Gepubliceerd door Mo* Magazine op 9 maart 2016

A young girl on the balcony of her house riddled with bullet holes in Cizre. The devastation in Silopi and Cizre is so big that entire neighborhoods will have to be built up from the ground. Rebecca Harms / Flickr (CC by-sa 2.0)

Een jong meisje op het balkon van haar met kogelgaten doorzeefde huis in Cizre. De verwoestingen in de steden Silopi en Cizre zijn dermate groot dat hele wijken haast vanop de grond zullen moeten worden opgebouwd. Rebecca Harms / Flickr (CC by-sa 2.0)

De eerste beelden die de wereld ontving na het opheffen van het uitgangsverbod en het militaire offensief uit de steden Silvan, Silopi en Cizre hadden uit eender welk oorlogsgebied kunnen komen.

Ze toonden kogelinslagen, gepokte ruïnes, geknakte betonnen gebouwen, uitgebrande huizen en straten versperd door puin.

Alleen de pro-Koerdische leuzen overschilderd met Turks-nationalistische slogans herinneren eraan dat dit Turkije is.

Werelderfgoed onder vuur

In het zuidoosten van het land bevindt zich de provincie Diyarbakir, de op een na grootste stad van de regio met een grote Koerdische bevolking. In Sur, het historisch centrum van Diyarbakir, wordt nog steeds gevochten.

Tanks, zware artillerie en rakettenwerpers eisen dagelijks levens en richten grote schade aan in de eeuwenoude stegen van Sur. De stad staat sinds vorig jaar op de UNESCO werelderfgoedlijst.

Binnen de muren van Sur liggen naar schatting meer dan 1500 historisch waardevolle gebouwen en archeologische sites uit de verschillende historische periodes van Mesopotamië. Verschillende sites, waaronder de Assyrisch-orthodoxe Heilige Maagd Maria kerk, werden zwaar beschadigd.

Maar hoe groot het verlies van historisch waardevolle gebouwen ook mag zijn, het valt in het niets bij het menselijk lijden dat het de oorlog daar over de bevolking afroept. Het precieze aantal burgerslachtoffers is tot op heden niet gekend, maar zeker is dat vele honderden mensen het leven verloren.

Davutoğlu verklaarde dat Turkije ‘uit de as een rozentuin zou laten bloeien’.

De Turkse premier Davutoğlu verklaarde dat Turkije ‘uit de as een rozentuin zou laten bloeien’. Ruim 200.000 mensen moesten hun woonst verlaten. Voorlopig lijken de vooruitzichten weinig rooskleurig en ligt het einde van de vijandelijkheden nog niet in het verschiet.

De uitspraken van de eerste minister wekken daarom verbazing en ongeloof. Hij beloofde tijdens een bezoek aan de Koerdische stad Mardin dat de Turkse staat alles zou heropbouwen en de slachtoffers zou vergoeden.

Op een latere moment verzekerde hij dat de oude binnenstad van Sur ‘gerestaureerd zou worden zoals Toledo, als een plek die iedereen zal willen bezoeken omwille van de architecturale structuur.’

Foreign and commonwealth Office / Flickr (CC by 2.0)

Davutoğlu in Londen (2010). De Turkse eerste minister verklaarde dat Turkije ‘uit het as een rozentuin zou laten bloeien’. Ruim 200.000 mensen moesten hun woonst verlaten. Foreign and commonwealth Office / Flickr (CC by 2.0)​

Ook de Turkse president Erdogan speculeert al volop over wat er dient te gebeuren eens de militaire operaties afgerond zijn. Het is duidelijk uit de uitspraken van beide AKP-politici dat er plannen op tafel liggen voor de toekomst van de Koerdische regio, plannen die misschien nog destructiever zijn dan het oorlogsgeweld.

Broze allianties

Niet zo lang geleden leek het nog de goede kant op te gaan met het Koerdisch vraagstuk in Turkije. In 2005 besteeg Erdogan, toen nog eerste minister, het podium in Diyabakir en noemde het Koerdisch probleem ‘ook zijn probleem’.

Die dagen lijken lang vergeten. Op 6 januari jongstleden ontkende hij dat Turkije een Koerdisch probleem heeft, er is volgens hem enkel ‘een terroristisch probleem’.

Toch kwam hij op 20 januari met een “oplossing”, zij het van een andere aard dan de onderhandelingen van de voorbije jaren. President Erdogan maakte duidelijk dat ‘in de komende periode noch enige separatistische groep of partij, noch enige structuur onder hun leiding als gesprekspartner in aanmerking komt.’

Vele “Vrome Koerden” voelen zich aangesproken door de islamitische agenda van de AKP.

‘Die tijd is voorbij. Al deze organisaties, parlementsleden en burgemeesters zullen zich voor hun daden moeten verantwoorden voor het gerecht.’ Klare taal, en inmiddels zijn er al verschillende burgemeesters in de gevangenis beland en dreigen de parlementsleden van de HDP (pro-Koerdische partij) hun immuniteit te verliezen.

Maar wie mag dan wel aan tafel zitten als er over de toekomst van de Koerdische regio in Turkije beslist wordt? Erdogans woordvoerder verklaarde eind januari dat de overheid een consultatieronde zal organiseren in het presidentieel paleis.

De Koerdische stamhoofden en religieuze leiders, de leiders van de dorpswachten –regeringsgezinde milities die in de jaren negentig meevochten aan de kant van het leger tegen de Koerdische Arbeiderspartij en gewapende separatistische groep PKK– en enkele politieke groeperingen zouden een uitnodiging krijgen.

Daarmee lijkt Erdogan te gokken op het conservatieve segment onder de Koerdische bevolking. Want hoewel de Koerdische bevrijdingsbeweging in al zijn facetten de meest zichtbare stroming vormt, vertegenwoordigen deze organisaties niet alle Koerden. Bij de lokale verkiezingen van 2014 haalde de AKP nog heel wat stemmen in het zuidoosten. Vele “vrome Koerden”, in de woorden van Erdogan, voelen zich aangesproken door de islamitische agenda van de AKP.

Het was de woede over de Turkse afzijdigheid tijdens de strijd (met IS, nvdr) om de Syrische grensstad Kobane die vele conservatieve en religieus geïnspireerde Koerden in de armen van de linkse HDP dreef bij de algemene verkiezingen van juni 2015.

Kurdischstruggle / Flickr (CC by 2.0)

Het was de woede over de Turkse afzijdigheid tijdens de strijd (met IS, nvdr) om grensstad Kobane die vele conservatieve en religieus geïnspireerde Koerden in de armen van de linkse HDP dreef Kurdischstruggle / Flickr (CC by 2.0)​

Maar het oplaaiende geweld na de aanslag in Suruç een maand later maakte een eind aan deze alliantie. De HDP haalde maar nipt de kiesdrempel. Er is dus weer ruimte op de conservatieve kant van het politieke spectrum in Koerdistan.

Het nieuwe politieke model voor de regio lijkt te steunen op de behoudsgezinde krachten in de Koerdische samenleving, met name de traditionele stamhoofden en de dorpswachten, religieuze leiders die onder de AKP met haar soennitische agenda officieel erkend en betaald werden, en conservatieve politieke figuren. Turkse media maken zelfs gewag van het oprichten van een soort Koerdische AKP-tak.

Een diepe crisis goed benutten

De heropbouw biedt de mogelijkheid om de structuur van de opstandige wijken grondig te hertekenen om ze gemakkelijker te controleren.

Of Erdogan met zijn blauwdruk voor een conservatie, volgzame politieke en religieuze elite in Koerdistan de geest in de fles krijgt, valt te betwijfelen. Al zijn veel Koerden het helemaal niet eens met de barricades en de autonome wijken van de PKK-jongeren, het excessieve geweld van de Turkse overheid veroordelen ze unaniem.

Het Turkse leger gaat met de botte bijl door de zelfverklaarde autonome steden en wijken.

Maar het zijn niet de enige ideeën om de regio te hertekenen. Want, om de woorden van Churchill te gebruiken, ‘never let a good crisis go to waste’. Het Turkse leger gaat met de botte bijl door de zelfverklaarde autonome steden en wijken.

De vernieling doet niet onder aan de oorlog in het buurland Syrië en zal een behoorlijke heropbouw vereisen.

Die heropbouw biedt de mogelijkheid om de structuur van de opstandige wijken grondig te hertekenen om ze gemakkelijker te controleren. De verwoestingen in de steden Silopi en Cizre zijn dermate groot dat hele wijken haast vanop de grond moeten worden opgebouwd.

In Silopi zullen alle bestaande plannen herzien worden. Geen wirwar van straten en stegen meer waar opstandelingen het thuisvoordeel hebben.

Eerste minister Davutoğlu lichtte al een tip van de sluier in een toespraak na het beëindigingen van de operaties in Silopi. ‘We gaan een nieuwe veiligheidsstructuur opzetten. Er zullen geen straten meer zijn voor de terroristen om af te grendelen.’

Hij kondigde aan dat de provinciehoofdsteden van Hakkari en Sirnak zullen verplaatst worden naar respectievelijk de steden Yuksekova en Cizre, om zo ‘betere publieke diensten aan te bieden en zwakke punten op vlak van veiligheid recht te zetten.’

Op een bijeenkomst op 5 februari in de stad Mardin kondigde de premier een tienpuntenplan aan voor de heropbouw van het zuidoosten, samen met zijn intentie ‘een rozentuin te laten bloeien’ in de regio.

Demografische zuivering

Er wordt vooral met grote bezorgdheid gekeken naar wat er met Sur zal gebeuren, gezien het grote historische belang van de stad, en haar symboolwaarde voor de Koerdische identiteit.

Nevin Soyukaya, hoofd van het departement Cultureel Erfgoed en Toerisme van het gemeentebestuur van Diyarbakir is net terug uit Sur.

De zones waar er gevochten wordt, heb ik niet gezien, maar de vernieling en de ontvolking zijn catastrofaal.

‘De zones waar er gevochten wordt, heb ik niet gezien, maar de vernieling en de ontvolking zijn catastrofaal.’

‘Erg bedroevend. Een paar dagen geleden nog kwam het nieuws dat de oude Armeense kerk geraakt was door een explosief. Maar los van individuele monumenten gaat het vooral om de verwoesting van de architecturale structuur van de stad, namelijk de straten en de stegen.’

‘Tien jaar lang hebben we hard gewerkt om Sur respectvol te restaureren en de levensomstandigheden van de bewoners te verbeteren, met de erkenning door UNESCO als kroon op het werk. Al die inspanningen zijn verloren.’

Al in 2011 begon het staatsagentschap voor woningbouw, TOKI, met de sloop van percelen binnen de muren van Sur. Hevig lokaal verzet zorgde ervoor dat TOKI de werken moest stilleggen, niet zonder eerst gaten te slaan in Sur.

Later verklaarde de overheid enkele wijken tot risicozones om ze alsnog te kunnen slopen. De vrees leeft dat na het beëindigen van de gevechten heel Sur tot risicozone zal worden uitgeroepen om zo de centrale overheid vrij spel te geven zonder enige lokale inmenging.

Davutoğlu bleef vaag met zijn verklaring over de rozentuin. De gouverneur van Diyarbakir daarentegen, aangesteld door de AKP, was duidelijker en kwam met de verklaring dat TOKI in Sur de historische gebouwen zou herstellen en luxueuze woningen zou bouwen, samen met toeristische faciliteiten.

Het lijkt erop dat er voor de oorspronkelijke bewoners van het verarmde Sur geen plaats meer is in de plannen. Daarmee slaat de Turkse overheid twee vliegen in een klap. Een dergelijk plan zou enorm waardevol vastgoed opleveren en tegelijk de opstandige bevolking van Sur vervangen door meer gezagsgetrouwe bewoners.

Gedeeld verlies

Nevin Soyukaya vreest het ergste, mocht dat plan ooit werkelijkheid worden. ‘Een stad is een levend organisme. Wat ga je doen met een rozentuin zonder mensen?’

‘We verwachten dat de centrale overheid zal proberen met de heropbouw de bevolking te vervangen door een meer volgzame populatie’

‘We verwachten dat de centrale overheid zal proberen met de heropbouw de bevolking te vervangen door een meer volgzame populatie.’

‘In dat geval zal de gehele sociale en culturele rijkdom van de stad verloren gaan. Dat wordt de dood van Sur.’

Eerdere stadsvernieuwingsprojecten in Turkije tonen dat die vrees niet uit de lucht gegrepen is. In Sulukule, een eeuwenoude Roma-wijk van Istanboel, werden de oorspronkelijke bewoners verjaagd om plaats te maken voor luxewoningen.

‘Een dergelijke demografische shift zou de diverse identiteit van Sur vernietigen’, aldus Soyukaya. ‘We hebben in Sur een collectief geheugen met de Armeniërs, de Assyriërs, en vele anderen. Samen met het gemeentebestuur hebben we hard gewerkt om dit gedeelde culturele geheugen terug tot leven te brengen. En dit ondanks de inspanningen van de staat om alles wat niet in hun ideologie past, uit te wissen.’

‘Vandaag verlaten veel bewoners de stad door de gevechten. Naast de fysieke destructie gaat zo ons collectief geheugen verloren. Als de oorspronkelijke bewoners niet terugkeren, dan verliest Sur zijn herinneringen. Dat is niet alleen van belang voor de regio Diyarbakir. Sur is niet van ons alleen, het is werelderfgoed. Als we Sur verliezen, verliest iedereen.’

F
E
E
D

B
A
C
K