Deze onaangekondigde invallen werden gevoerd op basis van een inbreuk op artikel 139 en 140 van het Strafwetboek – leidend persoon zijn of deelnemen aan activiteiten van een terroristische groep- met name de PKK.
Roj-TV werd hierbij afgedaan als een operationeel propaganda-kanaal en financieringsinstrument voor de PKK, meer in het bijzonder door het recruteren en indoctrineren van jongeren, het aanmaken en voeren van een internationale handel van valse identiteitsdocumenten, het witwassen van misdaadgelden.
Uiteraard moeten de federale gerechtelijke autoriteiten de nodige onderzoeken kunnen voeren die ze nodig achten maar als lid van de Parlementaire Werkgroep Koerden is het mij evenwel duidelijk dat de Koerdische gemeenschap in België in het verleden reeds meerdere keren het slachtoffer is geworden van willekeurige beschuldigingen en agressie.
In de nasleep van deze grootscheepse inval bezocht ik op 16 maart in het gezelschap van enkele leden van de Interparlementaire Werkgroep Koerden, politici en pers de kantoren van de getroffen tv-zender in Denderleeuw. Mijn verontwaardiging ter plaatse was groot.
De razzia van zo’n 100 tal politiemensen, waaronder een aantal in gevechtskledij of met bivakmuts, was een staaltje van machtsvertoon en pure intimidatie. De werkwijze van de speurders was doelbewust en vernielzuchtig. De inbeslagname en het vernietigen van zendapparatuur en computers was heel duidelijk bedoeld om de zender onmiddellijk uit de ether te halen.
Dat de inkomsten van Roj-TV van wereldwijde schenkingen van Koerden komen, toont aan dat de zender wordt beschouwd als het enige kanaal dat vanuit Koerdisch perspectief informeert. Roj-TV bevordert tevens hiermee de integratie van Koerden in België, met behoud van hun eigen cultuur en stimulans van hun politieke bewustzijn. De Koerdische zender is hierbij op geen enkele wijze ingegaan tegen onze democratische regels maar is wel bijzonder zwaar aangepakt!
De 9 personen die gearresteerd werden, zijn allen Koerden die democratisch verkozen zijn in Turkije en daarna het land zijn ontvlucht vanwege dreiging voor hun leven. Al de gearresteerden werkten mee aan een legale, politieke en democratische oplossing.
Deze brutale interventie vormt dan ook een zoveelste misbruik om Koerdische burgers of organisaties die in ons land hun eigen culturele en politieke identiteit beleven, aan banden te leggen via schendingen van de vrije meningsuiting en persvrijheid.
Belangrijk hierbij is de vraag of deze inval van het federale parket in samenspraak was met de Turkse regering? Getuigenissen en aanwijzingen in die richting beogen de Koerden te brandmerken als terroristen.
Wat het verloop van het onderzoek betreft zal hopelijk in de rechtbank blijken hoe gegrond de zaak is, en vooral waar de dunne lijn ligt tussen politieke actie en criminele activiteiten.
Een belangrijke rol is weggelegd voor de media. Zij moeten aantonen dat België niet anti-Koerdisch is en de Koerden geenszins wil marginaliseren of beschuldigen. Zij kunnen de groei van hun politieke en culturele bewustzijn aanmoedigen door hen te inspireren op het Belgisch model van twee volkeren die vreedzaam samenleven.
Via deze media en in samenwerking met de Interparlementaire Werkgroep Koerden blijf ik oproepen om de onderdrukking van de Koerden onder de politieke aandacht te brengen.
Elke Tindemans
CD&V-senator