De revolutie van 19 juli, waarvan de vonk in 2012 aansloeg in de stad Kobanî (Rojava / West-Koerdistan), wordt door waarnemers gezien als DE oplossing voor het Midden-Oosten. Niet alleen voor Syrië, maar ook ten aanzien van de huidige patstelling tussen de vele gemeenschappen in het Midden-Oosten. In Rojava werd er ontegensprekelijk unieke vooruitgang geboekt bij het leiden van de aanwezige gemeenschappen naar basisdemocratie en federalisme.

Niet alleen Koerden, maar ook Arabieren, Syriërs, Assyriërs, Chaldeeërs, Turkmenen en Circassiërs hebben allemaal deelgenomen aan “de Rojava-revolutie” die op 19 juli uitbrak. Hand in hand hebben ze een democratisch, coöperatief systeem opgezet dat tot doel heeft een oplossing te vinden voor de obstakels die waren opgeworpen door ‘hegemonische’ machten, autocratische regimes en kapitalistische staten.

Als gevolg van de onderdrukking en het despotisme waaronder de Arabische volkeren in het Midden-Oosten leefden, brak in 2011 de Arabische Lente uit in Tunis, die nadien Algerije, Libië, Egypte, Jemen, Bahrein en de Syrische stad Daraa bereikte. Hier kwam men in opstand kwam tegen het dictatoriale, chauvinistische Baath-regime dat het land, inclusief de Rojava-regio, in zijn greep had.

In 2012 werd Kobanî bevrijd van het Baath-regime. Kort nadat de revolutie van 19 juli de andere steden in Rojava had bereikt, startten de ontwikkelingen aan organisatorische kant en werden bestuurlijke instellingen opgezet.

Op militair niveau waren de resultaten opmerkelijk: zowel de Volksbeschermingseenheden (YPG) als Vrouwenbeschermingseenheden (YPJ) werden op 19 juli 2012 in een officiële verklaring geprezen en genoten grote populariteit vanwege de overwinningen die ze hadden behaald.

Op 24 juli 2012 werden interne veiligheidskrachten (de zgn. Asayish) gevormd, en later werden civiele beschermingseenheden (HPC) en Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) opgericht.

De vonk voor de revolutie kwam uit Kobanî

In 2011 werden in het geheim voorbereidingen getroffen om mensen te organiseren en werden beschermingscomités en buurtraden gevormd.

Ismet Sheikh Hasan, hoofd Defensie van het kanton Kobanî, herinnert zich die dagen: “Het begon met controle te nemen over de ingangen van de stad. Mensen wierpen controleposten op die ze dagenlang bemanden met slechts heel lichte bewapening.”

Tegelijkertijd begon het volk raden en rechtbanken te vormen, zei Ahmad Sheikh, de TEV-DEM-covoorzitter (TEV-DEM is het bestuurlijke orgaan dat instaat voor een democratische samenleving): “Op 13 januari 2012 vormden we de eerste raad in Kobanî, wat wordt beschouwd als een overwinning voor de lokale bevolking. Ondanks de beperkte middelen en mogelijkheden werden er ook hygiëne-, beschermings- en opleidingscomités opgericht. Het gevoel dat wij – Koerden – het begonnen te halen van onderdrukking en despotisme, motiveerde ons heel sterk om door te gaan.”

In die geest slaagde het volk erin het Baath-regime de stad uit te schoppen. Zij organiseerden zich en er werden “Society Protection Units” gevormd om de stad tegen elk gevaar te beschermen. Op die historische dag van de revolutie van 19 juli sloeg de vonk over naar andere delen van Rojava en werden TEV-DEM-vlaggen gehesen boven alle regeringshoofdkwartieren in Kobanî en omliggende dorpen.

De betekenis en uitdagingen van de 19 juli revolutie

De revolutie van 19 juli betekende een overwinning op zowel het militaire, politieke als sociale vlak in Rojava. De overwinningen te Kobanî kon men “de lente van de Rojava-revolutie” noemen.

Toen de Syrische Burgeroorlog uitbrak in 2011 kozen de politieke leiders van de grootste Koerdische partij ervoor om de Koerdische regio’s uit het conflict te houden. In de loop van de burgeroorlog trokken Syrische regeringstroepen zich terug uit drie Koerdische enclaves en gaven ze de controle aan zogenaamde volksbeschermingseenheden. Deze eenheden maakten gebruik van het machtsvacuüm om een eigen samenlevingsmodel te introduceren.

Kobanî kreeg echter te maken met vele aanvallen gepleegd door huurlingen, waarvan de laatste en meest vreselijke die van ISIS waren.

En toch slaagden de mensen erin zich te organiseren. Militair werd oorspronkelijk een strijdmacht van 13 leden gevormd. Na 19 juli bereikte het 200 leden uitgerust met lichte wapens. Vandaag spreken we van een enorme strijdmacht met YPG/YPJ, SDF, HPC, Asayish en zelfverdedigingstroepen, waar duizenden strijders zich bij hebben aangesloten. In het kanton zijn vijf YPG- en YPJ-regimenten opgericht.

De omliggende autocratische staten, in het bijzonder Turkije, zagen deze prille democratie met lede ogen ontstaan en steunden huurmilities om Kobanî voortdurend aan te vallen. Begin 2013 werden aanvallen gelanceerd vanuit Girê Sipî (Tel Abyad). YPG/YPJ-strijders en strijdsters wisten de aanval af te weren. Een volgende was op 2 juli 2014, en een derde aanval op 15 augustus 2014. Al deze aanvallen werden verijdeld door de hardnekkigheid en het verzet van de Kobanî-bevolking.

Gedreven door wrok, lanceerden IS-huurlingen een aanval op Kobanî, dat vooral gericht was tegen de burgerbevolking. ISIS pleegde op 25 juni 2015 afschuwelijke misdaden in Kobanî en Berx Batan.

Op het sociaal-maatschappelijke en bestuurlijke niveau

Na de revolutie van 19 juli werden de fundamenten van het federale project in Noordoost-Syrië gelegd. Startend vanuit Kobanî werden dorps- en buurtraden opgericht, maar ook beschermings-, hygiëne-, opleidings- en economische comités geïnstalleerd. Waarmee de hoeksteen van het federale project en de uitvoering ervan op het terrein werd vastgelegd.

Ook de zorgsector kreeg aandacht. Grote ziekenhuizen werden opgericht voor de behandeling van zieken en gekwetsten uit Kobanî en omliggende dorpen. De Koerdische Rode Halve Maan zorgde voor apotheken en vele andere medische zorgpunten in de buurt. De stad Sareen kreeg een ziekenhuis voor gratis zorg.

Bijzondere aandacht voor het onderwijs

Men richtte scholen, instituten en academies op. Er zijn ongeveer 1000 scholen in Kobanî met 4000 leraren, en het aantal studenten na de revolutie van 19 juli is 90.000 studenten van verschillende niveaus.

Hoe moet het verder met Rojava?

Omgeven door autoritaire tot zelfs dictatoriale regimes is een emancipatiebeweging ontstaan en werd een democratische samenleving opgebouwd, en dat ondanks bijzonder moeilijke en zelfs onmenselijke omstandigheden: de Syrische Burgeroorlog, een jarenlange vreselijke strijd tegen Islamitische Staat, de Turkse invasie en bezetting van Noord-Syrië, voortdurende aanvallen vanwege jihadistische milities, sabotageacties en tenslotte de coronacrisis.

Een grote gemeenschappelijke deler van de staten in het Midden-Oosten wordt gekenmerkt door hiërarchische, antidemocratische samenlevingen. De neiging tot dictatuur, narcistisch machogedrag, cliëntelisme en corruptie is groot.

Dat is nu net het grote contrast met de Democratische Federatie van Noord-Syrië. Rojava stelt ‘het systeem’ in vraag, vandaar de hevige oppositie vanuit naburige landen in het Midden-Oosten.

In Rojava heeft men het aangedurfd niet alleen gangbare spelregels te wijzigen, maar zelfs te breken met ‘heilige huisjes’: de pure mannenmaatschappij, religieuze intolerantie, het onderdrukken van culturele beleving, verbod op het gebruik van- en onderwijs in- eigen taal, en een kapitalistische productiewijze om er slechts een aantal te noemen.

Vandaar de afwijzing en oppositie vanuit de naburige staten in het Midden-Oosten. Op steun of hulp van de grootmachten en Europa hoeft Rojava blijkbaar ook niet te rekenen.

F
E
E
D

B
A
C
K