Deze publicatie is de bekroning van 24 jaar verknochtheid aan de Koerdische kwestie. Die verknochtheid heeft te maken met het verlangen om, tegen de valsheid en lafheid van de internationale politiek en diplomatie in, een wetenschappelijk getrouw beeld op te hangen van de waarde van het Koerdische volk waarvan de sporen reeds meer dan vierduizend jaar in de geschiedenis kunnen opgemerkt worden. De auteur steunt zich op de inzichten die hij mocht verwerven op basis van zijn opleidingen aan de KU Leuven: klassieke filologie, filosofie, antropologie, kunstwetenschappen en archeologie, godsdienstwetenschappen en theologie.

In de internationale politiek komen mensen- en volkenrechten reëel niet aan de orde. De geopolitiek wordt bepaald door de economische en militaire belangen van de grootmachten.

Turkije is de brug tussen Europa en Azië. In de periode van de Koude Oorlog vervulde dit land de rol van militaire voorpost van het westerse bondgenootschap. Maar het land fungeert ook als doorgeefluik van aardolie en aardgas voor de westerse multinationals. En op het Turkse grondgebied ligt, voor het belangrijkste gedeelte, de bedding van de Tigris en de Eufraat. Daardoor speelt Turkije strategisch een dominante rol in het waterbeheer van het Nabije Oosten.

Het parlement van België en van enkele andere West-Europese landen en het Europese parlement hebben Turkije tot de orde geroepen om de schending van de mensenrechten ten overstaan van de etnische minderheden, onder andere van de Koerden, stop te zetten. De westerse regeringen blijven echter vasthouden aan een opportunistische relatie met Turkije en sluiten de ogen voor de aangeklaagde wantoestanden.

In dit boek wordt een grondige analyse gemaakt van wat er met de Koerden in Turkije aan de hand is. De auteur drukt de hoop uit dat het boek zal gelezen worden door mensen die in de nationale en internationale politiek verantwoordelijkheid dragen.

Hugo Van Rompaey (°1943) haalde aan de KU Leuven diploma’s in klassieke filologie, filosofie, antropologie, kunst- en godsdienstwetenschappen en theologie. Hij bereidt een doctoraat voor onder leiding van Prof. Dr. Johan De Tavernier. Hij was twaalf jaar burgemeester van Geel en achttien jaar parlementslid. Als parlementair maakte hij uitgebreide studies met plaatsbezoeken in Zuid-Afrika, Namibië, Somalië, Burundi, de Westelijke Sahara, Ex-Joegoslavië, Irak, Rusland, Georgië, Armenië, Kazakstan, Koerdistan en Turkije.

Koerdisch Instituut te Brussel, Bonneelsstraat, 16 – 1210 Brussel
Tel. +32(0)223 03 402, Fax. +32 (0) 231 00 97. www.kurdishinsitute.be[email protected]

F
E
E
D

B
A
C
K