Gepubliceerd door Vrede vzw op 24 juni 2017

Ik bracht vandaag een bezoek aan El-Hawl (Hole in het Koerdisch) dat in het oostelijke deel van het district Hassakeh ligt, op 20 km van de Iraakse grens. Het kleine stadje herbergt een kamp met Iraakse vluchtelingen die in moeilijke omstandigheden proberen overleven.

Amper 5 kilometer verderop ligt een stuk grensgebied dat nog gecontroleerd wordt door de Islamitische Staat (IS of Daesh, het Arabisch acroniem). El-Hawl zelf is een tijdlang door IS bezet geweest. Het stadje van 3.400 inwoners is strategisch gelegen langs een verbindingsweg met Irak en in de buurt van een olieveld. Op 13 november 2015 slaagden troepen van de nog maar net opgerichte Syrian Democratic Forces (SDF), een Koerdisch-Arabische militie uit Rojava (Noord-Syrië), el-Hawl te veroveren. Ten zuiden van de stad ligt een vluchtelingenkamp dat in 1991 is opgericht om Iraakse vluchtelingen op te vangen. Na een tijdelijke sluiting werd het in 2003, als gevolg van de Brits-Amerikaanse invasie, opnieuw geopend voor vluchtelingen uit Irak. Vandaag is het kamp er nog altijd, deze keer als gevolg van de strijd tegen de Islamitische Staat.

Op dit ogenblik telt het kamp 21.000 vluchtelingen. Het gaat hoofdzakelijk om dorpelingen uit de Iraakse Anbar-provincie en Turkmenen uit Tel Afar. Er zitten ook enkele honderden Jezidi, een religieuze Koerdische minderheid die massaal op de vlucht is geslagen als gevolg van het offensief en de bezetting door Daesh van hun gebied in Noord-Irak. De meesten vonden een onderkomen in een van de grote vluchtelingenkampen in Bashur (Zuid of Iraaks-Koerdistan). IS beschouwt de Jezidi’s als duivelaanbidders, waardoor ze de meest gruwelijke praktijken moesten ondergaan. Twee jaar geleden heb ik zo’n kamp bezocht nabij de Iraaks-Koerdische stad Khanke met de gekende gruwelverhalen over verkrachtingen, executies en slavernij.

Gebrek aan water en hulpgoederen

Het kamp in el-Hawl wordt gerund door verschillende lokale en internationale organisaties, maar het ziet er armoedig uit. Als ik door het kamp loop klampen talloze mensen me aan om te klagen over het gebrek aan zuiver water. In het medisch centrum staan mensen te drummen voor een medische behandeling of medicatie. Ook hier regent het klachten. Wegens gebrek aan medicatie en medisch materiaal kunnen sommige ziektes niet behandeld worden, zo klinkt. Een vader draagt een kindje van amper 1 jaar op zijn arm dat tekenen van dehydratatie vertoont. Het heeft diarree. Hij wijt het aan het gebrekkig sanitair en het vuile water. Zijn ogen stralen ongerustheid uit. In het kamp staan tientallen vrouwen aan te schuiven aan watercontainers met bidons. Het water is gerantsoeneerd: enkele bidons per familie om de twee dagen. Het is broeierig heet, meer dan 40 graden. In de tenten moet het amper uit te houden zijn. Kamal, de verantwoordelijke van het kamp uit zijn onvrede over de hulporganisaties die veel te traag werken en niet altijd hun beloftes nakomen. Er is een gebrek aan rijst en verse groenten. De vluchtelingen overleven op voedsel uit conserven. De verantwoordelijke van het kamp Kamal wijt het niet alleen aan de lokale en internationale organisaties. Het embargo dat Turkije, de Koerdische Regionale Regering in Iraaks-Koerdistan en het Syrische regime hebben opgelegd zorgt in heel Rojava voor schaarste. “Hoewel de bevolking in Rojava het al heel moeilijk heeft, doen we toch ons best om de vluchtelingen uit Irak te helpen, ook al is dat een internationale en vooral ook Iraakse verantwoordelijkheid”, aldus Kamal.

Nieuwe vluchtelingen door optreden Sjiitische milities

Ik vraag hem of hij niet verwacht dat de vluchtelingen binnenkort terug kunnen keren naar Irak nu de Islamitische Staat zoveel terreinverlies heeft geleden. Kamal: “ik verwacht dat een aantal vluchtelingen binnenkort zal terugkeren. Maar er komen er ook steeds nieuwe bij. Veel van de vluchtelingen zijn soennitische dorpelingen die nu vluchten voor de Sjiitische milities die hen er van verdenken te hebben gecollaboreerd met IS of er zelfs deel van uitgemaakt te hebben. Mensen hebben schrik om opgepakt en ondervraagd te worden. De regering in Bagdad onderneemt niets. In Irak woedt een genadeloze etnisch-religieuze oorlog. Afgelopen week zijn er nog een kleine 3.000 vluchtelingen uit voormalig IS-gebied bijgekomen. Dit kamp is lang nog niet dicht, integendeel.”

Kamal vermoedt er zich onder de vluchtelingen voormalige Daesh-aanhangers bevinden. Vandaar ook dat het kamp goed wordt bewaakt en de bewoners er niet zomaar uit kunnen. “Heb je de honderden auto’s buiten het kamp gezien? Toen er een groep Jezidi’s hier toekwam herkenden enkelen hun voormalige auto die ze ooit hebben achtergelaten. Begrijp je? En toch behandelen we iedereen gelijk, ook als we denken dat ze samengewerkt hebben met de extremisten.”

De plaatselijke autoriteiten en de verantwoordelijken van het kamp proberen er het beste van te maken, zo wordt me verteld. In het kamp zijn de bewoners sinds kort georganiseerd in kleine comités en raden om de problemen te bediscussiëren en samen aan te pakken. Ook voor conflicten bestaat er een apart comité. Er zijn 130 winkeltjes in het kamp en er is een basis aan publieke dienstverlening, wat dus een beetje werk oplevert. Kamal zegt dat het draait, met vallen en opstaan.

Ondertussen lees ik de berichten over Raqqa waar de oorlog fel woedt. Er is een massale vluchtelingenstroom uit voort gekomen die onderkomen zoekt in een kamp in Ain Issa, iets verderop ten noorden. Ik ga er over enkele dagen naartoe. Ik lees berichten over nood aan humanitaire hulp. Terwijl de internationale coalitie dagelijks miljoenen uitgeeft aan de militaire operatie, blijkt ze amper middelen vrij te maken om de humanitaire gevolgen van haar eigen oorlog op te vangen.

Ludo De Brabander (Vrede vzw) trok naar de Democratische Federatie van Noord-Syrië (beter bekend als Rojava), de overwegend Koerdische regio’s in het noorden van Syrië. Hij schreef er verschillende artikels, waaronder het artikel hierboven, die allen te lezen zijn op de website van Vrede vzw

F
E
E
D

B
A
C
K