Sinds het einde van het Medische Rijk (550 v.C.) hebben de Koerden tegen de Ottomanen, de Perzen, de Arabieren enz. gevochten voor het behoud van hun identiteit, cultuur, zelfs hun voortbestaan.
De befaamde Turkse historicus Evliya Chelebi beschrijft hoe het Ottomaanse Rijk de paleizen van de Koerdische heerser Ebdal Khan, in de regio van Bitlis, beroofde in het begin van de zeventiende eeuw, en niet enkel het goud en zilver maar diens omvangrijke bibliotheek en archieven.
Tevens is het belangrijk om weten dat de vier kopieën van het beroemde Koerdische geschiedenisboek Sherefname geschreven door de Koerdische heerser Sheref Khan in 1597, op vier verschillende locaties buiten Koerdistan worden bewaard (één van deze is de Bodleian Library in Oxfond en een andere kopie is te vinden in Sint-Petersburg in Rusland). De Koerden bezitten dus zelf geen kopie, en zelfs indien ze er wel één zouden hebben, waar zouden ze die dan bewaren…?
Een ander voorbeeld: de archieven van Bedir Khanis, een autonome regio in het Ottomaanse Rijk tijdens de 19de eeuw, werd vernietigd voor 98 procent door de Turkse autoriteiten (en hun kasteel verviel vervolgens in ruïnes).
Hetzelfde verhaal in Iran, Syrië en Irak: archieven werden vernietigd of in beslag genomen en werden naar een onbekende plek overgebracht. Zo weet niemand bijvoorbeeld nog waar zich de beperkte fotocollectie bevindt van de Koerdische opstanden in Irak en Iran: waar zijn die? Hetzelfde geldt voor de vele tijdschriften en brochures die werden gepubliceerd ten tijde van Simkoyê Shikak, in Iran. Een deel ervan werd oorspronkelijk bewaard door Simko’s zoon, Tahir Xan, in een verborgen dorp, maar werd toch, samen met het dorp, verbrand door de Iraanse pasdarans in 1979. Tahir zei nadien: “Wanneer ik zag dat de archieven in as werden gelegd, voelde dat voor mij alsof mijn vader voor de tweede keer werd vermoord”.
Nadat het Iraanse leger de nieuwe Koerdische republiek van Mehabad versloeg, namen zij ook, op direct bevel van de Sjah in Teheran, de brieven, foto’s, kranten, rapporten enz. mee en verbrandden zij de boeken, tijdschriften en andere publicaties die waren achtergebleven. Enkel een kleine collectie van tijdschriften werd bewaard en werd naar Iraaks Koerdistan gesmokkeld waar het opnieuw werd gedrukt.
Van de Koerdische regeringen die er in de afgelopen eeuwen hebben bestaan, heeft geen enkele administratie of overheidsarchief het overleefd.
En de vernietiging gaat door tot op de dag van vandaag: zo heeft het Koerdisch Instituut in Brussel (gesticht in 1978) veel tijd besteed aan de oprichting van een archief en bibliotheek. Maar als gevolg van de weigering door Europa om de leider van de PKK, de politieke partij die strijd voert tegen de Turkse staat, uit te leveren en als gevolg van de opruiende taal van de Turkse regering (en ambassades) tegen Koerden in het buitenland, werd het gebouw van het Koerdisch Instituut in brand gestoken in 1998. Hierdoor werd in geen tijd 85 procent van de bibliotheek en archief in de as gelegd, en daarmee twintig jaar werk.

Daarom is een nationale bibliotheek en archief zeker voor een lange tijd een hersenschim geweest. Tot op heden misschien want de politieke situatie lijkt te verbeteren en de wil om een dergelijk instituut op te richten neemt toe. Maar in tussentijd hebben Koerden verschillende initiatieven genomen om hun erfgoed op verschillende plaatsen veilig te stellen. Zo geeft het hier voornoemde Koerdisch Instituut in Brussel kopijen van hun bibliotheek in bewaring aan het ADVN, het Archief- Documentatie- en Onderzoekscentrum in Antwerpen. En nu brengt het ook gedeeltes van haar archief over naar het ADVN.
Het Koerdisch Instituut in Parijs heeft van in het begin in 1983 archieven van Koerdische organisaties en personen verzameld: het archief van Bedir Khani, Rya Teze en Radio Jerevan (de Stem van de Koerden), het radiostation en andere culturele organisaties in Georgië, archieven van de Koerden in Libanon, Moskou en Sint-Petersburg, Londen, Parijs, Wenen enz. Andere Koerdische Instituten beschouwen het verzamelen van archieven ook als een deel van hun opdracht, zoals het Instituut in Bonn (in Duitsland, opgericht 1984), alsook Koerdische departementen van universiteiten (zoals dat in Parijs, Berlijn, Sint-Petersburg, Berlijn, Moskou, Jerevan enz.).
En in Zuid-Koerdistan, in Irak, beginnen de universiteiten, het ministerie van cultuur, het parlement en grote steden zoals de hoofdstad Hewlêr of Arbil initiatieven te nemen. In Noord-Koerdistan, in Turkije, heeft Mehmet Uzun de eerste Koerdische bibliotheek, genaamd Kitêbxaneya geopend in de hoofdstad Amed (Diyarbekir). 

Zoals u wel kan raden, zijn al deze initiatieven zeer versnipperd en in geen enkel opzicht gecoördineerde initiatieven. En de opeenvolgende Turkse regeringen hebben altijd zwaar gelobbyd tegen de totstandkoming van Koerdische archieven. Niet enkel in Turkije maar ook in het buitenland. Bovendien heeft de eerste officiële Koerdische bibliotheek – opgericht in 1997 in Stockholm, Zweden, met financiële steun van het Zweeds ministerie van cultuur, haar middelen jaar na jaar zien slinken. Momenteel ziet haar toekomst er niet erg rooskleurig uit.
Wat echter nog belangrijker is, is een probleem van culturele aard die verhindert dat de Koerden zich bewust worden van het belang van archivering. Bij de vervolgingen werd echter niet enkel de geschreven cultuur van de Koerden vernietigd. Daar de Koerden vaak in de bergen vluchtten, bleven zij vaak ongeletterd en werd hun cultuur over de eeuwen heen een mondelinge cultuur waarbij de overlevering voornamelijk gebeurde via het vertellen van verhalen en volksmuziek. De verhalenvertellers en muzikanten worden tot op de dag van vandaag nog altijd beschouwd als de dragers van de Koerdische cultuur, geschiedenis, zang en dans. Elk dorp, stam, regio heeft zijn eigen verhalenvertellers en zangers, elk verhaal en lied werd van de ene generatie aan de volgende generatie doorgegeven. Bij elke gelegenheid werden Koerdische liederen en muziek opgenomen, bijvoorbeeld gedurende een heel lange periode in de studio’s van Radio Jerevan in Armenië (en een kleiner gedeelte ook door Radio Bagdad). Sinds 1995 zet ROJ TV, de Koerdische tv, dit werk verder. Sommige beweren zelfs dat de orale archieven van de Koerden de grootste zijn van alle volkeren ter wereld.

Er waren en zijn dus nog altijd vele hindernissen voor de oprichting van een Koerdisch archief en bibliotheek, nationaal of niet. Nochtans werden al vele pogingen ondernomen. Misschien zal NISE en deze conferentie kunnen bijdragen tot het verbeteren van deze situatie. Laat het ons hopen!

F
E
E
D

B
A
C
K