Vier maanden geleden had niemand kunnen voorspellen dat de lokale verkiezingen van 30 maart zo spannend zouden worden. Maar op 17 december werd er een geluidsfragment gelekt dat het begin zou worden van een ongezien corruptieschandaal. Nu is de Turkse bevolking wel wat gewend als het gaat om corrupte politici, maar dit keer waren er heel wat belangrijke figuren in de regering Erdogan betrokken, onder andere de minister van leefmilieu en enkele zonen van andere ministers. Sindsdien duiken er in de Turkse media regelmatig nieuwe corruptiescandalen op. Zelfs een van de zonen van Erdogan zou betrokken zijn bij allerlei onfrisse praktijken.

De golf van arrestaties en onthullingen in de media kwam niet uit de lucht vallen. Erdogan ziet er een aanval in van de Hizmet, de beweging van prediker Fethullah Gülen. Gülen, die al sinds 1999 in vrijwillige ballingschap in de VS woont. Het conflict tussen Gülen en Erdogan heeft vele vaders, maar een ervan is de voorzichtige -volgens sommige eerder opportunistische-  opening die Erdogan naar de Koerdische vrijheidsbeweging heeft gemaakt.

Om toe te zien op een eerlijk verloop nodigde de BDP een groep internationale waarnemers uit. De BDP, de Partij voor Vrede en Democratie is veruit de grootste Koerdische partij en wordt gezien als politiek verwant met de PKK. Ik word ingedeeld in de groep die richting Cermik vertrekt, een stad op ongeveer negentig kilometer van Diyarbakir. Het is een van de twee regio’s in de provincie die vorige verkiezingen voor de AKP koos, dus het belooft spannend te worden.

De avond voor de grote dag brieft Ahmed Karaçoy, vorige keer nog kandidaat voor de BDP, ons over de vuile trucs die bij de vorige verkiezingen werden gebruikt. Dode mensen laten stemmen, op voorhand ingevuld stembiljetten, intimidatie door het leger,… erg netjes klinkt het niet. Op onze hoede zijn is de boodschap, al verwacht hij dat de verkiezingen deze keer eerlijker zullen verlopen. Alleen in de dorpen op het platteland rond Cermik verwacht hij problemen.

Wapens in het stemlokaal

Als we de volgende ochtend richting Miyala, een van de dorpen, rijden is het al prijs. Een auto die ons kruist komt net van het dorp. Het zijn de waarnemers van de BDP, blijkbaar zijn ze net weggestuurd uit het stemlokaal. Als we in Miyala aankomen botsen we op een militair voertuig en een twintigtal soldaten, de wapens in de hand. Het lijkt eerder oorlog dan verkiezingen. Ze zijn niet echt opgetogen ons te zien, we mogen er niet door.

Na wat onvriendelijkheden lukt het toch het stemlokaal binnen te geraken. Daar treffen we nog meer militairen. Het hoofd van het stemlokaal eist onze papieren en een van de commissieleden maakt ons duidelijk de ‘de mensen ons hier niet willen’. We blijven even, maar er dagen geen kiezers meer op. Dat kan natuurlijk ook te maken hebben met de soldaten voor de deur. Opkrassen dan maar. Meer dan rapporteren kunnen we niet.

In de volgende dorpen is de situatie duidelijk beter en verloopt alles min of meer volgens het boekje. Wel is op sommige plekken de Korucular aanwezig, de paramilitaire dorpswachters die door  de Turkse overheid betaald worden om tegen de PKK te vechten. Ook in het centrum van Cermik gaat het er ordelijk aan toe. Maar de hele dag blijven er berichten binnen lopen van onregelmatigheden elders. Stoomonderbrekingen, vechtpartijen,… Als de eerste resultaten binnenlopen wordt het nog vreemder. Op de Turkse zenders wint de AKP in Koerdistan, op de Koerdische zenders de BDP. Pas de volgende dag wordt duidelijk dat de BDP het best goed gedaan heeft, terwijl de AKP de grote winnaar is in de rest van Turkije.

En nu?

Het is te vroeg om conclusies te trekken uit de resultaten, maar het lijkt erop dat beide partijen in het vredesproces, de AKP en de BDP, hun positie versterkt hebben. Dat zou goed nieuws kunnen zijn voor de Koerden. Want behalve dat de wapens zwijgen en op een paar symbolische toegevingen na blijft de situatie in Turks Koerdistan onzeker.

De brief van Öcalan vorig jaar op Newroz, het Koerdisch nieuwjaar, markeert het begin van het vredesproces, hoewel er voordien ook al onderhandeld werd. Öcalan, die nog altijd gevangen zit op het eiland Imrali, riep de PKK op om hun militanten terug te trekken uit Turkije richting Noord-Irak. Erdogan van zijn kant richtte een commissie op van ‘wijze mannen’ met als doel de publieke opinie te laten wennen aan het idee van onderhandelingen. Maar daarna werd het stil.

Seydi Firat is een van de leden van het Democratic Society Congress. De organisatie overkoepelt de politieke partijen en sociale organisaties en functioneert als een soort Koerdisch schaduwparlement. Ook hij vindt dat het tijd is voor duidelijkheid. “Hoe het zit met het vredesproces? Dat is moeilijk in te schatten. In het begin had de hoop de bovenhand. De Koerdische vrijheidsbeweging werd bevestigd in haar rol en het leek erop dat ook internationale organisaties zich zouden engageren in het proces. Maar nu heest onduidelijkheid.”

“De uitkomst van het conflict tussen Gülen en Erdogan zal zeker een belangrijke invloed hebben. Maar daar spelen ook buitenlandse belangen. We blijven hoopvol, maar de politieke situatie in heel Turkije is echt onvoorspelbaar momenteel. Heel het Midden-Oosten is in beweging, zeker de gebeurtenissen in Syrië spelen sterk. De laatste tijd lijkt er maar weinig te bewegen als het gaat over Koerdistan. Wel leeft het gevoel dat de Turkse overheid haar engagement niet nakomt. Ze zijn er alleszins niet mee bezig.”

Tijd voor duidelijkheid

Een van de redenen dat het vredesproces stil ligt zijn volgens Firat de verkiezingen van 30 maart. Electoraal gezien is het weinig interessant toegevingen te doen vlak voor de bevolking naar de stembus trekt. Verwacht Firat nieuwe stappen na 30 maart? “Misschien. Het zou een belangrijke stap zijn als de Turkse overheid klaar en duidelijk aan de publieke opinie stelt dat er onderhandeld wordt. Wie met wie spreekt en waarover. De publieke opinie in dit land volgt sterk wat de regering en de overmachtssituaties voorschrijven, daarom dat een helder standpunt nodig is. Niet iedereen is hier klaar voor, maar het is nodig de juiste atmosfeer te scheppen. Dat zal moeilijk zijn, maar voorbeelden zoals Noord-Ierland tonen dat het kan. Er is geen ander alternatief dan aandringen op vrede. Zelfs als dit proces faalt zullen wij Koerden blijven streven naar een vreedzame oplossing.”

Mocht er in de toekomst een oplossing voor de Koerdische kwestie in Turkije uit de bus komen, zijn de Koerden klaar om hun autonomie in te vullen? Niet de juiste vraag, zo blijkt. “Natuurlijk zijn we klaar voor autonomie. De instituties zijn er. Maar de aanname achter deze vraagt is verkeerd. Ze wordt ons al te vaak gesteld door de Turkse overheid en opiniemakers, met als uitgangspunt dat we dat niet zijn. De juiste vraag is of de Turkse staat klaar is om haar macht en autoriteit te delen, of Turkije klaar is om een meer democratisch land te worden. Die beslissing ligt in hun handen. Ik ben een beetje allergisch aan deze vraag. Het is dezelfde vraag die Europa stelde toen haar kolonies om onafhankelijkheid vroegen. Ze verraadt een koloniale mentaliteit.”

Toon Lambrechts is freelance journalist voor onder meer Mo*, Knack en De Koerden.

F
E
E
D

B
A
C
K