Ferinaz Xosrowaniye

Ferinaz Xosrowaniye

Op 4 mei gooide de 26-jarige Koerdische Ferinaz Xosrowaniye zichzelf uit een raam op de vierde verdieping van het Tara Hotel in Mahabad. Reden voor haar wanhoopsdaad was de dreigende verkrachting door een Iraanse veiligheidsambtenaar. Dit voorval wakkerde het sluimerend ongenoegen bij de Koerden in Iran aan.

Terwijl het nieuws van de dood van Ferzinaz langzaam doorsijpelde naar de buitenwereld, braken er op donderdag 7 mei hevige rellen uit in Mahabad, waarbij enkele opstandelingen het hotel in brand staken. Het was de eerste grote uitbraak van burgerprotest sinds jaren in Rojhelat, en bij uitbreiding in Iran, sinds de zogenaamde Groene Revolutie van 2009.

De Revolutionaire Garde werd gemobiliseerd en de noodtoestand afgekondigd. De oproerpolitie reed in op de massa en vuurde met rubberkogels. Minstens 25 mensen raakten hierbij gewond. Één persoon is ondertussen al aan zijn verwondingen overleden. Volgens Amnesty International, dat het politiegeweld heeft veroordeeld, zijn er minstens 20 mensen opgepakt.

De protesten deinden ook uit naar andere steden in de regio, onder meer Sanandaj, Baneh en Sar-Dasht. Op deze plaatsen hielden handelaars hun winkels dicht uit solidariteit met de demonstraties in Mahabad. Kurdpa, een lokaal Koerdisch nieuwsagentschap, spreekt van in het totaal 218 gewonden en gearresteerden in verschillende steden in Rojhelat, gebaseerd op getuigenissen van betrokken families.

De actuele situatie in de Koerdische steden in Iran is onduidelijk. Nieuws en updates raken immers zeer moeilijk de hermetisch afgesloten Islamitische Republiek buiten. Wel heeft PJAK – de ‘Partij voor een Vrij Leven in Koerdistan’, de Koerdische gewapende guerrilla’s in Iran – laten weten dat Koerdische guerrilla’s een aanval hebben uitgevoerd op een Iraanse legerpost waarbij twee soldaten zijn omgekomen. Het Iraanse leger heeft in het weekend van 16 mei op haart beurt posities van Koerdische guerrilla’s in de Iraakse Qandilbergen gebombardeerd.

Dat het Iraanse regime de onrust in Rojhelat serieus neemt, blijkt uit de brief van Ayatollah Khamenei die op maandag 18 mei werd voorgelezen in Sanandaj, de hoofdstad van de provincie Koerdistan, op een herdenking van Koerdische gesneuvelden in dienst van de Islamitische Republiek. De Hoeder van de Islamitische Revolutie ziet in de schermutselingen de hand van buitenlandse vijanden, lees Saoedi-Arabië, die trachten etnische en religieuze verdeeldheid te zaaien in Iran en Rojhelat.

Of dit het begin is van een Koerdische Lente in Iran blijft zeer voorzichtig afwachten. Hoewel er met meer dan 8 miljoen na Turkije het grootste aandeel Koerden woont, is de Islamitische Republiek er tot nu toe beter dan haar buurlanden in geslaagd de Koerdische vrijheidsstrijd onder de knoet te houden. De Islamitische Revolutie heeft immers de totale onderwerping van de hele bevolking en samenleving voor ogen. Meer nog dan in de anders ook amper democratisch te noemen regimes in de rest van de regio, laat de Islamitische Republiek geen enkele contestatie toe.

Executies

Met het aantreden van Hassan Rouhani in 2013 als zevende president van Iran hoopten velen op een verzachting van het beleid. 2014 zag echter het hoogst aantal executies in twaalf jaar –  mensenrechtenorganisaties registreerden 753 ophangingen. Tientallen Koerdische activisten kijken momenteel de dood in de ogen in de Iraanse gevangenissen, vaak louter wegens lidmaatschap van of affiliatie met verboden Koerdische partijen en bewegingen.

Dit voorjaar kwam de zaak van Saman Naseem wereldwijd even onder de aandacht. De 22-jarige Koerd werd op 17-jarige leeftijd opgepakt en ter dood veroordeeld wegens lidmaatschap van PJAK. Niet enkel was hij minderjarig, hij heeft de feiten enkel ‘bekend’ na  dagenlange marteling. Tijdens zijn proces trok hij zijn verklaring overigens terug in. Op 18 februari verscheen het nieuws dat hij zou zijn opgehangen. Later bleek dit niet het geval. De Iraanse autoriteiten hadden, wegens het verschijnen van het verslag van de speciale VN-rapporteur voor Mensenrechten in Iran, de executie uitgesteld. Zijn lot is vooralsnog onduidelijk.

Grenshandel en landmijnen

Ook het vrijelijk neerschieten van smokkelaars, kulbaran, door Iraanse grenswachten blijft een belangrijke issue. Door de economische verwaarlozing van de Koerdische regio – de werkloosheid bedraagt er 28% – is voor veel Koerden grenshandel de enige lucratieve broodwinning. Voor de Iraanse grenswachters zijn deze kulbaran echter vogelvrij, wat in 2014 resulteerde in 70 schietpartijen, waarbij 30 doden veilen, allen kulbaran. Sinds het aanbreken van de lente, en het opnieuw op gang komen van de grenshandel, zijn er enkel dit jaar reeds 9 doden gevallen.

Landmijnen vormen een bijkomend gevaar, niet enkel voor smokkelaars, maar voor de hele grensregio. Deze zijn overblijfselen van de eerste Golfoorlog. Op de grens tussen Iran en Irak zouden 20 miljoen landmijnen zijn uitgezet. In 2013 en 2014 waren in de Koerdische regio’s alleen al 89 mensen het slachtoffer van landmijnexplosies: 12 van hen waren minder dan 15 jaar oud, 20 van de slachtoffers verloren het leven. Iran blijft echter weigeren het Ottawa-verdrag te ratificeren, wat haar zou verplichten om de landmijnen op te ruimen, eventueel met de hulp van andere ondertekenaars.

Nucleair akkoord

Ook onder het presidentschap van Rouhani blijven Koerden en andere niet-Perzische of sjiitische groepen – meer dan de helft van de bevolking in Iran – dus tweederangsburgers. Volgens insiders zou Rouhani in binnenlandse aangelegenheden echter worden tegengewerkt door de meer conservatieve club rond Ayatollah Khamenei, bij wie nog steeds het zwaartepunt van de macht ligt. Rouhani dient op de eerste plaats als stroman om de relaties met het Westen te verbeteren en om een nucleaire deal te beklinken, wat de afgelopen weken aardig gelukt is.

Nu een nucleair akkoord met Iran zo goed als rond is, valt niet snel te verwachten dat de VS of Europa Teheran hard op de vingers zullen tikken wegens de aanhoudende repressie en het willekeurige doden van de Koerdische bevolking. Ondanks dat de Koerdische troepen zich afgelopen zomer in Syrië en Irak hebben opgeworpen als één van de meest betrouwbare bondgenoten in de strijd tegen de soennitische extremisten van de Islamitische Staat, staan ze er in de strijd tegen het sjiitische extremisme alleen voor.

Vrouwenrechten

Uiteraard hebben niet enkel Koerden het hard te verduren in Iran. De tragedie in Mahabad brengt nog maar eens de zeer precaire positie van de vrouw onder de aandacht. Deze dreigt enkel te verslechteren met de goedkeuring van het zogenaamde “Plan ter promotie van deugdelijkheid en preventie van ondeugd” op 22 april. Dit plan maant de Iraanse bevolking aan toe te zien op de correcte naleving van de Shari’a in het publieke leven.Het plan heeft speciale aandacht voor de hijab, de vrouwelijke dresscode, als symbool van deugdzaamheid. Ze voorziet zelfs in de oprichting van burgerwachten, Basji, die desnoods met geweld de hijab moeten afdwingen.

Tot welke en gruwel dit kan leiden werd vorig jaar reeds duidelijk. Toen werden er in Isfahan, de derde stad van Iran, 14 vrouwen aangevallen met zuur in het gezicht omdat ze niet bedekt waren volgens de Iraanse staatsinterpretatie van de Shari’a. Noch de clerus, noch de overheid heeft deze aanvallen ondubbelzinnig veroordeeld. De demonstranten in Mahabad hadden echter wel een duidelijke boodschap voor Teheran en Qom, zetel van de Ayatollahs,: “Wij zijn Koerden en dit is Mahabad. Dit is Isfahan niet, waar je zuur in het gezicht van een vrouw mag gooien en wij stil moeten bijven. Wij moeten protesteren.”

Verzet?

De vraag blijft echter hoever het verzet in Mahabad kan dragen. Abbas Vali, prominent Koerdisch-Iraans socioloog, ziet het alvast somber in. Volgens hem zijn de traditionele Koerdische partijen in Iran, de KDP-I en Komala, te verdeeld en te afhankelijk van de Koerdische autonome regering in Irak, die hen oogluikend onderdak biedt, om daadwerkelijk een breed burgerprotest te kunnen dragen.

Zo rest enkel PJAK als enige actieve, en gewapende, Koerdische oppositiebeweging in Iran. Maar kan de guerrilla-tactiek van PJAK, geïnspireerd door de strijd van de PKK in Turkije en meer recent de YPG in Syrië, ook in Iran werken?

 

Koerdisch Instituut Brussel
F
E
E
D

B
A
C
K