag ziet.

“Turkije wil een oplossing op z’n Turks. Koerden mogen hun taal thuis en op straat spreken. Maar geen onderwijs volgen in het Koerdisch, want dat zou leiden tot separatisme. Maar zonder eigen onderwijs gaat de oorlog gewoon door.”

Atatürk

Tijd winnen lijkt een strategie van de Turkse machthebbers, meent Ferho. “Het Turkse parlement moet de zaak op de agenda zetten. Er moeten aanpassingen worden aangebracht in de grondwet.” Die is opgesteld in de tijd van de Turkse grondlegger Mustafa Atatürk en spreekt onomstotelijk over één land, één vlag en één volk. Niets beweegt, is de indruk. Evenmin kan er sprake zijn van vrede zonder vrijlating van PKK-leider Abdullah Öcalan, na een spectaculaire actie in Kenia gevangen sinds 1999. Door veel Turken wordt hij gezien als een kindermoordenaar in de oorlog die circa 50.000 mensenlevens heeft gekost. Veel Koerden vereren de marxistische leider daarentegen als voorganger tegen de Turkse overheersing.

 

De wind staat overigens niet verkeerd voor de circa veertig miljoen Koerden verspreid over een viertal landen. In Iran met een kleine Koerdische minderheid en weinig rebellen (zie foto) is het rustig. Maar in het semi-autonome Noord-Irak, ‘Zuid-Koerdistan’, regeren de Koerden. In Syrië vormen Koerden inmiddels een serieuze strijdmacht. De PKK in Turkije kan eisen stellen. Ferho: “De situatie in het Midden-Oosten versterkt ons zelfbewustzijn. Niemand kan meer om de Koerden heen”.

http://www.denieuwepers.com/mijn-profiel/

 
F
E
E
D

B
A
C
K