Het Koerdisch Instituut was bijzonder geschokt door de uiterst gewelddadige aanval van een vijftal  aanhangers van de Turkse president Erdoğan op enkele Koerdische activisten voor de Turkse ambassade vorige week donderdag (30/3/17).
De Turkse man die een Koerdische vrouw levensgevaarlijk verwonde met enkele messteken in haar borst en hals, bleek geen onbekende te zijn. Hij werd geïdentificeerd als de 37-jarige Turkse Brusselaar Mehmet G. Dat deze man een vurige aanhanger is van Erdoğan en campagne voert voor een ‘ja’-stem in het Turkse referendum van 16 april 2017 – dat de president de absolute alleenheerser moet maken – blijkt duidelijk op zijn Facebook-pagina. Hij poseert er onder meer op een foto naast de Turkse president.

Mehmet G. uitte op zijn Facebook-pagina enkele dagen voor de aanval ook een nauwelijks verholen bedreiging tegen de verkiezingswaarnemer van de pro-Koerdische HDP hier in België. De HDP-vertegenwoordiger had zowel de Turkse ambassade als de Belgische politie al gewaarschuwd voor dit groepje extremistische Turken, dat al enkele dagen rondhing voor de ambassade. Volgens Turkse media is Mehmet G. lid van de Ottomaanse Harten, een gewelddadige groepering van Erdoğan-aanhangers.

Mehmet G. rechts op de foto, met bruine leren jas.

Zijn slachtoffer, de 69-jarige Sultan Ogras, is gelukkig buiten levensgevaar. Zij getuigde in een aangrijpend interview in Het Laatste Nieuws over de aanval. De vrouw is een bekende activiste voor een ‘neen’-stem in het referendum. Sultan Ogras, die Turkije moest ontvluchten omwille van haar inzet als Vredesmoeder, blijft ondertussen strijdbaar. “In Turkije heb ik al twee kinderen verloren door het geweld van het regime. Dan is een messteek het minste,” getuigde ze moedig vanaf haar ziekenhuisbed.

De 69-jarige Sultan Ogras werd donderdag 30 maart 2017 neergestoken aan de Turkse ambassade in Brussel.

Het Koerdisch Instituut veroordeelt deze gewelddaad ten strengste en roept alle gemeenschappen hier in België die afkomstig zijn uit Turkije op tot kalmte en dialoog, of het nu Koerden zijn of Turken, Armeniërs, Assyrische christenen, … of één van de vele andere etnisch-religieuze bevolkingsgroepen.

Het Koerdisch Instituut is geschokt door deze gewelddadige aanval, maar helaas niet verrast.

Georkestreerde geweldplegingen tegen pro-Koerdische oppositie

Dergelijke aanvallen vanuit de achterban van de Turkse regeringspartijen AKP en MHP tegen de pro-Koerdische oppositie zijn sinds de laatste twee verkiezingen helaas schering en inslag in Turkije. De gewelddadige aanvallen op kantoren en activisten van de pro-Koerdische Democratische Partij der Volkeren (HDP) en haar regionale zusterpartij Partij van de Democratische Regio’s (DBP) begonnen al  in mei 2015 tijdens de aanloop naar de parlementsverkiezingen van 7 juni. In die periode alleen al werden minsten 120 gewelddadige aanvallen uitgevoerd door extremistische Turkse nationalisten op verschillende kantoren, auto’s en aanhangers van de HDP doorheen het land. In diezelfde periode werden ook enkele bomaanslagen gepleegd tegen de pro-Koerdische partij.

De HDP hield toen al de Turkse regering politiek verantwoordelijk voor de gewelddaden door de continue haatdragende uithalen, valse beschuldigingen en karaktermoorden tegen de partij in zowel de regeringspers als in opjuttende politieke toespraken, waarin de HDP steevast als “terroristisch” wordt omschreven. Ook het uiterst gebrekkige ingrijpen van de Turkse ordediensten tijdens dergelijke aanvallen en het uitblijven van strenge veroordelingen namens de regering, laat staan juridische vervolgingen van de daders van deze racistische aanvallen, doen minimaal een gedoogbeleid van de regering vermoeden. In de aanloop van de herverkiezingen van 1 november 2015 namen dergelijke georkestreerde aanvallen zodanige proporties aan dat de Koerdische politieke beweging spreekt van een “Kristalnacht”. In september 2015 werden in amper twee dagen tijd meer dan 400 aanvallen op HDP-gebouwen en –activisten gerapporteerd, verspreid over heel Turkije.

Foto van het HDP-kantoor in Ankara dat werd aangevallen en in brand gestoken, 8 september 2015.

Het geweld tegen de HDP bereikte een triest dieptepunt met de bomaanslag op een vredesbetoging in Ankara op 10 oktober 2015, dezelfde dag waarop de PKK een zoveelste, door de regering compleet genegeerde, eenzijdige staakt-het-vuren afkondigde om de verkiezingen sereen te laten verlopen. Bij deze zwaarste aanslag ooit in Turkije vielen 103 doden, vooral onder aanhangers van de HDP. De pro-Koerdische partij zag zich op die manier genoodzaakt een maand voor de verkiezingen al haar verkiezingsbijeenkomsten te staken.

Zeer ernstig detail in deze aanslagen, die toegeschreven worden aan aanhangers van de Islamitische Staat, is dat ze hoogstwaarschijnlijk gepleegd werden door dezelfde groep die ook achter de aanslagen zat op HDP-kantoren in Adana en Mersin (18 mei 2015), een verkiezingsbijeenkomst van de HDP in Diyarbakir (5 juni 2015, 4 doden) en de bomaanslag op linkse studenten in Suruç (20 juli 2015, 33 doden), namelijk de zogenaamde Adiyaman-groep (of ‘Dokumacılar’). Eén van de daders van de aanslag in Ankara was de broer van de dader van de aanslag in Suruç.

Hoewel deze groep ruime bekendheid genoot, de veiligheidsdiensten op voorhand wisten dat er een aanslag op til was en zelfs familieleden van enkele daders naar de politie waren gestapt om aan te geven dat zij in Syrië opgeleid waren tot zelfmoordterroristen, vonden de Turkse autoriteiten het blijkbaar niet nodig dat ze gearresteerd werden. Voormalig premier Davutoğlu verklaarde hierover dat deze gevaarlijke zelfmoordterroristen niet gearresteerd konden worden “zolang ze niets gedaan hadden”, wat op hoongelach in de oppositiepers onthaald werd. Heel wrang als je weet dat er momenteel meer dan 40.000 mensen in Turkse gevangenissen zitten op beschuldiging van “terrorisme”, waarvan velen niets anders gedaan hebben dan een kritische stem uiten tegen Erdoğan.

Nog pittiger detail, ook Ibrahim El Bakraoui, één van de daders van de aanslagen in Brussel vorig jaar, behoorde tot dezelfde groep van gekende IS-aanhangers.  Ondertussen blijven de aanvallen op HDP-gebouwen en –activisten gewoon doorgaan, zonder dat de Turkse regering enige moeite getroost om haar aanhang hierin tegen te houden.

Ook in België …

Het Koerdisch Instituut is geschokt door de gewelddadige aanval van donderdag 30 maart 2017, maar helaas niet verrast.

Ook in België zien en zagen we al verschillende malen ernstige vormen van geweldpleging georganiseerd door de achterban van president Erdogans AKP en de MHP (Grijze Wolven). Zo werd ook het Koerdisch Instituut afgelopen herfst nog aangevallen door een menigte van extremistische Turkse nationalisten, die probeerden het Koerdisch Instituut in brand te steken. De geweldplegingen van vorige week zijn helaas geen geïsoleerd gegeven. Enkele dagen geleden werd bijvoorbeeld ook een aan de Islamitische Gülen-beweging gelieerde vzw in Genk het slachtoffer van vandalisme door aanhangers van Erdoğan.

We roepen de Belgische autoriteiten op om deze geweldplegingen zeer ernstig te nemen en deze tenminste in België niet ongestraft te laten. Ook roepen we op om geweldplegingen, racistische beledigingen, bedreigingen en intimidatie te melden aan de bevoegde instanties.

Hayır! Neen! Genoeg!

Dat de kiescampagne voor het referendum onder de huidige noodtoestand niet bepaald eerlijk verloopt, is ondertussen genoegzaam bekend. De HDP- en DBP-top en vele duizenden van haar leden en functionarissen zitten in de gevangenis en zo goed als alle oppositiepers is uitgeschakeld. De oppositie krijgt ondertussen weinig (CHP) of bijna geen (HDP) zendtijd op de staatstelevisie. Ook sociale media zijn aan banden gelegd en grote HDP-verkiezingsbijeenkomsten, zoals in 2015, zijn vandaag onmogelijk gemaakt. Campagnevoeren voor een ‘neen’-stem wordt op allerlei manieren bemoeilijkt. Desondanks heeft Erdoğan nog niet bij voorbaat gewonnen, de opiniepeilingen wijzen op een nek-aan-nek-race tussen het ‘neen’- en het ‘ja’-kamp.

Het Koerdisch Instituut roept daarom tot slot alle stemgerechtigden die nog niet zijn gaan stemmen op om zich niet te laten intimideren en om NEEN (Hayır) te gaan stemmen. Als Erdoğan erin slaagt deze door hem zo gewilde grondwetswijzigingen, waarvoor hij letterlijk over lijken gaat, door te voeren, dan houdt Turkije voor eens en voor altijd op een democratie te zijn. De geplande grondwetswijzigingen zullen Erdoğan dan ongeziene macht geven, zowel op wetgevend, uitvoerend, als op rechterlijk vlak. Voor meer info over de precieze inhoud van de voorziene grondwetswijzigingen verwijzen we naar dit artikel uit The Turkey Analyst.

Stemmen kan nog elke dag tot en met zondag 9 april, telkens vanaf 9u tot 21u, in de Turkse consulaten in Brussel en Antwerpen.

Koerdisch Instituut, Brussel, 4/4/17

F
E
E
D

B
A
C
K