De missie van onze delegatie was niet enkel een waarneming van de lokale verkiezingen, maar ook een kennismaking met de mensenrechtensituatie in Turks Koerdistan. Waar uit verschillende rapporten en waarnemingen blijkt dat de Turkse staat zich reeds jarenlang schuldig maakt aan zware mensenrechtenschendingen  tegenover het Koerdische volk, zien we nu ook sinds enkele jaren specifieke problemen met de rechtenhandhaving van Koerdische minderjarigen.

Sinds 2006 werd er een verandering doorgevoerd in de Turkse Anti-Terreurwetgeving die ervoor zorgt dat minderjarigen vanaf 15 jaar kunnen berecht worden als volwassenen. Sindsdien werden er in Turkije op basis hiervan meer dan 1500 minderjarigen opgesloten in de gevangenis. Een groot deel hiervan wordt beschuldigd van lidmaatschap van de PKK enkel omdat zij deelnamen aan straatprotesten, die vaak zeer gewelddadig worden neergeslagen door Turkse militairen. Ook kinderen die op een Amerikaanse conferentie de Koerdische hymne zongen werden bij hun terugkeer in de boeien geslagen en beschuldigd van lidmaatschap van een verboden organisatie. Mensenrechtenactivisten die het opnemen voor deze kinderen worden regelmatig gearresteerd en opgesloten door de Turkse politie. Het grootste deel van de advocaten en mensenrechtenspecialisten die de verdediging van deze kinderen op zich nemen worden trouwens op geen enkele manier vergoed.

Specifiek in Diyarbakir vechten advocaten momenteel voor de vrijlating van meer dan honderd minderjarigen die werden gearresteerd op 15 februari tijdens een straatprotest naar aanleiding van de herdenking van de arrestatie van PKK-leider Abdullah Ocalan 10 jaar geleden. Na gesproken te hebben met de advocaten vernamen we dat de omstandigheden waarin de kinderen worden opgesloten tegenstrijdig zijn met verschillende bepalingen van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind. Dit verdrag werd door Turkije ondertekend met voorbehoud van enkele artikels, onder andere die artikels die waken over het recht op beleving van eigen godsdienst, taal en cultuur. In Zuid-Oost Turkije zijn geen detentiecentra aangepast voor minderjarigen, noch rechtbanken voor minderjarigen.

De kinderen werden voor hun proces reeds een jaar vastgehouden. De cellen zijn overbevolkt en specifieke medische aandoeningen zoals epilepsie worden niet opgevolgd en behandeld. De kinderen hebben geen recht om naar school te gaan noch het recht op psychologische bijstand. Hun ouders mogen hen geen kleding of medicijnen overhandigen.Advocaten getuigden dat de kinderen er mentaal en lichamelijk slecht aan toe zijn. Ze zijn ondervoed en getraumatiseerd. Het toepassen van de anti-terreurwet kweekt nieuwe terroristen.

Het moet duidelijk zijn dat dit soort situaties onaanvaardbaar zijn voor een land dat betrokken is in onderhandelingen over een toetreding tot de Europese Unie. Onze delegatie roept de Vlaamse, Belgische en Europese verkozenen op over deze wantoestanden in dialoog te treden met de Turkse regering en binnen het toetredingsproces duidelijk prioriteit te maken van mensen – en kinderrechten.

Concreet wordt een oproep gedaan om mee te lobbyen voor de vrijlating van deze kinderen. Koerdische mensenrechtenorganisaties en advocaten ondervinden moeilijkheden om politici en internationale organisaties te betrekken in hun strijd wegens discriminatie en een gebrek aan middelen.

[email protected]

F
E
E
D

B
A
C
K