Een glas halfvol…

De resultaten van de vervroegde verkiezingen werden vol spanning afgewacht door miljoenen mensen in en rondom Turkije. Wat het resultaat ook was, het zou het einde betekenen van een era in de geschiedenis van de republiek.

Het eerste scenario was het potentiële einde van Erdoğans politieke carrière, die het Turkse politieke landschap al zestien jaar lang domineerde en zich steeds meer als een autoritaire heerser gedroeg. Het tweede scenario was  een overwinning van de  AKP/MHP en het einde van de parlementaire democratie in ruil voor een nieuw systeem,  waarin de president aanzienlijk meer bevoegdheden zou krijgen dankzij een referendum dat in 2017 met de kleinste marge werd goedgekeurd.

De vervroegde verkiezingen kwamen als een verrassing voor de meeste Turken omdat ze oorspronkelijk gepland stonden tegen eind 2019. Het bleek echter een strategische zet te zijn van de AKP/MHP-coalitie om hun macht te consolideren. President Erdoğans formele verklaring was echter dat de verkiezingen noodzakelijk waren om hervormingen in te leiden en Turkije uit de dip te halen waar het zich in bevond.

Zo kampt Turkije al enige tijd met verschillende problemen die dan ook hoog op de agenda van de Turkse kiezers staan, zoals de overhitte economie dat gepaard gaat met teruglopende buitenlandse investeringen, de lira die een duik nam met groeiende inflatie en werkloosheid tot gevolg.

Daarnaast is er de aanhoudende repressie door de verlengde noodtoestand in nasleep van de mislukte couppoging in juli 2016. Turkse veiligheidsdiensten begonnen op grote schaal vermeende Gülenisten te arresteren die nu gebrandmerkt worden als staatsvijanden. Critici beschuldigen president Erdoğan ervan de situatie te gebruiken om systematisch kritische platformen monddood te maken en opposanten op te sluiten.

Ten derde is er het gevoel van onveiligheid dat het gevolg is van de militaire interventies in Syrië en Irak waardoor bijna vier miljoen vluchtelingen rechtstreeks afhankelijk zijn van humanitaire hulp, met het verhoogde risico op aanslagen.

Erdoğan maakte zich sterk dat hij alleen de situatie kon rechtzetten, hoewel het zijn huidige beleid en retoriek zijn die mee aan de basis liggen van de problematiek. Ondanks de groeiende ontevredenheid bij de Turkse kiezers, leken de AKP en MHP vrij zeker van hun stuk om een noodzakelijke meerderheid te behalen. Ze hadden namelijk hun lessen getrokken bij de nipte overwinning van het referendum in 2017 en waren dan ook niet van plan dezelfde fouten te maken.

Prominente Turkse media werden systematisch opgekocht of gecensureerd waardoor het medialandschap werd gedomineerd door pro-Erdoğan propaganda en de oppositie nauwelijks ter sprake kwam. President Erdoğan nam ook niet deel aan debatten op de televisie, zelfs niet wanneer zijn uitdagers hem daartoe herhaaldelijk hadden opgeroepen. In plaats daarvan reisde hij naar de belangrijkste Turkse steden en regio’s om zorgvuldig voorbereide speeches te geven aan zijn achterban. Hij reisde ook af naar Bosnië om een speech te geven die was gericht aan de Turken in het buitenland. Omdat verschillende EU-lidstaten duidelijk hadden gemaakt dat er geen campagne gevoerd mocht worden op hun grondgebied, deed hij het dan maar in hun achtertuin…

Het was erg belangrijk voor Erdoğans AKP en MHP bondgenoten om een beslissing te forceren in de eerste kiesronde, daarom werden controversiële wetten en maatregelen goedgekeurd die hen een belangrijk voordeel zouden opleveren. Zo mochten niet goedgekeurde stembiljetten toch meetellen  en partijen coalities vormen om de kiesdrempel van 10% te halen. Dit was belangrijk om de MHP over de eindstreep te krijgen en de meerderheid te behalen. Tevens konden stembussen verplaatst worden bij veiligheidsrisico’s en zou het toezicht op de stembusgang opgevolgd worden door ambtenaren in plaats van onafhankelijk gekozen mensen.

De oppositie voerde dan misschien een bijzonder ongelijke strijd, het resultaat mocht er toch zijn: De pro-Koerdische HDP haalde opnieuw de kiesdrempel met bijna 12%, net als de IYI-Parti met 10%. De CHP scoorde het beste met bijna 23% van de stemmen. Hoewel Erdoğan opnieuw met een kleine meerderheid (53%) de overwinning had behaald, beschrijven de resultaten een nieuwe resem mogelijkheden voor de oppositie. Er werd een belangrijke fundering gelegd om in de toekomst nauwer samen te werken om de nieuwe uitdaging het hoofd te kunnen bieden.

De vraag is echter hoe het “nieuwe Turkije” er op termijn zal uitzien en of Erdoğan zijn beloftes zal kunnen waarmaken. De verschillende minderheden in Turkije, waaronder de Koerden, Armenen, Alevieten en vele anderen, zijn erg bezorgd over hun toekomst in het land waar rationalisme plaats moet maken voor nationalisme en hen mogelijk een nieuwe periode van turkificering staat te wachten.

Desalniettemin is het belangrijk om in deze periode het hoofd hoog te houden en te vertrouwen op de nieuwe banden die werden gesmeed tussen onwaarschijnlijke bondgenoten. Zo luidt een Koerdish spreekwoord: “ Een kleine sleutel kan grote deuren openen”.

 

Dit artikel is geschreven door Bart Rombouts op 02/07/2018.

Blog

F
E
E
D

B
A
C
K