Wat er de laatste tijd gebeurt in Koerdistan en in Turkije, nl. de dood van meer dan 24 Turkse militairen in een kazerne, betreuren wij, maar is het gevolg van de koppige staatspolitiek in Turkije. Turkije blijft militaire operaties uitvoeren. Meer dan 7450 personen van de pro-Koerdische partij BDP, die momenteel 36 zetels heeft in het Parlement, blijven aangehouden, waaronder burgemeesters, verkozen parlementsleden en partijfunctionarissen. De PKK, na acht maal eenzijdig een staakt het vuren aangekondigd te hebben zonder een positieve reactie van de Turkse zijde, besloot onlangs verder te doen met de gewapende oorlog tegen de Turkse staat.
Geweld op zo’n grote schaal maakt stil en herinnert ons eens te meer aan de gruwelijkheid en wreedheid van de oorlog die nu al langer dan 30 jaar aansleept.
Het Koerdisch Instituut te Brussel vraagt nog meer inspanningen van alle partijen om de dialoog open te houden en te blijven ijveren voor een politieke oplossing van het conflict.
Het is duidelijk dat geweld de Koerdische kwestie niet zal oplossen. Achter de aanvallen van de Koerdische strijdkrachten en bomaanslagen van de Turkse militairen gaat immers een conflict schuil dat de grond raakt van het Turkse politieke gestel en het “democratiseringsproces” waarin het land zich bevind: de erkenning van minderheden en hun recht op identiteit, participatie en zelfbeschikking. Onderwijs in andere talen dan in het Turks is nog steeds bij wet verboden en politieke activisten worden beschouwd als terroristen. Op straat voor je rechten opkomen is in Turkije ook nog steeds levensgevaarlijk.
Minister van Buitenlandse zaken Steven Vanackere liet vandaag weten op zijn website dat hij de Turkse strijd tegen het terrorisme steunt. Hoewel wij net als de Minister het geweld veroordelen willen wij ervoor waarschuwen dat de Turkse terrorismewet een berucht instrument is om andersgezinden de mond te snoeren en mensenrechtenactivisten te criminaliseren. Het kind mag dus niet met het badwater worden weggegooid.  De Europese Unie vermeld regelmatig in zijn voortgangsrapporten de tekortkomingen van deze wet, maar kiest er toch voor om ze tegelijkertijd mee uit te voeren.
In plaats van mee te stappen in oorlogstaal verwachten wij van de Belgische en Europese beleidsmakers dat  ze zich inzetten voor een politieke oplossing: het opkomen voor de mensenrechten en rechten van minderheden in Turkije.

Derwich M. Ferho
Koerdisch Instituut te Brussel

F
E
E
D

B
A
C
K