Gepubliceerd door De Wereld Morgen op maandag 19 februari 2018

Turkije lanceerde op 20 januari 2018 een grootscheeps offensief tegen de Syrische provincie Afrin, samen met milities van het ‘Vrije’ Syrische leger’. Turks president Erdogan beloofde een snelle “blitzkrieg”, maar na enkele weken is duidelijk dat operatie Olijfblad niet van een leien dakje loopt. Correspondent Chris Den Hond was meermaals in de regio en rapporteert.

Het blijft hoe dan ook voor de Koerden en hun bondgenoten in Afrin een moeilijk gevecht, tegen F-16-vliegtuigen, tanks van Israëlische en Duitse makelij en Italiaanse gevechtshelikopters. In Afrin wonen vele Koerden, maar ook Arabieren, Turkmenen en Circassiërs. Het is sinds jaren een voorbeeld van ‘samenleven’ in een chaotisch Syrië.

Honderdduizenden vluchtelingen vertoeven in de noordwestelijke provincie Afrin in relatief veilige omstandigheden. Dit model dreigt verloren te gaan als Turkije en haar bondgenoten van het zogenaamde ‘Vrije’ Syrische Leger’ deze strijd winnen (voor een dagelijkse update van de militaire situatie in Syrië zie https://syria.liveuamap.com).

De Koerden bereiden zich al enige tijd voor op een grondoffensief, maar de F-16-bombardementen maken het ingewikkeld, vooral voor de burgerbevolking. Turkije kon daarenboven enkel het Syrische luchtruim schenden dankzij een stilzwijgend akkoord met Rusland.

In Afrin is zoals in Kobane en Qamishli de afgelopen jaren een autonoom bestuur opgezet en het maakt deel uit van de ‘Democratische Federatie van Noord-Syrië’. De regio ontsnapt aan de jihadisten en aan het regime van Damascus, maar blijft geïsoleerd van de rest van Rojava vanwege de Turkse interventie in Jarablous en Al-Bab in 2016.

Het doel van die Turkse interventie was toen een territoriale eenheid te voorkomen tussen Afrin, Kobane en Qamishli. Vandaag gaat Turks president Recep Tayyip Erdoğan een stap verder en wil hij elke autonome Koerdische of multi-ethnische entiteit in het Noorden van Syrië vernietigen. Dit Turkse militaire offensief is echter niet zonder risico’s voor de Turkse machthebbers.

We spraken over deze kwesties met Adem Uzun, lid van het Koerdistan Nationaal Congres (KNK) en één van de onderhandelaars met de Turkse staat in Oslo tot 2013, met Dogan Özguden, directeur van het Tijdschrift Info-Türk en met Thomas Jeffrey Miley, hoogleraar politieke wetenschappen aan de universiteit van Cambridge. We hadden ook Muslim Nabo aan de lijn, leraar in Kobane.

Wettelijke zelfverdediging?

Voor Turkije is het de bedoeling Afrin te “zuiveren van Koerdische terroristen”, maar nu is Afrin, meer nog dan Kobane, net een mozaïek van volkeren die relatief goed samenleven. De Koerden wonen er samen met Arabieren, Assyriërs en Turkmenen. Onlangs vestigden zich in Afrin ook 20.000 Yezidi’s, een Koerdische religieuze minderheid die ontsnapte aan de slachtingen gepleegd door IS.

Adem Uzun (KNK): “Het is overduidelijk een invasie. Turkije is niet door het Syrische regime uitgenodigd. De Koerden uit Afrin hebben Turkije niet aangevallen. Het internationale recht is hier heel duidelijk over: het binnenvallen van een land dat je niet heeft aangevallen, is een oorlogsmisdaad. Er zijn honderdduizenden vluchtelingen uit heel Syrië die al jarenlang in veiligheid vertoeven in de regio Afrin, maar toch is de vluchtelingenkamp in Rubar twee weken geleden getroffen door Turkse F-16’s.”

Het Turkse offensief komt er net na de aankondiging door Washington van de oprichting van een grensmacht van 30.000 mensen. Die zou moeten samengesteld worden uit leden van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) en van de Volksbeschermingeenheden (YPG) die IS uit het Noorden van Syrië (Rakka en Deir el-Zor) hebben verjaagd. Turkije vreest dat het partnerschap tussen de Koerden van Syrië en de VS niet zal ophouden na het verjagen van IS uit Syrië.

Adem Uzun: “De verklaring van de VS om een leger van 30 000 mannen en vrouwen op te richten om de grenzen te beschermen is door Turkije gebruikt als voorwendsel voor de invasie. Turkije wil onze pluralistische ervaring vernietigen en Vrije Syische Leger en de organisatie Tahrir Al-Cham, de voormalige Al-Qaida in de regio, terug in het zadel brengen.

Op het terrein zijn het de milities van het Vrije Syrisch Leger (FSA) die het Turkse leger voorafgaan en dorpen in de regio Afrin aanvallen. Het FSA was opgericht in het begin van de Syrische opstand als een gewapende macht tegen het Syrische regime met “gematigde rebellen”. Vandaag is het echter verworden tot een zootje ongeregeld die haar aanvankelijke ambities verloren heeft.

Adem Uzun: “In het begin vocht het Vrije Syrisch Leger tegen het regime van Assad. Nu is het anders. De leden krijgen wapens en middelen van Turkije. Vandaag de dag vechten ze tegen de Koerden en andere bevolkingsgroepen in Afrin. Het zijn huurlingen geworden, in dienst van het Turkse leger. Dat is geen “vrij” leger meer.

Afrin in ruil voor Idlib : een gevaarlijke deal

Idlib is een provincie ten zuiden van Afrin en is vandaag een ‘de-escalatiezone’, een gebied waar Turkije volgens de Astana-overeenkomsten kan tussenkomen. De dominante kracht in Idlib is Hayat Tahrir Al-Cham, een jihadistische coalitie die deels is voortgesproten uit het voormalige Front Al-Nusra. ‘Gematigde’ groepen van de Syrische oppositie verblijven daar ook, zoals Brita Hagi Hassan, voorzitter van de gemeenteraad in Oost-Aleppo, maar die staan volledig onder het juk van de radicale oppositie.

Eind december 2017 vielen jihadisten de Russische luchtmachtbasis Hmeimim nabij Latakia aan. Een week later werd opnieuw de grootste Russische luchtmachtbasis in Syrië aangevallen. Ditmaal met behulp van drones. Moskou vermoedt dat Turkije achter deze aanvallen zit. De spanning tussen Rusland en Turkije loopt op.

Voor Rusland is Hayat Tahrir Al-Cham een terroristische organisatie en valt het daarom niet onder de Astana-akkoorden, een standpunt dat Ankara niet deelt. Volgens hen is de jihadistische organisatie een betrouwbare en krachtige bondgenoot op het terrein. Een mogelijke deal zou zijn: Turkije laat Idlib over aan het Syrische regime en in ruil laat Rusland Afrin over aan Turkije.

Een deel van de Russische troepen, die gevestigd waren in de provincie Afrin hebben zich teruggetrokken uit de gevechtszones. Voorlopig lijkt Moskou toe te geven aan de Turkse eisen. Het is niettemin een gevaarlijk spel dat een mogelijke oplossing voor het conflict in Syrië nog moeilijker maakt.

Dogan Özguden, directeur van het magazine Info-Türk: “Vóór de Turkse interventie in Afrin waren we op weg naar een eindsituatie tussen de twee nog resterende partijen: de Syrische Democratische Strijdkrachten, dus de Arabisch-Koerdische coalitie, en het Syrische regime van president Assad in de hoofdstad Damascus. Ofwel geraken ze het eens over een oplossing, ofwel duurt de burgeroorlog voort.

Als Turkije echter ooit de controle van Afrin zou verkrijgen, zouden het Vrije Syrische Leger en Al-Nosra (ex-Al Qaida en vandaag Tahrir Al-Cham) zich in dit deel van Syrië kunnen vestigen om de onrust terug aan te wakkeren. Afrin is een regio die tot nu toe rustig was en waar honderdduizenden Syrische vluchtelingen veilig vertoefden. Het ruilen van Idlib tegen Afrin is een groot gevaar, omdat alle jihadisten dan welkom zijn in dit door Turkije gecontroleerde gebied.”

Het Turkse offensief zal niet stoppen bij Afrin, volgens Adem Uzun: “Rusland en Turkije hebben dit soort overeenkomsten in het verleden reeds gesloten. Turkije trok zich terug uit Aleppo en mocht als ‘compensatie’ Jarablous en Al-Bab binnenvallen. Naast de aanvallen in Afrin wil Turkije ook de stad Membij ten westen van de Eufraat overnemen, die bevrijd is door de Syrische Democratische Krachten in 2016. Dit is een gevaarlijke escalatie, die ook gevaarlijk is voor de Russische belangen.”

Conflicten en allianties

Rusland kwam in 2015 in Syrië tussen als steun aan het Syrische regime. Turkije bevond zich in het andere kamp en steunde ‘gematigde’ en radicale oppositiegroepen. Na twee jaar is de Russisch-Turkse relatie minder vijandig geworden.

Thomas Jeffrey Miley, hoogleraar politieke wetenschappen aan de universiteit van Cambridge: “In november 2015 werd een Russisch vliegtuig neergeschoten door Turkije en in december 2016 werd een Russische diplomaat gedood in Ankara door een politieagent. Je voelde de betrokkenheid van de zogenaamde ‘deep state’, de geheime diensten. Sommigen vreesden zelfs voor een oorlog tussen Turkije en Rusland, met de VS als bondgenoot van Turkije.

Twee gebeurtenissen gooiden dit scenario overhoop: de mislukte staatsgreep in Turkije in 2016 en de weigering van de VS om Fethullah Gülen uit te leveren, het veronderstelde brein achter de operatie. Met de migrantencrisis besefte Turkije dat het niet welkom was in de EU.

Russisch president Vladimir Poetin dacht toen dat het tijd was om toenadering te zoeken tot Turkije. Poetin integreerde Turkije in de Astana-onderhandelingen en Turkije kocht wapens aan van Rusland, ook al is het lid van de NAVO. Het komt Poetin ook goed uit dat Turkije, als NAVO-land, zich wat verwijdert van de VS. Toenadering tussen Turkije en Rusland, daar betalen de Syrische Koerden hier de prijs voor.

Een tijdelijke alliantie

“De VS van hun kant zijn in Syrië tussengekomen op het einde van de Slag om Kobane, gewonnen door de YPG, de zusterpartij van de PKK, de Koerdische Arbeiderspartij van Koerdistan. Ik geloof niet dat de VS zomaar hun steun aan de YPG’s of de Democratische Syrische Strijdkrachten zullen opgeven, ondanks de ideologische verschillen, want de VS beseffen dat de Koerden hun enige betrouwbare krachten ter plaatse zijn in de ‘strijd tegen het terrorisme’.

Dit is slechts een tijdelijke convergentie van belangen. Het is dus geen ideologische alliantie, maar een alliantie van omstandigheden. Beide partijen zijn zich hier van bewust. We hebben dus een situatie waarbij de VS de Koerdische strijdkrachten steunt ten oosten van de Eufraat terwijl Rusland hen tot onlangs steunde ten westen van de Eufraat.”

Ondertussen zenden de VS tegenstrijdige signalen uit. President Donald Trump verklaarde geen wapens meer te leveren aan de Koerden in Syrië, terwijl het Pentagon beweert dat de VS-militaire aanwezigheid in Syrië bedoeld is om lang te duren. We kunnen aannemen dat wat de buitenlandse VS-politiek betreft, het Pentagon het laatste woord heeft.

Erdogan’s gewaagde weddenschap

Toen Turkije Jarablus binnenviel, nadat het Aleppo had overgelaten aan het Syrische regime, trok het richting Al-Bab, een kleine stad verder naar het zuiden, onder controle van de jihadisten. Het kostte Turkije drie maanden om Al-Bab in te nemen. Afrin is veel groter met een bergachtige omgeving. De operatie zal waarschijnlijk langer duren dan de Turkse bevelhebbers beweren.

Thomas Jeffrey Miley: “Het is zeker dat de Koerden zich zullen verzetten. Het Turkse leger zal het niet gemakkelijk hebben. Het verschil met de slag om Kobane zijn de luchtbombardementen. Het verandert de situatie. Als de situatie erg gevaarlijk is voor de Koerden, dan is ze dat ook voor Erdoğan, want het is niet zeker dat hij kan afmaken wat hij is begonnen. De Koerden zijn sterker en beter uitgerust dan ooit tevoren.”

Muslim Nabo, leerkracht in Kobane geeft ons zijn mening via een telefonisch gesprek. “De mensen hier zijn erg bezorgd. Er zullen veel doden vallen. Voorlopig vluchten burgers niet naar de Turkse troepen, noch naar het regime. Ze blijven bij de Syrische Democratische Strijdkrachten. Het moeilijkste om mee om te gaan zijn de luchtaanvallen. Hoe kan je jezelf beschermen tegen F-16 bombardementen?”

“Toen IS de controle had over Tal Abyad, Serekeniye en Jarablus deed Turkije niets tegen deze terroristen. Of beter gezegd, ze hielpen hen, namen hen mee over de grens en verzorgden hen. Turkije heeft nog nooit IS of Al-Qaida in Syrië aangevallen. In de regio Afrin zijn er twee sjiitische dorpen, Nubul en Zahra, die gedurende twee jaar belegerd zijn geweest door jihadisten. Het is de stad Afrin die hen bevoorraadde met voedsel en kleding. Wat zal er van hen worden als Turkije de controle over de regio neemt met de hulp van jihadisten?”

Ondertussen in Turkije

In Turkije zelf zijn tientallen internetgebruikers gearresteerd vanwege hun publicaties op sociale media tegen de Turkse invasie in Syrië. Erdoğan waarschuwde de Democratische Volkspartij (HDP) tegen elke poging om demonstraties te organiseren tegen de operatie in Syrië. “We zullen iedereen verpletteren die tegen de nationale strijd is. Waar je ook gaat, onze veiligheidstroepen volgen jullie op de voet.” Ambiance jaren 1930…

Het artikel Escalade aventureuse de la Turquie contre les Kurdesvan Chris Den Hond verscheen op 25 januari 2018 op Orient XXI en werd vertaald door Rojin Ferho Dit is een door auteur en vertaler geactualiseerde versie.

 

 

 

F
E
E
D

B
A
C
K