Donderdag 16 oktober en vrijdag 17 oktober publiceerde De Standaard artikelen over de rol van de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK) en haar leider Abdullah Öcalan in de slag om Kobanê in Syrië en het vredesproces in Turkije. Beide stukken schetsen een problematisch en eenzijdig beeld van zowel de PKK als Öcalan en hun positie in Koerdistan. Dit vraagt om een rechtzetting.

Voornamelijk het eerste stuk, van de hand van Erdal Balci, staat bol van speculatie en mist elke nuance, feitelijkheid en diepgang. Hij haalt Sidki Zilan aan, “Islamistisch intellectueel en advocaat”. Deze man staat bekend als getrouweling van de Koerdische Hizbullah, ‘Partij van god’, recent omgedoopt tot Hüda-Par. Zoals de naam van haar voorganger doet vermoeden, is Hüda-Par een streng soennitische partij die haar Islamisme rijmt met een vraag om meer rechten voor de Koerdische bevolking in Turkije. De rellen die afgelopen week plaatsvonden in Koerdistan, waarbij 35 doden vielen, waren niet zelden te wijten aan provocaties van gewapende oproerkraaiers van Hüda-Par.

Zilan typeert – niet zo verwonderlijk – de PKK als een allegaartje van Turkse seculieren, Koerdisch voetvolk en Alevi. Een eerste opmerking hierbij is dat de Koerdische vrijheidsbeweging een politiek project voorstaat gegrond op etnisch en religieus pluralisme. Het is dit geloof in een ander, democratisch en open Turkije dat de Koerdische vrijheidsbeweging bindt. Stellen dat Alevi een hekel hebben aan Islam, raakt daarenboven kant noch wal. Zij vereren zowel de profeet Mohammed als diens opvolger Ali en reciteren de Koran. Dat orthodoxe soennieten een hekel hebben aan de heterodoxe Alevi daarentegen …

Lokale realiteit

We willen er ten tweede nadrukkelijk op wijzen dat de Koerdische vrijheidsbeweging meer is dan louter de guerrilla’s van de PKK en breder gaat dan een gewapende strijd. De beweging bestaat uit een netwerk van organisaties, verenigd in de KCK, ‘De vereniging van gemeenschappen in Koerdistan’. Ze beroepen zich allen op de ideologie van Öcalan en streven naar maatschappelijke verandering in Turkije; gedragen door de lokale bevolking, via verregaande participatie en democratie, en vertrekkend vanuit de lokale realiteit met respect voor verschil en pluralisme.

Uiteraard staan niet alle inwoners van Turkije (Koerden, Turken, Armeniërs, …) achter dit project. De basis van een democratie is immers dissensus. De strijd van de Koerdische beweging is een strijd voor een democratisch Turkije waarin dissensus mogelijk is. Dat de PKK “verdeelt” kan geen verwijt zijn, maar getuigt van een democratisch karakter. De HDP, de politieke vleugel van de Koerdische beweging, komt bovendien niet enkel op voor rechten voor de Koerden, maar voor rechten van al de tientallen etnische en religieuze groepen in Turkije, en verricht pionierswerk in de regio met betrekking tot LGBT-rechten.

 Dikke snor

De Koerdische kwestie wordt gedomineerd door een nadruk op de PKK en haar guerrillastrijd. Maar ook door het veiligheids- en terrorismediscours dat de Turkse staat daarrond creëert en wat ze met veel gemak opdringt aan haar Europese bondgenoten, niet het minst vanwege haar militaire, economisch en strategisch gewicht. Ook Marloes De Koning, auteur van het artikel dat vrijdag 17 oktober in De Standaard verscheen, gebruikt dit discours om Öcalan, “de terrorist met de dikke snor”, te kaderen.

Wij moeten tot vervelens toe herhalen dat de PKK volgens geen enkele grondige definitie als terroristisch kan worden gecategoriseerd. De PKK vecht tegen de Turkse staat en het Turkse leger en tracht daarbij burgerslachtoffers- en doelwitten te vermijden. Dat de Europese en Amerikaanse terreurlijsten politieke instrumenten zijn, blijkt meermaals uit het grote verloop van namen die op en af de lijst verschijnen, als dat politiek opportuun is. Het Europees Hof van de Rechten van de Mens heeft trouwens recentelijk gepleit voor de verwijdering van de PPK van de Europese terreurlijst.

Ook De Koning schets hetzelfde enge beeld van de Koerdische beweging als louter de PKK-guerrilla die dan eenzijdig verantwoordelijk zou zijn voor het geweld en bloedvergieten in Turkije en Koerdistan. Cruciaal om het waarom van de gewapende strijd van de PKK te begrijpen zijn de misdaden van de Turkse staat in de gevangenissen in de jaren ’80, haar politiek van de verschroeide aarde in de jaren ’90 en het cynische politieke spel van gewezen premier en huidig president Erdoğan de afgelopen jaren. Ook nu weer dreigt het vredesproces te stranden vanwege sabotage en onwil van de Turkse staat om een echte en open dialoog te voeren met de Koerdische beweging. De beloofde veranderingen, waaronder onderwijs in moedertaal, blijken een lege doos.

Middeleeuws

We willen hier niet de discussie voeren of een gewapende strijd al dan niet legitiem kan zijn. Wel vragen we om de gewapende strijd van de PKK correct te kaderen: niet als blind nationalistisch terrorisme, maar als reactie op decennia van onderdrukking en staatsagressie.

Tot slot een woord over de rol van de PKK en de PYD, de Koerdische partij in Syrië die zich ook beroept op de ideologie van Öcalan, bij de opmars van de Islamitische Staat (IS). De Koerdische milities in Syrië, die nauw verbonden zijn aan de PYD, zijn de enige die effectief een halt hebben kunnen toerroepen aan de IS. De PYD is de enige partij die een progressief maatschappelijk alternatief voorstelt, in een regio die dreigt te verzinken in een moeras van middeleeuwse ideeën en praktijken.

De PYD en de Koerdische milities schreeuwen als jaren om hulp en om diplomatieke erkenning. Jarenlang zijn ze genegeerd door de grootmachten die voor de zoveelste keer dachten van de gewelddadige chaos in het Midden-Oosten gebruik te kunnen maken om hun eigen belangen veilig te stellen. Dat er zonder boe of bah, zonder enige duiding, zwart op wit geschreven staat dat de grootste schuld voor de oprichting van de Islamitische Staat bij de PKK ligt, tart de verbeelding en is een kwaliteitskrant onwaardig.

 

Koerdisch Instituut Brussel

F
E
E
D

B
A
C
K