Terwijl de democratische verenigingen werken aan een harmonieuze samenleving tussen de verschillende gemeenschappen afkomstig uit Turkije en de burgemeester van Sint-Joost initiatieven neemt om gelijkaardige incidenten in de toekomst te voorkomen, blijft de Turkse ambassadeur in Brussel, als een koloniale gouverneur, een bedreiging vormen voor de communautaire vrede in de gemeentes Sint-Joost en Schaarbeek.
Onlangs, na de verspreiding door Belga van het persbericht ‘Een Koerd ernstig verwond door een Turk in Sint-Joost’ op 17 april, schreef de Turkse ambassadeur Fuat Tanlay op 18 april een arrogante brief aan de hoofdredacteurs van het persagentschap Belga en van de kranten De Morgen en La Libre Belgique.
Het is waar dat het persbericht van Belga melding maakte van een racistische agressie, die op 16 april 2007 bekend werd gemaakt door een mededeling van Info-Türk. Het ging inderdaad om een racistische aanval die door het proces-verbaal van de lokale politie werd bevestigd.
De ambassadeur, niet in staat om dit feit te weerleggen, gebruikt de gewoonlijke demagogie van het regime die hij als volgt verwoordt: "…gelukkig bestaat er in de cultuur van de burgers in Turkije geen segregatie, noch etnische of raciale haat. Wij kunnen moeilijk begrijpen waarom u hier in België probeert om de etnische verschillen te benadrukken."
"Zijne excellentie" is later in een interview met een Turkse krant nog verder gegaan en heeft deze agressie ronduit ontkend: "Het Belgisch nationaal agentschap heeft dit persbericht verspreid op basis van informatie van de website van Info-Türk, een site die bekend staat om zijn vijandigheid ten aanzien van de Turkse Republiek en die sinds jaren in België activiteiten tegen Turkije organiseert. Wij hebben een onderzoek uitgevoerd naar deze bewering. Er heeft geen dergelijk incident plaatsgehad." (Hürriyet, 21 april 2007).
De Turkse ambassadeur liegt. Een jonge Koerd werd wel degelijk aangevallen door Turkse nationalisten, een feit dat werd geregistreerd door drie procesverbalen van de Brusselse politie. Bovendien maakt een medisch attest van het Sint-Pietersziekenhuis melding van de verwondingen van het slachtoffer.
De aanval van de ambassadeur houdt niet op bij het persagentschap Belga en bij Info-Türk. In het interview dat hij heeft gegeven aan de krant Hürriyet viseert hij ook de burgemeester van Sint-Joost, Jean Demannez, die moeite doet om de gemeenschappen afkomstig uit Turkije vreedzaam te doen samenleven. Zo richt hij zich aan de burgemeester:
"Hé jij! Wie ben jij? Wie heeft jouw deze missie gegeven? Hoe komt het dat jij mijn landgenoten mag kwalificeren als Turken, Koerden, Armeniërs, Assyriërs? Hoe kan jij hun vertegenwoordigers uitnodigen en met hen onderhandelen? Niemand kan mijn landgenoten onderwerpen aan een dergelijke etnische opdeling. De woorden ‘Ik heb zojuist met de Koerden gesproken. Morgen zal ik de Turken ontvangen en overmorgen de Armeniërs en de Assyriërs’ getuigen in onze ogen van separatisme. Wij zullen nooit toelaten dat onze landgenoten op een dergelijke manier verdeeld worden!"
In hetzelfde interview gaat Fuat Tanlay nog verder en provoceert hij de Turkse ultranationalistische verenigingen in België: "Er gebeuren rare dingen in België. Maar er komt geen reactie vanwege de burgerorganisaties. Alles is duidelijk. Dit alles bestrijden is niet alleen de taak van Fuat Tanlay als ambassadeur. Wij moeten allen samen de terreur, de terroristen, de leugenachtige en onheilspellende informatie bestrijden. Spijtig genoeg sta ik in deze strijd helemaal alleen. In deze strijd zou ik graag burgerorganisaties aan mijn zijde hebben." (Hürriyet, 21 april 2007)*
De nationalistische djihad van de Turkse ambassadeur beperkt zich niet tot deze zaak. In één week tijd, is het al de tweede keer dat de Turkse ambassadeur als een koloniale gouverneur reageert op artikels in de Belgische media.
Op 10 april had Tanlay een arrogante brief geschreven aan de hoofdredacteur van de krant De Standaard omwille van een opinieartikel van Bahar Kimyongür dat in deze krant was verschenen. In zijn protestbrief, die breed uitgesmeerd werd in de Turkse media, zei de Turkse ambassadeur:
"Wil jullie krant als platform voor terroristische groepen dienen? Zouden jullie bijvoorbeeld ook een artikel van een terrorist van Al Qaida publiceren waarin hij de redenen voor de aanvallen van zijn kameraden in New York, Madrid, Londen en Istanbul zou uitleggen?"
De Standaard heeft een brief van Tanlay gepubliceerd en deze beschuldigende paragraaf weggelaten. Daarop schreef de ambassadeur op 18 april een tweede brief en beschuldigde hij de hoofdredacteur van censuur.
‘Zijne excellentie’ heeft zich van in het begin van zijn diplomatieke carrière in Brussel onderscheiden door zijn inmenging in de werking van het parlementaire regime van België. Op 24 januari 2006 verspreidde de journalist Mehmet Koksal de volgende informatie aangaande de nieuwe Turkse ambassadeur Fuat Tanlay:
"Het is waarschijnlijk één van de allereerste officiële brieven van de nieuwe ambassadeur van Turkije in Brussel (Fuat Tanlay) en het was reeds een blunder van formaat. Hij probeerde in de coulissen het parlement van de Franse Gemeenschap van België (Wallonië-Brussel) te muilkorven. Toen hij op 24 december jongstleden aankwam in België, heeft zijn excellentie de tijd gehad om zich in zijn mooiste Frans te beklagen bij de socialist Jean-François Istasse, de voorzitter van het Franstalige parlement, over een ontwerpresolutie van Christine Defraigne (MR) die in de schoolboeken de herdenking van de Armeense genocide wil doen opnemen. (…) Hij vraagt rechtstreeks aan de parlementsvoorzitter om een sterk signaal te geven opdat dergelijke initiatieven van de vertegenwoordigers van de Franse Gemeenschap zich in de toekomst niet meer zouden voordoen." (www.suffrage-universel.be)
Gezien deze feiten, dringen de volgende vragen zich op:
Beschouwt de ambassadeur Fuat Tanlay zich als een ‘koloniale gouverneur’ in België?
Heeft hij het recht om België, met de steun van de Turkse ultranationalistische organisaties, als een provincie van Turkije te regeren?
Hoe durft hij stellen "…gelukkig bestaat er in de cultuur van de burgers in Turkije geen segregatie, noch etnische of raciale haat" terwijl de leiders van de pro-Koerdische partij en de Koerdische burgemeesters dagelijks geconfronteerd worden met segregerende en repressieve praktijken?
Is het niet schandalig om op een dergelijke manier te spreken wanneer men weet dat de Armeense journalist Hrant Dink drie maanden geleden vermoord werd en drie personen omwille van hun etnische en religieuze identiteit onlangs gekeeld werden?
Weet hij niet dat België een land is met drie gemeenschappen en dat elke gemeenschap vrij zijn communautaire, linguïstische en culturele rechten mag uitoefenen, en zeker in een gemeente als Sint-Joost?
Hoe durft hij een burgemeester aanvallen omdat hij de etnische identiteit van de burgers van zijn gemeente heeft erkend?
Is het niet betreurenswaardig voor een diplomaat om te verklaren dat een agressie niet heeft plaatsgevonden terwijl politie- en medische rapporten deze bevestigen?
Hoe durft hij een Turkse democratische instelling, die al meer dan dertig jaar de rechten van de immigranten verdedigt ongeacht hun origine en strijdt voor een ware democratisering in Turkije, in diskrediet brengen?
Is het niet alarmerend dat een ambassadeur de instellingen en personen die niet onderworpen zijn aan het regime van Ankara als doelwitten van ultranationalistische aanvallen aanduidt? Zal de Turkse ambassadeur niet de hoofdverantwoordelijke zijn wanneer er zich nogmaals een aanval of criminele agressie voordoet op één van deze doelwitten?
Verdient een dergelijke ambassadeur het niet om ‘persona non grata’ verklaard te worden door de Belgische staat?
De Vereniging van de Armeense Democraten van België
De Verenigingen van de Assyriërs van België
Het Koerdisch Instituut van Brussel
www.kurdishinstitute.be
De Stichting Info-Türk
(www.info-turk.be)
Contact:
[email protected], tel: 02/215 35 76 (FR)
[email protected], tel: 02/230 89 30 (NL)
* De journalist die door de Turkse ambassadeur wordt geprivilegieerd met een interview is één van de ‘dienaars’ van de Turkse lobby. In 1999 publiceerde hij op een illegale manier een boek (zonder de verantwoordelijke uitgever en het nummer van het wettelijk depot te vermelden) getiteld "De Belgische dimensies van de terreur van de PKK". Dit boek werd bij alle verenigingen en handelszaken in de Turkse wijken verspreid door de Stichting van de religieuze zaken die verbonden is aan de Ambassade van Turkije. In zijn boek werden meerdere Belgische politici als ‘aanhangers van de PKK’ genoemd waaronder Frank Vandenbroucke, Johan Vande Lanote, Hugo Van Rompaey, Willy Kuijpers, Jef Sleeckx, Paul Pataer, Germain Dufour, Martine Devos, Dirk Van der Maelen, J. De Bremaeker, D. Grimberghs, Mieke Vogels, M. Martens, Ph. De Feyt, E. Van Voerenbergh, J.M. Delizee, M. Harmegnies, Y. Ylieff, A. De Maght-Albrecht, W. Draps, J. Goossens.