Wie de Turkse politiek en de relaties tussen België en Turkije volgt, zal het zich misschien nog herinneren. In februari 2006 werd de Belg van Turkse afkomst Bahar Kimyongür, kunsthistoricus en archeoloog, veroordeeld wegens terrorisme. Het zal tot 2010 duren vooraleer alle procedures achter de rug waren en zijn naam volledig gezuiverd. Zijn “misdaad”? Hij had communiqués van de Turkse Revolutionaire Volksbevrijdingspartij-front (DHKP-C) in het Frans vertaald.

Dat België zeer ver wilde gaan om Turkije, een NAVO-bondgenoot, een plezier te doen, bleek toen Kimyongür in april 2006, die in afwachting van zijn beroep was vrijgelaten, een bezoek aan Nederland bracht. De Belgische veiligheidsdiensten tipten de Nederlandse politie om Kimyongür te arresteren en op basis van een Turkse uitleveringsverzoek naar Turkije te sturen. De arrestatie lukte, maar een Nederlandse rechter vond dat het uitleveringsverzoek van Turkije een lege doos was. Zelf kon België hem als Belgisch onderdaan niet uitleveren.

Die episode wijst erop hoe ver België bereid is te gaan om een regime met een uiterst dubieuze reputatie op het gebied van mensenrechten ter wille te zijn. Dat bewijst België ook in zijn houding ten overstaan van het Koerdisch conflict in Turkije, dat al enkele tienduizenden Koerden het leven heeft gekost. Koerdische organisaties hier te lande worden op alle mogelijke manieren vervolgd en beschuldigd, maar telkens weer vrijgesproken. Recht op verzet hebben, wat België betreft, de Koerden niet.

Dat bleek nog eens in oktober 2011 toen de toenmalige Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Steven Vanackere, nu minister van Financiën, gewapende aanvallen van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) in Turkije scherp veroordeelde. (1) Geen woord over de Turkse staatsterreur. Een maand later toonde hij in een krantenartikel opvallend veel begrip voor de schendingen van de mensenrechten van de Libische rebellen. (2) Ook wat Syrië betreft weigeren de Belgische bewindvoerders het geweld van gewapende Syrische rebellen te veroordelen. Dat komt erop neer dat België achter moord en bloedvergieten staat, als het maar van de “vrienden” komt.

Daarmee zijn we – eindelijk – bij Syrië beland, dat het onderwerp van dit boek is. De titel die de auteur gekozen heeft, Syriana, is volgens hem het codewoord dat de denktanks van Washington gebruiken als ze het hebben over de Amerikaanse inspanningen om Noord-Afrika en het Midden-Oosten naar hun hand te zetten. Het gaat hier over het plan van president Bush voor een “groot Midden-Oosten” van Marokko tot Afghanistan van 2004 om in die streken de democratie te bevorderen en de landen de “westerse waarden” bij te brengen. Het jaar voordien was Bush Irak binnengevallen onder voorwendsel van een zoektocht naar niet bestaande massavernietigingswapens. Succesvol kan men die verovering niet noemen, zeker niet op het gebied van democratie en andere “waarden”. Desondanks wordt dit plan verder uitgevoerd. Libië werd, met eveneens catastrofale gevolgen, het volgende doelwit. Nu is Syrië aan de beurt.

Bahar Kimyongürs familie is afkomstig uit de Turkse provincie Hatay, de vroegere Sandjak van Alexandretta, die Syrisch gebied was tot de Franse kolonisatoren hem in 1939 aan Turkije cadeau deden in de hoop dat Turkije in de tweede wereldoorlog niet opnieuw de kant van Duitsland zou kiezen. Ondanks de systematische verturksing van het gebied rond de antieke stad Antiochië leven er nog veel Arabieren, die in groten getale alawieten zijn – een tak van de sjiitische islam. De familie van Kimyongür behoort tot die Arabisch-alawitische gemeenschap, die verwant is aan de in Syrië levende alawitische minderheid. Die maakt zowat 10% van de bevolking uit, maar legt politiek veel meer gewicht in de schaal. President Bashar Assad is een alawiet.

Door die achtergrond en zijn geregelde bezoeken aan zijn in Hatay gebleven familieleden, heeft Kimyongür een positief vooroordeel ten overstaan van Syrië. Hij is zeker geen aanhanger van het regime van de Baath-partij in Damascus, maar brengt in zijn boek heel wat nuanceringen aan die in de mainstreammedia, die onverbloemd propaganda voeren tegen het Syrië van Bashar Assad, nauwelijks worden aangehaald. Zijn boek vormt daar een nuttig tegengewicht voor.

Zo wordt Syrië meestal als een dictatuur bestempeld, maar volgens Kimyongür ligt het wel wat anders. De Baath-partij is niet de enige partij: ze werkt in een Progressief Front samen met een aantal andere linkse partijen. Ook is het niet zo dat de alawieten alle macht aan zich getrokken hebben. Zo zitten er meer soennieten dan alawieten in de regering. De huidige minister van Defensie, generaal Daoed Rajha, is Grieks-ortodox evenals generaal Yoessef Shakkoer, die in de oktoberoorlog 1973 tegen Israël de stafchef was het Syrische leger. Generaal MoestafaTlas, een soenniet was minister van Defensie van 1972 tot 2000. En zo kunnen we doorgaan.

Wat Kimyongür wil onderstrepen is dat Syrië een lekenstaat, waar er geen discriminatie is op basis van geloof. Het is op dat gebied een open samenleving. De minderheden leggen samen ook een groot gewicht in de schaal. Naast de 10% alawieten zijn er zeker zoveel christenen van verschillende denominaties en 3% druzen (ook een tak van de sjiitische familie). Daarnaast nog een Koerdische etnische minderheid van 9%. En uiteraard zijn alle soennieten fundamentalisten, verre van. Al die minderheden zijn uiterst bang voor een machtsovername door de moslimbroeders, ook de Koerdische want voor fundamentalisten is er geen plaats voor minderheidsrechten.

Als stammend uit een alawitische familie is Kimyongür beducht voor de toekomst van die gemeenschap. Hij wijt daarom heel wat bladzijden aan de haat van extremistische soennieten tegen de alawieten, die hen als erger dan joden en christenen beschouwen. Hij citeert uitvoerig uit een haatpreek van ene sjeik Muhammad Al Zoghby op de Saoedi-Arabische tv-zender Sala. Het is een ware scheldpartij tegen president Assad en de alawieten. “O Allah, vernietig deze kleine sekte. Vernietig ze en verband hun lichamen. Het zijn joodse agenten. Dood ze allemaal. En ik zeg tot het hele Syrische volk: jullie zijn geen mannen als jullie ze niet straft na de overwinning. (…) Dit is een heilige oorlog”, aldus een klein fragment uit deze preek.

De sjeik is geen alleenstaand geval. En de haatoproepen hebben geleid tot de komst van islamisten uit een hele reeks landen, onder andere uit Libië, Jordanië, Libanon, Palestina…

Wat dan weer de bewering van de regering staaft dat de opstand het werk is van buitenlandse elementen met steun van de VS, Europa, Turkije, Saoedi-Arabië, Qatar, Irak… Al Qaeda zelf is fier op zijn “prestaties” in Syrië.

De opstand heeft uiteraard ook een binnenlandse component: de moslimbroederschap, die al in de jaren 1970 gewapende acties voerde tegen het regime en daarbij honderden politiemannen en soldaten vermoordde – iets wat nu ook gebeurt, maar waarover in de media weinig of niets wordt gemeld, tenzij om het in twijfel te trekken. Toen eindigde de strijd in de stad Hama in 1982 toen het leger daar met zware wapens de islamisten te lijf ging. Dat gebeurde nadat er 300 leden van de Baath-partij brutaal werden vermoord. Wordt Homs nu het graf van de islamisten?

De conventionele visie dat de opstand in Syrië het werk is van vreedzame betogers, is al lang een mythe. Zoals in andere Arabische landen hebben extremisten de strijd van jongeren, liberalen en mensenrechtenactivisten al lang gerecupereerd. Boeken zoals dat van Bahar Kimyongür blijven broodnodig om de verdraaiingen en leugens van de “mainstreammedia” te corrigeren.

(Uitpers nr. 140, 13de jg., maart 2012) – http://www.uitpers.be/
Dit boek is te bestellen op www.michelcollon.info
(1) http://www.stevenvanackere.be/nl/berichten
(2) Steven Vanackere, Mensenrechten zijn universeel, De Standaard, 21.09.12.

F
E
E
D

B
A
C
K