VERSLAG  in het kort

I. IDENTIFICATIE

Conferentie ‘Toetredingsproces EU-Turkije: een stand van zaken’

Koerdisch Instituut vzw
Bonneelsstraat 16
1210   Brussel
Verantwoordelijke:  Derwich M. FERHO, Voorzitter

Contactpersoon:
Lieve Driesen
Tel.: 02 230 89 30
E-mail: [email protected]

II. BESCHRIJVING INITIATIEF

Het Koerdisch Instituut te Brussel heeft op 2 oktober 2008 in samenwerking met senator Geert Lambert (VlaamsProgressieven) de Internparlementaire Werkgroep Koerden, Vrede vzw, het Koerdisch Nationaal Congres en met de steun van 11.11.11, de conferentie ‘Toetredingsproces EU-Turkije: een stand van zaken’ georganiseerd in de Congreszaal van het Huis der Parlementsleden (Leuvenseweg 21 – 1008 Brussel). 

Doel van dit initiatief: Drie jaar na de start van de EU-toetredingsgesprekken met Turkije wilden wij tijdens deze conferentie het woord geven aan Belgische en Turkse/Koerdische politici en experts waar zij hun visie konden geven op het voortgangproces, meer specifiek betreffende de politieke toetredingscriteria, de zgn. Criteria van Kopenhagen, en vooral de huidige situatie van de mensen- en volkerenrechten in Turkije en over het toetredingsproces van Turkije tot de Europese Unie.

Thematisch hebben wij gefocust op drie verschillende thema’s:
– het toetredingsproces van Turkije tot de EU
– het respect van de mensenrechten in Turkije
– de Koerdische kwestie in Turkije

Hieronder geef ik een korte samenvatting van het verslag van onze conferentie:

De betrekkingen tussen Turkije en de EU werden behandeld door Europarlementslid Bart Staes (Groen!). Een samenvatting: Hij stelde dat het tempo van de hervormingen in Turkije sinds 2005 serieus is afgezwakt. De Turkse regering lijkt vooral die hervormingen door te voeren die het zelf graag heeft en men steekt niet meer te veel energie in de agenda van de EU op zich. Ook stipte hij aan dat het draagvlak voor een Turks lidmaatschap zowel in de EU als in Turkije is afgenomen. Zo stellen de Duitse, Franse en ook Belgische regering dat er eerst institutionele hervormingen moeten komen vooraleer de EU opnieuw kan uitbreiden. Ook zijn leiders als de Franse president Sarkozy en de Duitse kanselier Merkel geen grote supporter van een mogelijke toetreding van Turkije. In het voortgangsrapport van november 2007 liet de Europese Commissie vooral blijken dat zij zich grote zorgen maakt over de noodzakelijke democratische hervormingen in Turkije. Daarom heeft de EU besloten om de onderhandelingen over een aantal hoofdstukken (beleidsterreinen) op te schorten. In totaal zijn er nu 12 van de 34 hoofdstukken geblokkeerd. De zeven hoofdstukken waarover al wel wordt onderhandeld hebben, zoals te verwachten, dan weer vooral te maken met economie.
Momenteel zijn de verwachtingen inzake een Turkse toetreding niet hooggespannen. Volgens Eurocommisaris voor de Uitbreiding Olli Rehn zal Turkije pas binnen 10 à 15 jaar kunnen toetreden. Persoonlijk is hij de mening toegedaan dat Turkije moet kunnen toetreden indien het voldoet aan de voorwaarden en indien het naleeft wat het heeft beloofd. Indien Turkije zich zal richten naar andere werelddelen, zal het ongetwijfeld niet meer aangespoord worden om de nodige veranderingen inzake mensen- en volkerenrechten door te voeren. Volgens Bart Staes is een EU-toetreding van Turkije dan ook ongetwijfeld een goede zaak voor de Koerden.

Vervolgens gaf prof. Dr. Dirk Rochtus, politicoloog aan de Lessius Hogeschool en de KU Leuven, een analyse van de huidige politieke situatie in Turkije. Een samenvatting: Sinds honderd jaar promoot de Turkse staat twee ideologieën: een radicaal secularisme en een assimilerend nationalisme. Dat betekende voor de kemalisten het aanbinden van de strijd zowel met die krachten die de religie in de samenleving een grotere plaats wilden geven als met die etnische groep die te groot was om als ‘minderheid’ opgezwolgen te worden. Deze twee ideologische projecten staan nu weer onder druk: het Koerdisch nationalisme dat ze maar niet kunnen onderdrukken enerzijds en anderzijds kunnen ze de opmars van de religieus gezinde krachten (bv. succes van Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling – AKP) maar niet stuiten.
Behalve de oude ideologische tegenstelling seculier-islamitisch, is er nu één bijgekomen tussen de oude kemalistische klasse en een nieuwe kleinsteedse, religieus geïnspireerde middenstandklasse, de ‘Anatolische tijgers’.
Men stelt zich nu, met een islamitische president en regering, de vraag of Turkije de weg op gaat van sluipende islamisering. De regeringspartij AKP is immers economisch wel modern maar maatschappelijk toch niet zo vooruitstrevend. Door haar enorme verkiezingsoverwinning in juli 2007 zijn vele mensen geneigd om de ogen te sluiten voor de consequenties die besloten liggen in het maatschappelijk programma van de AKP. Wellicht zal Ankara echter nooit een anti-Westerse toer opgaan. Toch is het niet uitgesloten dat de Turkse maatschappij onder impuls van de AKP meer conservatief en vrouwonvriendelijk zal worden. Wat we in elk geval kunnen leren uit de laatste verkiezingsuitslag is dat de kiezer de generaals op hun plaats hebben gezet.
Hiermee is het tweede gevoelige thema van de Turkse maatschappij – de Koerdische kwestie – echter nog niet van de baan. Kijken we maar naar het straatgeweld waarvan christenen en Koerden de laatste jaren slachtoffer werden.
Een andere opvallende tendens is dat Turkije in een soort ‘rechtersrepubliek’ is terechtgekomen. Zo annuleerde het Grondwettelijk Hof in juni 2008 de amendementen van de regeringspartij die studentes het dragen van de hoofddoek op de campus mogelijk had moeten maken. Dit bleek ook al uit het geding dat procureur Yalcinkaya in maart 2008 had aangespannen tegen de AKP als ‘centrum van anti-laïcistische drijfveren’. Nu richt justitie zijn pijlen tegen de nationalistische Koerdische Partij voor een Democratische Samenleving (DTP). De internationale verontwaardiging die de AKP destijds heeft gered – een regeringspartij verbieden, hoe surrealistisch! – blijft nu echter uit.
Indien Turkije lid wil worden van de Europese Unie, zal het toch meer oog moeten hebben voor religieuze en culturele pluriformiteit. Het lijkt er alvast op dat de AKP hiervoor iets gevoeliger is. Wat echter telt is de institutionele realiteit. Wanneer we die onder de loep nemen, zien we dat Turkije ondanks zijn hameren op de multiculturele samenstelling van zijn bevolking een staat is die de homogeniteit van diezelfde bevolking nastreeft. Wie echter lid wil worden van de EU, moet met dat Europese verhaal van aandacht en respect voor de minderheden meegaan. Doordat Turkije geen oog heeft naar de Koerdische verzuchtingen, graven de Turkse staatsnationalisten het graf van de staat die hen zo dierbaar is.

Daarna hebben we het woord gegeven aan Abdullah Demirbas, een Koerdische politicus, ex-burgemeester en lid van de nationalistische Koerdische Partij voor een Democratische Samenleving (DTP). Hij zou ons kort een stand van zaken geven van de Koerdische kwestie in Turkije. Een samenvatting: Alhoewel de totalitaire regimes in Europa na de Tweede Wereldoorlog ontbonden werden en vervangen werden door pluralistische, participatieve en democratische regimes, bleef Turkije haar totalitair regime voortzetten. Hierdoor negeerde Turkije het Koerdische volk dat een belangrijk deel uitmaakt van de bevolking van Turkije en ontkende haar identiteit.
Structureel proberen de Turkse autoriteiten de eisen van de Koerden, die strijden voor hun universele en democratische rechten, door het gebruik van militaire methodes onder controle te houden. Na jarenlange sardonische maatregelen tegen de Koerdische bevolking is het toch niet verwonderlijk dat men tegen de regering in opstand komt. In 1984 zag een groepering onder het Koerdische volk het licht die op een radicale manier de Koerdische regio opeiste. Ze organiseerden zich als de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK) om hun droom van een onafhankelijk Koerdistan te realiseren. Zou u als Koerd deze groepering ook niet steunen of u toch tenminste aangetrokken voelen tot hen?
In de jaren negentig slaagden de Koerden erin om een nationaal bewustzijn te creëren die op een democratische manier vertegenwoordigd werd in de politieke arena. De Koerden werden zich meer politiek bewust, eisten de erkenning van hun identiteit op en hadden pluralistische, participatieve en universele democratische ideeën over bepaalde actuele kwesties. De verkozenen gingen in het parlement en in de gemeentebesturen op zoek naar een luisterend oor maar de mening van de totalitaire leiders bleef onveranderlijk en bleef een barrière om tot een oplossing te komen voor de Koerdische kwestie.
Voor de oplossing van de Koerdische kwestie pleiten wij voor een democratische transformatie en een civiel democratisch proces. De sociale, culturele en politieke rechten zijn essentieel en moeten zonder enig voorbehoud gerespecteerd worden. Het is ook noodzakelijk om de voorwaarden te scheppen voor een onvoorwaardelijke amnestie voor de strijders van de PKK. Daarnaast zijn we ervan overtuigd dat het spreken van de moedertaal en het gebruik ervan in het onderwijs onmisbare mensenrechten zijn. In deze context zal een oplossing voor de Koerdische kwestie gemakkelijker gevonden worden indien we het EU-perspectief behouden.

Na de pauze nam Orhan Miroglu, Koerdische schrijver en politicus het woord. In het programma was voorzien dat hij zou spreken over de rol van het leger en de ‘diepe staat’ in Turkije. Hij zou echter vooral spreken over de Koerdische kwestie in Turkije. Een samenvatting: We zien dat de steun van de Turkse bevolking voor een EU-toetreding aan het afnemen is. Van 80 tot 90% is dat in enkele jaren gezakt tot 40 à 50%.
Vandaag zijn de kemalisten in Turkije invloed aan het verliezen. De Turkse regering is bezig met het uitschrijven van een nieuw nationaal programma dat ‘democratie’ zou moeten voortbrengen. In de praktijk stel ik vast dat er geen sprake is van een verdere democratisering, de Koerden hebben geen nieuwe status verworven. Men spreekt nu over de oprichting van een nieuwe staatszender die in het Koerdisch zou uitzenden. Wat dit precies zal inhouden, is volledig onduidelijk. De Turkse regering treedt hierover niet in dialoog met de betreffende doelgroep. Het verloopt allemaal erg bureaucratisch. Persoonlijk ben ik al enkele keren veroordeeld omdat ik geen Turks sprak maar Koerdisch.
Ik vrees dat de lokale verkiezingen in maart 2009, zoals de vorige keren, ook nu oneerlijk zal verlopen voor de Koerden. De regeringspartij AKP is veranderd in een stemmachine. Ze doen er alles aan om zoveel mogelijk stemmen te halen. Daarnaast voert Turkije operaties uit tegen de PKK op een grondgebied waarover zij geen enkele soevereiniteit hebben. Alle drie de partijen – de AKP, MHP en CHP -zijn het er bovendien over eens.
Zolang Turkije echter onderdrukt, de identiteit ontkend en miskend, zullen bepaalde groepen in de Turkse samenleving geen andere mogelijkheid hebben dan het gewapend verzet. Zo worden Koerdische partijen, zoals vandaag de DTP, verboden.
Het Koerdische vraagstuk is een grensoverschrijdend vraagstuk. Militaire oplossingen bieden geen perspectief.

De laatste spreker van de dag was Muharrem Erbey, advocaat en actief voor de Turkse mensenrechtenvereniging IHD. Hij zou een lezing geven over het respect van de mensenrechten van de Koerden in Turkije. Een samenvatting: Wanneer we de rapporten van internationale mensenrechtenorganisaties over Turkije bekijken, zien we dat er in Turkije sprake is van een grootschalig ondermijnen van de mensenrechten. Op het gebied van het strafrecht werd artikel 301 en de terrorismewetgeving aangepast, en niet zoals was gevraagd volledig afgeschaft. Integendeel. De antiterrorismewetging werd nog verder aangescherpt.
Wanneer we de rapporten van de verschillende lokale afdelingen van IHD bekijken, constateren we dat de mensenrechtenschendingen de laatste jaren opnieuw zijn toegenomen. Het is dan ook niet te verwonderen dat Turkije het land is dat na Rusland het meest wordt aangeklaagd voor mensenrechtenschendingen in het Europees Hof.
We zien dat 80% van de mensenrechtenschendingen voortkomen uit het intolerant beleid in het kader van het Koerdische vraagstuk. Zo zien we dat de mensenrechten in het kader van de opgevoerde militaire operaties tegen de PKK op grote schaal worden geschonden. Het wordt families van omgekomen strijders bemoeilijkt hun overleden familieleden te begraven. De integriteit van de lijken van de guerrillero’s wordt geschonden (onthoofdingen, ledematen worden afgesneden, enz.). We noteren ook problemen met het bezoekrecht van familieleden aan gevangenen. Zo mag er geen Koerdisch worden gesproken of geschreven. Voor tolken moet men veel betalen. Dan is er nog het probleem dat men geen recht heeft op onderwijs in de moedertaal. Kijken we ook maar naar het geval van de ontslagen burgemeester Abdullah Demirbas omdat hij de gemeentelijke diensten in verschillende talen wilde verlenen.
Ook de rechten van vrouwen worden veelvuldig geschonden: geweld, verkrachtingen enz.
Persoonlijk heb ik momenteel maar weinig redenen om te hopen op een betere wereld. De situatie gaat er op achteruit. Toch zullen wij ons blijven inzetten voor een wereld zonder mensenrechtenschendingen.

Na een discussie met de zaal volgde dan een debat over het thema ‘Kan Turkije toetreden tot de EU? En zo ja, op welke voorwaarden? Het debat werd gemodereerd door Ludo De Brabander (vrede vzw) en had als deelnemers: Dirk Van der Maelen (Volksvertegenwoordiger sp.a), Frieda Brepoels (Europarlementslid N-VA), Elke Tindemans (senatrice CD&V), Dogan Özgüden (Stichting Info-Turk) en Ahmet Dere (Nationaal Congres van Koerdistan – KNK). Hilde Vautmans (Open VLD) was voorzien als deelnemers aan het debat maar moest zich jammer genoeg verontschuldigen wegens ziekte.
De eerste vraag aan alle panelleden: Kan Turkije toetreden tot de EU? Hierop was het antwoord van:
1. Dirk Van der Maelen: "Ja. De EU is geen christelijk avondland maar een politiek project dat geleid wordt door principes als menselijke waardigheid, vrijheid, rechtsstaat. Het uitzicht op EU-lidmaatschap van Turkije moet de motor zijn van een hervormingsproces in Turkije naar een democratische staat. Onze positionering is dat Turkije lid kan worden op bepaalde voorwaarden, met name de vier criteria die zijn opgenomen in Kopenhagen en Madrid. Dat zijn de economische criteria, de politieke criteria (het aanvaarden, naleven en implementeren van het acquis communautaire en de voorwaarden die door de EU aan Turkije zijn opgelegd) en de hervormingen van de Europese instellingen. Dit laatste is het debat over de al dan niet absorptiecapaciteit van de EU. Als overtuigde federalisten stellen wij dat de instellingen best hervormd kunnen worden vooraleer de Unie kan uitgebreid worden met Turkije. Turkije kan voor ons lid worden van de EU op voorwaarde dat de kwestie Cyprus wordt opgelost en dat Turkije álle minderheden respecteert. Bovendien vindt onze partij dat Turkije ook niet voldoende vooruitgang heeft gemaakt. Het moet echter duidelijk zijn dat er geen bijkomende voorwaarden kunnen worden gesteld. Wat wel fair zou zijn is zeggen aan Turkije dat zij lid kunnen worden van de EU indien zij de voorwaarden van Kopenhagen en Madrid realiseren."
2. Dogan Özgüden:  "Ik vind het schandalig dat de EU onderhandelingen begint met een land waar op een dergelijke grote schaal de mensenrechten worden geschonden en vind dat de onderhandelingen stopgezet moeten worden".
3. Frieda Brepoels: De problematiek van de absorptiecapaciteit maakt wel degelijk deel uit van de Criteria van Kopenhagen. Men moet zich de vraag stellen of de EU de uitbreidingen wel aankan en in hoeverre. Dit heeft veel te maken met de organisatie van de EU, de financiën, en met de finaliteit van de EU. Willen wij een hechtere Unie, een echte politieke Unie worden of willen wij een economisch samenwerkingsverband zijn? Turkije is het grootste land met de meeste inwoners. Met de instellingen die we nu kennen, kunnen we Turkije dan niet te gemakkelijk aan de kant schuiven. Ik geloof dat de Koerdische kwestie absoluut niet opgelost zou worden met de toetreding van Turkije tot de EU. In het voortgangsrapport wordt enkel gesproken over minderheden en niet over de Koerdische kwestie an sich. In het toetredingsproces is er geen enkele eis die te maken heeft met de Koerdische kwestie. Ook al zullen alle toetredingshoofdstukken worden geopend, dan nog zal de Koerdische kwestie niet zijn opgelost.
4. Elke Tindemans: Vooraf wil ik zeggen dat ik hier mijn visie vertolk en dat dit misschien soms niet helemaal overeenkomt met het partijstandpunt. De meeste christen-democraten zijn categoriek tegen een Turkse EU-toetreding. Het is belangrijk dat Turkije eerst en vooral aan de voorwaarden voldoet waar de EU echt voor staat.
5. Ahmet Dere: Wij willen dat Turkije lid wordt van de EU maar Turkije accepteert de criteria van Kopenhagen niet en respecteert de Koerdische identiteit niet.

Ludo De Brabander: Naast het formele is er ook het informele debat. Sommige landen binnen de EU, zoals het Duitsland van Merkel en Frankrijk van Sarkozy, willen Turkije er gewoon niet bij, ongeacht of het aan de criteria voldoet.
1. Frieda Brepoels: Natuurlijk zijn er wel landen die voorstander zijn van het toetredingsproces alhoewel ik een enorme evolutie zie in het Europees Parlement, de afgelopen drie jaar. Vooral omdat men ook ziet dat er in Turkije ook weinig of geen inspanningen worden gedaan en zelfs op een bepaald ogenblik misschien een andere agenda gehanteerd wordt. Als je aanvaardt als land als Turkije om die toetredingsonderhandelingen te starten dan kan het toch niet zijn dat je op hetzelfde ogenblik het Ankara protocol, dat te maken heeft met het verlenen van toegang tot het grondgebied van alle lidstaten, dat je dat gewoon niet ratificeert en niet uitvoert. Voor wat de NV-A betreft kan Turkije geen lid worden van de EU. We willen een heel geprivilegieerd partnerschap afsluiten met Turkije. We kunnen de opname van een land als Turkije gewoon niet aan: niet financieel, niet organisatorisch, zelfs niet op het ogenblik dat zij voldoen aan alle criteria. Ik denk dat wij in eerste instantie verantwoordelijkheid dragen voor onze eigen burgers. En dan kunnen we pas het debat aangaan over wie er echt lid kan worden en voor welke landen we andere partnerschappen voorzien.
2. Dirk Van der Maelen: Wat ons betreft kan Turkije bij de EU komen. Wij vragen ons af indien het uitzicht van Turkije op een lidmaatschap er niet zou zijn, of het er dan in zou zitten dat de positie van de minderheden in Turkije op korte, middellange en misschien zelfs lange termijn zou verbeteren. Wij vrezen dat de krachtsverhoudingen binnen de Turkse staat van die aard zijn, dat er daar geen verbeteringen te verwachten zijn. Daarom zeggen wij: Laat ons het uitzicht van Turkije op een EU-lidmaatschap gebruiken als een hefboom om onder meer de rechten van de minderheidsgroepen te verbeteren. Frieda Brepoels heeft zonet gezegd: Als we naar die onderhandelingen kijken, zit er niks in of weinig in met betrekking tot de Koerdische kwestie. Ik betwist dat! Ik heb voor de voorbereiding van dit debat wat documenten nagevlooid en ik heb de speech van de toenmalige Sloveense voorzitter van de EU gelezen van 17 juni 2008. Hij zei dat de EU van oordeel is dat er onvoldoende vooruitgang is geboekt op een aantal vlakken waaronder op het vlak van de mensenrechten die in het zuidoosten nog veelvuldig worden geschonden. Ik weet echter dat sommigen niet willen dat Turkije lid wordt van de EU. De EVP in het Europees parlement wil dat niet omdat ze van oordeel zijn dat de EU een christelijke club is die niet openstaat voor andere geloofsgroepen.

Ludo De Brabander: Uit enquêtes blijkt dat de meerderheid van de Europese bevolking geen voorstander is van een toetreding van Turkije tot de EU. Het gaat hier over cijfers van 65% tot zelfs 70%. Kan je dat dan zomaar doordrukken indien er geen steun is voor dat project?

1. Dirk van der Maelen: Ik vind dat Turkije lid mag worden van de EU maar ik herhaal het nog eens: je wordt maar lid van de EU als je voldoet aan de basisvoorwaarden, wanneer de fundamentele vrijheden en de grondrechten worden gerespecteerd. Als Turkije dat niet doet, dan moet Turkije niet denken dat mijn partij gaat zeggen: U bent welkom in de club.
2. Dogan Özgüden: Voor mij kan Turkije enkel lid worden van de EU indien Turkije de rechten van de Koerden en andere minderheden respecteert.
3. Ahmet Dere: Ik wil dat verkozen Koerdische vertegenwoordigers zullen zetelen in het Europees Parlement. Wat betreft een oplossing voor de Koerdische kwestie, vind ik dat er een politieke hypocrisie is bij vele leden van het Europees parlement. Ik vind dat de EU een duidelijk en eerlijk standpunt moet innemen. Indien ze niet willen dat Turkije toetreedt, moeten ze dit duidelijk zeggen. Wanneer men spreekt over het respect van de mensenrechten, moeten deze mensenrechten effectief worden gerespecteerd op het terrein en niet enkel op papier.
Ludo De Brabander: Heeft Europa twee gezichten en speelt het geen open kaart? Hoe zien jullie dat?
1. Elke Tindemans: Hypocrisie speelt zeker een rol. We moeten ons inderdaad afvragen of de EU Turkije er wel bij wil. We kunnen de vraag echter ook omdraaien: wil Turkije nog wel bij de EU die het hen zo moeilijk maakt?
2. Frieda Brepoels: Ik blijf zeggen dat men niet duidelijk aangeeft wat men precies wil doen om die Koerdische kwestie als zodanig op te lossen. Men blijft spreken over het respecteren van minderheden, respecteren van mensenrechten, werken aan de sociaal-economische situatie in het zuidoosten van Turkije. Daarmee zegt men nog altijd niet dat men het Koerdische volk als zodanig rechten wil geven, zelfbeschikking wil geven. Daar gaat het niet over in die rapporten en dat is die hypocrisie die bij heel veel mensen speelt. Ik vind dat men ook de praktische problemen moet bekijken bv. de financiële kant. Het kan toch niet zijn dat men landen zal laten toetreden en dat men uiteindelijk niet de financiële middelen op tafel kan leggen om die landen ook effectief te helpen via de cohesiefondsen, via de structuurfondsen om hun eigen ontwikkeling ook mogelijk te maken. Wat gaat dat zijn als we ooit Turkije willen laten toetreden? Dat kost immens veel geld, heel die economische ontwikkeling. En dan moeten de lidstaten en alle partijen wel zeggen wat ze daarvan zeggen, ook naar hun eigen bevolking toe. Willen en kunnen ze dat geld ophoesten? En zo ja, hoe gaan ze dat doen?

Ludo De Brabander: Kan het niet zijn dat er in Turkije geredeneerd wordt dat ze al heel lang op de deur kloppen?

Frieda Brepoels: De EU is natuurlijk ook geëvolueerd. Wij staan voor heel andere uitdagingen dan 40 jaar geleden. Ik moet eerst samen met mijn partij en met mijn Europese collega’s discuteren over hoe wij met die EU verder willen, wat wij verwachten, welke verantwoordelijkheid wij daar aan willen geven, wat wij daar financieel voor over hebben. De EU is een uniek samenwerkingsmodel dat veel verder uitgediept moet worden volgens ons dan dat nu het geval is. Dat vergt nog heel veel jaren werk, inspanningen en geld. Maar er zijn grenzen aan zo’n samenwerking; we kunnen niet iedereen toelaten die aan de criteria voldoet.

Ludo De Brabander: Los van het feit of Turkije lid wordt van de Europese Unie of in een andere formule geassocieerd wordt met de EU, wat kan of moet België doen om de mensenrechtensituatie te verbeteren?

1. Dirk Van der Maelen: Ik denk niet dat het Europees Verdrag het toelaat dat de EU gaat bepalen hoe de staatsstructuren er intern zullen moeten uitzien. Wat de stelling van mijn partij is: als tenminste het gerecht al onpartijdig en onafhankelijk is, als de fundamentele rechten en vrijheden van Koerden gerespecteerd worden – dus rechten op hun culturele identiteit, recht op vrije meningsuiting en op organisatie, dan hebben ze al een grote stap vooruit gezet en dan zullen het de Koerden zelf moeten zijn die binnen de Turkse staatsstructuren dat zullen moeten bevechten.
België ligt zwaar onder vuur van de Turkse regering ook omwille van de houding die we aannemen en de vrijheid die we geven aan Koerdische organisaties binnen België. Ik heb moeilijke discussies gehad over bepaalde vragen – tot uitwijzingen uit België van bepaalde Koerden die door de Turkse autoriteiten verdacht worden van allerlei dingen. Ik zeg dan dat ze moeten weten, dat die vraagstukken over al dan niet uitleveren afhangen van 1. het internationaal recht en de garanties/waarborgen die daar gegeven worden voor mensen die politiek strijden voor hun zaak en 2. het Belgisch recht. Zij hebben niet het minste recht om te zeggen aan ons wat wij moeten doen en niet moeten doen. In 2010, dus net na het Belgisch voorzitterschap, zal er een belangrijk evaluatiemoment komen over de vooruitgang die geboekt is in de verschillende hoofdstukken. 
België kan in 2010 dus een heel belangrijke rol spelen in de beoordeling of Turkije al dan niet stappen heeft gezet in de vooruitgang van de hoofdstukken. Turkije kan voor ons lid worden maar de politieke criteria zullen nageleefd moeten worden. Sommigen zullen zeggen: ze gaan binnenkomen en dan zal je zien dat die criteria zullen verslappen. Ik wijs erop dat in het Europees Verdrag van Nice iets is ingewerkt waarbij men op het vlak van het naleven van die politieke vrijheden, dat er de mogelijkheid is om lidstaten te schorsen en op de vingers te tikken.
2. Ahmet Dere: Vele Belgen zijn ‘vrienden van het Koerdische volk’. Met hun steun kunnen we de Belgische instellingen nog meer beïnvloeden die een grotere rol kunnen spelen binnen de EU opdat de Europese instellingen een grotere druk kunnen uitoefenen op Turkije om hen te dwingen de mensenrechten te respecteren.
3. Dogan Özgüden: Ik wil de aandacht trekken op een ander belangrijk feit. De politieke partijen in België, en vooral in Brussel, worden gegijzeld door de Turkse lobby. Bovendien oefent deze Turkse lobby of de extreemrechtse Turkse organisaties druk uit op de Armeense, Koerdische en Assyrische verenigingen en ook op de opposanten van het Turkse regime.
4. Frieda Brepoels: Ik denk dat er vanuit elke lidstaat, en dus ook vanuit België, maatregelen of initiatieven genomen kunnen worden die de Koerdische zaak ten goede kunnen komen. Niet alleen op diplomatiek vlak, en uiteraard door de minister van buitenlandse zaken en door de premier in de raad, maar ik denk dat ook de regionale parlementen daarin een belangrijke rol kunnen spelen. Het gaat hier toch over de identiteit en cultuur, taal van een bepaald volk. Ik wil nog even reageren op wat Dirk net zei – dat er eens men lid is van de EU, mogelijkheden zijn dat men op de vingers getikt wordt. Ten eerste, dat is nog nooit gebeurd en dat zal dus ook nooit gebeuren. Ten tweede, ik heb onlangs aan de Europese commissie een vraag gesteld – en daar was ik zeer verwonderd over – over de Baskische politieke gevangenen. De commissaris heeft mij doodleuk doorverwezen naar de Raad van Europa want die zijn bevoegd voor het opvolgen van de mensenrechten. Dit toont nog eens aan dat de EU, met al zijn instellingen, wanneer het aankomt op mensenrechten zegt dat het eigenlijk niet de zaak is van de EU. Op het ogenblik dat men lid is, behoren al die zaken tot de interne aangelegenheden.

Aantal deelnemers: 97 Het was een gemengd publiek met opvallend veel studenten, Koerden en politici.
Met de steun van 11.11.11.

F
E
E
D

B
A
C
K