Beste vrienden, dames en heren,
Van harte heet ik u welkom op de voorstelling van het boek “ In de voetsporen van Maurits Coppieters”, geschreven door Karel Van Reeth, waarin de steuninitiatieven van velen onder u aan het Koerdische volk beschreven staan.
Het boek is uitgegeven door het Koerdisch Instituut te Brussel en het Centrum Maurits Coppieters.
Vanuit het diepst van mijn hart wil ik iedereen bedanken die iets groots of iets kleins gedaan heeft voor de vrijheidsstrijd die de Koerden al een eeuw voeren.
Toen ik in België aankwam, belandde ik in Leuven, waar ik na zes maanden wachten mezelf kon inschrijven voor een opleiding over de Nederlandse taal.
Langs de andere kant zocht ik de Koerden die bereid waren om op te komen voor hun Koerdische identiteit. Mijn doel was een vereniging van Koerden uit de grond te stampen. In die tijd was het gevaarlijk zich Koerd te noemen, opkomen voor de rechten van de Koerden was nog gevaarlijker, maar iedereen die mij kent weet dat ik een koppige persoon ben en ik werkte door om een verenging op te kunnen richten.
In 1978 richten we TEKOSER op, de Koerdische Arbeiders en Studentengemeenschap in België.
In Koerdistan zelf gebeurden tal van gruwelijkheden. Massamoorden op de Koerden en andere etnisch-religieuze minderheden, o.a. de Armeniërs en de Assyriërs. Deze werden uitgevoerd in Irak, Turkije, Iran en in Syrië.
Ondertussen leerde ik Willy Kuijpers kennen. Niet alleen zijn werkbureau in het parlement, maar ook zijn huis stond open voor de Koerden. Lieve, zijn echtgenote, heeft veel keren de tafel moeten dekken voor ons, de koerden die niet wisten ophouden met het vragen van politieke steun.
Op een bepaald moment gingen de Turkse moordeenheden de Syrische grens over en slachten er de 12 Koerdische politieke leiders af die hun land uit gevlucht waren.
Op een of andere manier vond ik een manier om tot Jaak Vandemeulebroucke, Europarlementslid van de toenmalige VU, te geraken. Omdat het toen gemakkelijker was om toegang te krijgen tot het parlement, ging ik wekelijks tot aan de deur van zijn bureau, waar ook Herman Verheirstraeten en Claudine, zijn twee assistenten, werkten. Zo vaak zal ik daar geweest zijn, dat hij op de vraag waarom hij zoveel bezig was met de Koerdische zaak, antwoordde: “Ja, wat zou jij doen als Derwich twee á drie keer per week aan je deur staat?”
Tot op de dag van vandaag zijn we verder blijven werken in dit land. Ik heb België hoe langer, hoe meer leren kennen. Ik leerde over de Vlaamse taalstrijd en dat de Vlamingen zich iets meer betrokken voelen bij het vrijheidsstreven van de Basken, Galliciërs, Bretoenen, Corsicanen, Elzassers, Frans Vlamingen, Occitaniërs, Catalanen, Noord-Ieren, Schotten, Welshmen, enz… in Europa en met de Koerden, Armeniërs, Assyriër, enz.. in het Midden Oosten. Dat boeide mij en bracht me in contact met meer en meer politici, ngo’s en sociaal-culturele organisaties.
Ik kan u niet iedereen noemen met wie wij samengewerkt hebben. Het wordt een heel lange lijst, maar toch wil ik sommige van hen noemen en mijn dank betuigen aan hen en iedere andere die ik niet noem.
Allereerst wil ik Maurits Coppieters in herinnering brengen. Ik heb hem persoonlijk niet gekend, maar ik ben te weten gekomen dat hij al in 1975 Dr. Ismet Cherif Wanly, een doctoraatstudent uit Lausanne, uitgenodigd heeft als gastspreker op het VUJO – congres. Gedurende zijn verblijf in Vlaanderen logeerde Dr. Wanly bij Willy Kuijpers en Lieve Devijver, waar de geur van zijn sigaretten nog altijd hangt. Ik kende hem goed, hij was een kettingroker.
Ik herinner me ook dat Maurits Coppieters samen met enkele andere Vlamingen; o.a. André Monteyne, Willy Kuijpers en Lode Van Loock een werkgroep wilden oprichten om de Koerdische strijd vanuit Vlaanderen te helpen.
Het Koerdisch instituut leerde ook andere vrienden kennen:
Hugo Van Rompaey, die bekend werd met zijn bijnaam “Hugo De Koerd”, ondertussen schrijver van een zevental boeken over de Koerden, Jan Béghin, nog steeds voorzitter van de Interparlemtaire Werkgroep Koerden, Elke Tindemans, die jarenlang gezorgd heeft voor de vergaderingen van de IPWK in het parlement, Beert Anciaux, die altijd klaar heeft gestaan voor de Koerden en die als minister van cultuur enkele zeer goede projecten heeft laten uitvoeren en dan mag ik zeker de volgende personen niet vergeten te bedanken: Lionel Vandenberghe, Nelly Maes, Bart Staes, Frieda brepoels, Elke Tindemans, Adelheid Byttebier, Fons Boggignon, Ingeborg Demeulemester, Sven Gatz, Leen Laenens, Geert Lambert, Jan Loones, Michiel Maertens, Peter Luykx, Jef Sleeckx, Paul Pataer, Erika Thijs, Jef Ulburghs, Dirk Van Der Maelen, Kris Van Dijck, An Van Lancker, Hugo VanDienderen, Karl Vanlouwe, Lode Van Oost, Freddy Willems, Vincent Vn Quickenborne, Hilde Vautmans, Matthias Diependaele, Mark Demesmaeker en al hun medewerkers, assistenten en vrienden, etc..
Al deze mensen en andere die ik niet genoemd heb, hebben ons in onze strijd geholpen waarvoor mijn grote dank.
Beste vrienden, de Koerden hebben het moeilijk, niet alleen in hun eigen land, waar de onderdrukking barbaars is. Het is een volk dat nog steeds moet leven met een taal die in het onderwijs verboden is, maar ook in Europa en elders in de wereld. Reden hiervoor is dat de autoritaire staten welke Koerdistan onder elkaar verdeeld hebben met de steun van het westen, een zeer harde lobbycampagne voeren tegen de Koerden.
– Die landen slachten de Koerden massaal, vergiftigen hen met gifgas, denk maar aan Halabja in Irak, de grensstreken van Noord Koerdistan waarbij honderden vrijheidsstrijders van de PKK sneuvelden in Turkije,.. Nog steeds massale executies van de Koerden door Iraanse autoriteiten en de gruwelijke praktijken van het regime in Syrië,..
– En wat doen de Europese autoriteiten? De Koerdische vrijheidsbeweging die de PKK voert wordt op de lijst van de terroristische organisatie gezet!
– Politionele operaties worden uitgevoerd tegen de Koerdische organisaties en vooraanstaande politiekers, denk maar aan Spoetnikoperaties enkele jaren geleden tegen MED TV, ROJ TV en KNK,..
– In het hart van Europa worden de Koerdische politiekers uitgemoord, denk maar aan de drie Koerdische vrouwen in Parijs een jaar geleden, het is ondertussen bekend dat de dader bevelen kreeg van de MIT van de Turkse staat,.. en het schijnt dat de moordwapens gekocht zijn in Brussel, meer bepaald uit Molenbeek.
– En dat de Koerdische vrijheidsactivisten en mensenrechtenverdedigers nu nog steeds heel erg vervolgd worden door de veiligheidsdiensten van de Europese landen,..
Toch kan ik zeggen dat we in de laatste veertig jaar heel wat bereikt hebben.
In het federale Irak hebben we nu het KRG (Kurdistan Regional Government) de helft in eigen handen. Ik hoop ook dat de andere helft ooit in de Koerdische handen komt.
In Syrië hebben we nu drie kantons die onder de naam Rojava hun eigen lot in handen nemen en samen met andere minderheden het voorbeeld van democratie vormen.
Geloof me ook dat in Noord en Oost Koerdistan, met andere woorden in Turkije en in Iran zeer binnenkort gaan zorgen voor een democratisch bestaan.
Beste vrienden, we blijven onze strijd voor een menselijk leven voeren, samen met u, tot we een echte democratie daar en ook de rest van de regio waarmaken. De gerechtigheid moet komen.
Ik dank u.

F
E
E
D

B
A
C
K