Lezing KU Leuven legt complexe Turkije-EU-relatie bloot

Woensdagavond is op de KU Leuven een gastcollege gehouden over de complexe relatie tussen Turkije en de Europese Unie.

INGE POELEMANS

dirk rochtus c zaman

 

 

 

 

 

 

 

 

De relatie tussen Turkije en de EU krijgt vorm door zowel economisch, politieke als ideologische factoren. Dat werd duidelijk tijdens het dubbele gastcollege aan de KU Leuven dat woensdagavond voor de studenten Politieke Wetenschappen gehouden werd. Dirk Rochtus, professor in Politieke Wetenschappen aan de KU Leuven en auteur van het boek Turbulent Turkije: Europese of Aziatische tijger? (2013), en Mete Öztürk, hoofdredacteur van Zaman België, hielden een boeiend tweeluik over hoe de Turkse mentaliteit in de loop der jaren gegroeid is en het effect van die mentaliteit op de Turkije-EU-relatie.

Rochtus zoemde in op de geschiedkundige achtergrond die Turkije ook vandaag de dag nog kenmerkt, zowel in zijn ideologisch DNA, als in zijn geopolitieke handelingen. Zo sleept Turkije tot op de dag van vandaag nog steeds het ‘Sèvres’-trauma met zich mee. Bij het verdrag van Sèvres in 1920 verloor het Ottomaanse Rijk (1299-1923) door zijn rol in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) grote delen van het Rijk: Syrië en Irak werden onafhankelijke staten en stukken land gingen naar Griekenland en Armenië. Het zou de Turken voorgoed onderdompelen in achterdocht en de angst om opnieuw verdeeld te raken. Ook de huidige machtshebber in Turkije, president Recep Tayyip Erdogan, speelt op die achterdocht in door voortdurend te wijzen naar ”buitenlandse machten die een bedreiging vormen voor Turkije”, zoals Israël, de Verenigde Staten, ”de rente-lobby” en ”de parallelle staat”, die volgens Erdogan samenwerkt met de Israëlische inlichtingendienst Mossad.

Volgens Rochtus was het Mustafa Kemal Atatürk (1881-1938) die erin slaagde de Turken hun zelfvertrouwen terug te geven. Met het Verdrag van Lausanne in 1923 – de geboorteakte van de Turkse Republiek – legde hij niet alleen de fundamenten van het nieuwe Turkije, maar zou hij ook met het kemalisme voorgoed zijn stempel drukken op de staatsideologie. Die moest niet alleen breken met de decadente stijl van het Ottomaanse Rijk, maar ook vorm geven aan de één en ondeelbare staat die Turkije moest worden. Het streven naar homogeniteit legde de basis voor enkele tegenstellingen: zijn laïcisme stond in contrast met de politieke islam, zijn nationalisme met het Koerdisch nationalisme. Niet-moslims werden erkend als minderheid, maar voor andersdenkenden was er weinig ruimte. Een staatscentraal gezag met aan de top een sterke leider zou de komende decennia het model zijn volgens hetwelke Turkije geregeerd werd.

Met de komst van de huidige regeringspartij, de AKP (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling), was het tijd voor iets nieuws. De afkeer van het volk voor de toenmalige machtshebbers liet zich voelen. Het was tijd dat iemand schoon schip (”ak” is Turks voor wit/zuiver) maakte met het wanbeleid van weleer. De AKP brak niet alleen met het strikt gehanteerde laïcisme, maar ook met het kemalistische misprijzen voor het Ottomaanse Rijk. In de beginperiode profileerde de AKP zich als de grote hervormingspartij, die – het pad van de EU volgend – democratische verbeteringen invoerde en de mensenrechten in het land meer vrijwaarde. Toen ze rond 2007 ook omwille van economische welvaart haar populariteit kon hoog houden, verschoof het democratische hervormingsplan, met de daarbij horende interesse voor Europa, naar de achtergrond.

330 jaar

Precies die dubbele houding van de AKP vertaalt zich ook in het moeizame toetredingsproces tot de EU, dat Öztürk in zijn lezing omschrijft als ”een ware Sisifus-arbeid waarbij bij elke stap vooruit, ook meteen een stap achterwaarts wordt gezet”. Turkije zit al sinds 1959 in de wachtkamer om lid te worden van de EU en sinds de onderhandelingen in 2005 van start zijn gegaan, is nog maar één hoofdstuk van de 33 hoofdstukken van het acquis communautaire gesloten. ”Aan dit tempo zou het nog 330 jaar duren eer Turkije effectief lid kan worden”, aldus Öztürk.

Die trein der traagheid wordt lang niet alleen bestuurd door Turkije, maar ook door Europa, zoals de Cypriotische kwestie en de bijhorende blokkering van Cyprus van zes hoofdstukken in de toetredingsonderhandelingen, de politieke onwil van Duitsland en Frankrijk omwille van de toenemende islamofobie en de mislukte uitbereidingsgolf van enkele Oost-Europese landen. Zaken die de twijfel onder Europese leiders over de verdere uitbereiding van de Unie, maar ook het wantrouwen aan Turkse kant, vergrootten. Ook de Turkse bevolking verloor haar enthousiasme voor het Europese project. Daar speelde de politieke elite dan weer handig op in het binnenland stoere taal te spreken over de EU. Intussen houdt ze de banden met Brussel, omwille van economische èn politieke redenen strak.

Maar ook Turkije zelf is als slechte leerling in mensenrechten verantwoordelijk voor de slabakkende relaties. Vooral recente ontwikkelingen tonen dat aan, zoals het hardhandige optreden van de politie tijdens de Gezi-protesten, het grootschalige corruptieschandaal als reactie waarop tienduizenden agenten, rechters, officieren van justitie en andere ambtenaren zijn ontslagen, overgeplaatst of gearresteerd en de politie-inval bij het hoofdgebouw van Zaman. Al die gebeurtenissen zijn scherp veroordeeld door de EU en doen het Turks EU-lidmaatschap verderaf lijken dan ooit.

”Toch heeft Turkije de EU nodig”, stelt Öztürk. Niet alleen omwille van economische belangen of als hulpmiddel om de democratische waarden in Turkije te waarborgen. Maar ook enkel zo kan Turkije ten volle haar rol van brug tussen het Westen en het Midden-Oosten, een rol die ze zich al sinds het einde van de Koude Oorlog (1945-1989) tracht toe te meten, vervullen, aldus Rochtus.
Gepubliceerd door Zaman Vandaag, 13 maart 2015

F
E
E
D

B
A
C
K