Na de machtsovername van Sultan Abdulhamid II, vooral tussen 1892 en 1896, hebben de Ottomaanse autoriteiten Armeniërs, Grieken, Suryoyo (sommigen noemen deze Assyrisch-Syriaqua-Chaldeers) en Koerden massaal vermoord.
De 2de massale slachting op deze volkeren gebeurde in de jaren 1915 en 1916. Men heeft deze keer gemikt vooral op Armeniërs en andere Christelijke volkeren. Naast massale moorden moesten ook evenveel massaal en gedwongen verhuizen naar de bestemmingen die ze niet eens kenden… waardoor ook honderdenduizendje hun leven verloren door honger, dorst en oververmoeidheid en vervolgingen door het leger. Drie keer meer dan de vermoordde slachtoffers hebben hun leven moeten redden door te vluchten naar het buitenland. De rest heeft zijn redding gezocht vluchteling te worden in het land zelf en ook vele Christinnen, ongeacht hun etnische afkomst hebben de redding gezien in het veranderen van hun Godsdienst.

Het begin van het einde
 
In 1856 en 1862 komen de Koerden in opstand. Ook de Armeniërs hebben gerevolteerd in 1863 tegen de onhoudbare situatie. Tegen de Ottomanen nemen de Koerden en Armeniërs. Tegen het immens militaire macht van de Ottomanen mislukten ze. Na elke opstand werden niet alleen de opstandelingen maar de gehele bevolking zwaar gestraft. In 1876 wordt de Ottomaans Grondwet "hervormt". Maar de toenmalige Sultan Abdulhamit II stelde de grondwet van 1876 binnen enkele jaren buitenwerking. Hij benadrukte het islamitische karakter van de staat en riep zich uit tot kalief en verdediger van moslims over de gehele wereld. Door met de Jihad te dreigen, dacht hij de westerse invloed in Azië te ondermijnen.

De onderdrukking op de niet Islamitische volkeren in het Ottomaans Rijk begint stilaan zich te ontwikkelen op alle vlakken. De "sociale en economische modernisme" eist veel slachtoffers bij deze vooral Christelijke volkeren. Ze worden als lastposten beschouwd. Alles wat fout loopt wordt hen toegeschreven.

De autoriteiten beginnen ook te proberen een volk tegen het andere te gebruiken. Bepaalde stammen, vooral aan de kant van de Koerden trappen in deze valluik. Ze beloven heel wat rechten toe te kennen aan deze stammen maar vragen hen de anderen samen met het centraal leger het zwijgen op te leggen. Deze "collaborateurs stammen" keren zich tegen de Armeense, Suryoyo en de opstandige Koerden. Deze collaborateurs worden dik beloond door allerlei dingen, o.a. wapens voor alle stamleden, en functies die ze kregen bij de overheid.

Van de Armeense kant waren er heel wat figuren die in hoge staatsdiensten geplaatst waren en dienden de autoriteiten op intellectueel vlak. Ook de Armeense succesrijke handelaars leverden hun hoge bijdragen onafgebroken.

Tegelijkertijd groeide er ook een Turks nationalisme dat zich concentreerde op de Turks sprekende bevolking in het schiereiland Anotolië. Het wilde antwoord vinden op de identiteitscrisis van de moslims als gevolg van de verpletterende overmacht van het Westen.

Een van de belangrijkste Turkse theoretici was Ziya Gokalp (1876-1924, deze persoon is afkomstig uit Diyarbekir. Sommigen beweren dat hij geen Turkse afkomst heeft). Hij wilde weliswaar hervormingen naar het westers voorbeeld invoeren, maar dan wel met een nationalistische (Panturkistische) kleur. Hij vond dat Turken "zichzelf niet kenden"; zij waren zich "niet bewust van hun nationale verantwoordelijkheden". Gökalp keerde zich af van het multi-etnische en multireligieuze karakter van de Ottomaanse staat. Hij riep de Turkssprekende intellectuelen op het voortouw te nemen in de ontdekking van het eigen volk en een nieuwe Turkse natie. Hij pleitte met andere woorden voor een proces van turkificatie.

De sociaal economische zwakheid begint zich te voelen en de repressie op de bevolking wordt heviger. Hoe langer hoe meer men begint te zoeken naar de slachtoffers.

Armenië maakte toen deel uit van het Ottomaans Rijk, dat begon langzaam uiteen te vallen. De christelijke Armeniërs kwamen in opstand (door ophitsing van de situatie door Rusland) met de islamitische Ottomanen. Op bevel van de Sultan Abdulhamit II werden massa’s Armeniërs en andere Christenen tussen 1892 en 1896 vermoord.

De onrusten op alle vlakken en in heel het rijk blijven duren. De macht van de sultan wordt kleiner. De Organisaties zoals "Genç Turkler – de Jonge Turken", krijgen meer en meer macht binnen de samenleving. Groot Turkse droom verwezenlijken Anatolië tot westen van China was de droom. En dat moest een land, een natie, een taal en islamitische zijn. De "Gunes ve Dil Teorisi – de Zon en Taal Theorie" is afkomstig van deze organisatie.1

In 1908 vond er in Turkije een machtsovername2 plaats door de Jonge Turken3. Deze machtsovername werd door de Armeniërs aanvankelijk gesteund. Tijdens Eerste Wereldoorlog koos het Ottomaanse Rijk partij voor Duitsland. Hierdoor raakte het in oorlog met Rusland. Rondom de frontlinie (in huidige Oost-Turkije of met name West Armenië) woonden veel Armeniërs. Uit angst dat de Armeniërs zich bij de Russen zouden aansluiten, besloot de Turkse regering tot deportatie van de massa’s Armeniërs, weg bij de frontlinie. Vooral de intellectuelen en vooraanstaande mensen, 1000 tal personen, werden het mikpunt van het regime. De legalisatie van de jacht op de niet islamieten in het Ottomaans Rijk is weer begonnen.

De Armeniërs wensten onafhankelijk te blijven tijdens de Eerste Wereldoorlog. Om de Duitsers en hun bondgenoten, o.a. Het Ottomaans Rijk, niet te dienen in zo een wereld oorlog wilden de mannen niet naar het legerdienst.

Evengoed als de koerden zochten ze de westerse mogendheden om de nodige steun te vinden voor en eigen vrije staat. Vooral met Engelsen, Russen en Fransen hadden ze contacten. De beloftes hielden in dat de oostelijke Ottomaanse provincies aan een onafhankelijk Armenië (de huidige Armeense Republiek) toegevoegd zouden worden.
De westerse mogendheden hielden hun beloftes niet en zowel de Armeniërs als de Koerden werden aan hun lot overgelaten.

De genocide

De Ottomanen zagen de samenwerking van de Armeniërs met de buitenlandse machten op Ottomaans grondgebied als verraad, temeer omdat ze eerst hadden verklaard onafhankelijk te blijven in de oorlog. Ook zouden er door Armeense groepen terreurdaden tegen Turkije worden gepleegd.

Na het vermeende ‘verraad’, besloot het Ottomaans regime officieel alle Armeniërs te deporteren naar zuidelijke provincies Syrië, dat toen nog deel uitmaakte van het Ottomaanse Rijk. De deportatie had echter in wezen geen bestemming. Volgens ooggetuigen en historische documenten bezweken Armeniërs op de doodsmarsen naar het hedendaagse Syrië aan dorst, honger of werden doodgeranseld of -geschoten door de soldaten van het Rijk. Voorts werden Armeense vrouwen en meisjes onderweg vrij algemeen verkracht, alvorens te worden vermoord. Volgens algemeen geaccepteerde wetenschappelijke bronnen zijn tijdens de genocide op de Armeniërs tussen 1915 en 1918 anderhalf van de twee miljoen Armeniërs vermoord.

De techniek en de vrijwel geheel ontbrekende internationale aandacht en reactie op de genocide, die bekend was bij brede diplomatieke en journalistieke kringen, zouden later inspireren tot andere genociden wereldwijd en met name voor de Holocaust op de Joden door Duitsland en bondgenoten in Centraal Europa. Uitzonderingen op de geringe aandacht die toentertijd aan de genocide werd besteed, waren de behandeling van de Amerikaanse krant New York Times en de toenmalige Amerikaanse  ambassadeur in Istanbul.

In mei 1918 wordt onafhankelijk Armenië uitgeroepen dat vocht aan de zijden van de Geallieerden. Deze eerste Armeense Republiek duurde 2,5 jaar. De Armeense verzetsmacht raakt in oorlog in een front met de Russen tegen de Turkse. De Noordoostelijke provincies van het Ottomaanse Rijk werden aan Armenië toegevoegd. Met de overgave van de Ottomaanse werden de grenzen van het nieuwe Armenië bekrachtigd in Het Verdrag Van Sèvres in 1920. Maar enkele jaren later is de westelijke Armenië weer in handen van de Turkse staat, die zich zelf officieel de ware erfgenaam van het Ottomaanse Rijk noemt.
In 1920 heeft de Republiek van Armenië zich aangesloten bij de Sovjetunie. Deze situatie heeft geduurd tot 1990. Vanaf dan is Armenië weer een onafhankelijke republiek die wel omringd is door aartsvijanden, nl. Turkije en Azerbeidjaan. Aan de noordelijke kant is Georgië die omwille van haar goede relaties met Turkije en Azerbeidjaan ook niet gemakkelijk maakt voor Armenië.
.
Turkse ontkenning

Volgens de Turkse regering zouden er 300.000 tot 500.000 slachtoffers zijn, tegen 1,5 miljoen (uit een totaal van 3 miljoen) volgens sommige wetenschappers en historici. Ook verklaart Turkije dat er geen sprake was van genocide, maar dat de doden het slachtoffer zijn geworden hongersnood en dergelijke die toentertijd in het gebied heersten. Turkije oefent – of oefende tot kort – ook druk uit op andere landen om het bestaan van de genocide te ontkennen, of in elk geval niet officieel te bevestigen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog hebben de Turken de kant gekozen van de Duitsers en Japan. De Armeniërs die de gewoonte hadden veel meer bvb. dan de Koerden of de Grieken, in Staatsdienst te werken werden gevraagd het leger in oorlog te dienen. In de oorlog tegen de toenmalige Rusland van de Tsaars werden vele Armeniërs in dienst zodanig gebruikt dat de overgrote meerderheid van hen stierf.4 Dat was ook een van de tactieken van de staat op de Armeniërs en andere Christenen. Eerst voldoende gebruiken en langzamerhand vernietigen.

De slachtingen, gedwongen massale verhuizingen, massale plunderingen zijn gebeurd ¨vooral in 1915 en 1916. Men spreekt van meer dan 1,5 miljoen Armeniërs (75 % van de totaal aantal Armenirs), 700.000 Suryoyo5 (Assyriërs, Syrische Orthodoxen, Chaldeeërs), 700.000 Koerden6 en duizenden Grieken.

Drie keer meer dan de totaliteit van deze getallen heeft moeten vluchten. De Armeniërs kozen  richting Syrië, Iran, Armenië, Europa, Canada, verenigde Staten van Amerika, Rusland, enz… De Koerden en Suryoyo hebben gekozen voor buurlanden, nl. huidige Armenië, Georgië, Syrië, Iran en Irak. De Grieken hebben gekozen voor Griekenland en Cyprius…

Om die redenen zijn de Armeniërs in diaspora drie keer meer dan de Armeniërs in huidige Armenië7.

De genocide wordt tot op de dag van vandaag ontkend door de Turkse autoriteiten. Bijvoorbeeld heeft de Turks eerste minister R. Tayip Erdogan naar aanleiding van een bezoek van een groep parlementeren uit Frankrijk het volgende gezegd: "ik wist niet dat 400 000 Armeniërs in Frankrijk zou lukken een referendum te laten houden rond over vraag lidmaatschap Turkije bij EU."
Deze uitlatingen van de Turkse eerste minister hebben voor velle reacties gezorgd bij de Armeniërs in het buitenland. De Franse minister van Armeense afkomst Patrick Devedjian reageerde op volgende manier "Blijkbaar vind Erdogan erg dat de 400 000 Armeniërs die ontsnapten aan de genocide nog in leven zijn."
Aan deze ontkenning van de genocide en vervalsing van de geschiedenis nemen eigenaardig genoeg ook de Turkse "wetenschappers". Door hen worden op nationaal en internationaal vlak "conferenties", "studies" georganiseerd om hun eigen versie doen geloven. Soms gaan zowel de Turkse autoriteiten als de "Turkse wetenschappers" zover dat ze zelfs in staat zijn om te beweren dat de genocide niet door de Ottomanen-Turken op de Armeniërs en andere volkeren gepleegd is maar dat in feite de Armeniërs genocide gepleegd hebben op de Turken.
Hoe dan ook wordt de genocide op de Armeniërs en andere christelijke volkeren en de Koerden door de meeste buitenlandse wetenschappers en historici aangenomen. en vragen de Turkse autoriteiten hetzelfde te doen. De vervalsing en ontkenning van de genocide op de volkeren vorige eeuw, de blijvende culturele genocide nu is niet meer te tolereren.
Een van de voorwaarden van het Europees Parlement voor de volwaardige lidmaatschap van Turkije bij de EU is o.a. de erkenning hiervan door Turkije. De V.S.A, Rusland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België in 1997 en onlangs Nederland en andere landen erkennen dat er genocide is gepleegd op de Armeniërs. 8 Ze vragen de Turkse autoriteiten de realiteit van de geschiedenis te accepteren en de genocide te erkennen.
 
In België zijn Turken ook heel actief om de geschiedenis te vervalsen. Op het Henri-Michaux plein in Elsene (Brussel) staat sinds 1997 een monument ter nagedachtenis van deze volkerenmoord. De Turkse gemeenschap in België is zeer ongerust over dit monument. De Turkse lobbyisten,  op de kop de Turkse ambassade en consulaat, de politici van Turkse oorsprong, de Turkse leerkrachten, journalisten, vertegenwoordigers van de Turkse verenigingen, Turkse studenten en de moskeevertegenwoordigers vormen een blok en leveren een hevige strijde om dit monument te doen verdwijnen uit Elsene.

Niet alleen de Brussels staatssecretaris Emir Kir maar ook de volksvertegenwoordiger Emin Ozkara van Turks oorsprong (PS) maar ook Fatma Pahlivan en Cemal Cavdarli (SP&A), Nebahat Acar (CD&V), Meryem Kaçar (Groen!) ontkennen en vervalsen de genocide gepleegd door de Ottomaanse en Turkse autoriteiten begin vorige eeuw. Emir Kir is in opspraak gekomen, omdat hij de volkerenmoord door de Turken op de Christelijke Armeniërs ontkende, en opriep om een Brussels monument ter nagedachtenis van de slachtoffers van die genocide te vernielen.

Op de in Turkse kringen populaire webstek van Beltürk verklaarde mevrouw Acar dat men zich beter zou bezighouden met de integratie van Turkse jongeren dan met het oprichten van monumenten voor de ZOGENAAMDE Armeense genocide.
Met deze uitspraak geconfronteerd verduidelijkte ze nogmaals dat "met het oprichten van monumenten die verdeling zaaien de wereld er niet op vooruit gaat".

Blijkbaar is het momenteel bon-ton om in de Brusselse meerderheidskringen de volkerenmoord van de Turken op de Armeniërs te ontkennen. Toch een bijzonder eigenaardig gedrag, aangezien het net die partijen zijn die zichzelf maar al te graag omschrijven als verdraagzaam en democratisch.

Voordat die zelfverklaarde democratische partijen er ook maar aan zouden denken om te raken aan de overheidssubsidies van zogenaamde "ondemocratische" partijen zouden ze beter eens de hand in eigen boezem steken. De PS op kop !

 

1 Volgens deze theorie is de Turkse natie superieur, alle talen zijn afkomstig van het Turks, alle andere volkeren zijn afstammelingen van de Turken en de huidige wereldse beschaving komt oorspronkelijk ook van de Turkse.
2 In 1908 pleegde een groep Turkse officieren een staatsgreep. Zij stelden zich ten doel: modernisering van de staat; een parlementaire democratie; afschaffing van allerlei voorrechten voor groepen buitenlanders (zoals Engelsen, Fransen en Duitsers). Ze werden geïnspireerd door het voorbeeld Japan, dat zich eind negentiende eeuw in hoog tempo had gemoderniseerd. Het waren nationalistische officieren, die de Europese opdringerigheid en overheersing haatten en tegelijk de westerse techniek en vooruitgang bewonderden.
Sultan Abdul Hamid II beschikte niet over loyale troepen en capituleerde voor de opstandige Jong-Turken. Hij moest akkoord gaan met het kortwieken van zijn macht. Binnen een jaar werd hij vervangen door zijn kleurloze broer Mehmet V, die geen enkele invloed had. Hierna liep het snel mis. De Jong-Turken pleegden verraad aan hun eigen idealen. In plaats van een gemoderniseerde staat, creëerden zij een militaire dictatuur. Op arrogante, chauvinistische wijze onderdrukten zij de opstanden van andere volkeren voor vrijheid, zoals van Albanezen, Arabieren, Koerden en Armeniërs..

3 De Jonge Turken is een bijnaam voor een groep Turkse officieren die in 1908 een staatsgreep pleegden. Zij hadden zich uit ergernis over het afkalven van het Ottomaanse Rijk en de decadentie aan het hof verenigd in deze geheime vereniging, het "Comité voor Eenheid en Vooruitgang", bijgenaamd de Jong Turken
4 Robert Melson, On the uniqueness and comparability of the holocaust: a comparison with the Armenian Genocide, p. 11.
5 Evgil Türker, European Syriac Union, Brussels
6 George Shamoev, Keremê Anqosî, Aslan Beg, Rapport of the Yezidi-Kurds foor UN, International Fund of Protection of the Rights and Religions – Cultural Heritage of Kurds, 2003, Tbilisi, Georgië
7 Armenië was een regionaal rijk met een rijke cultuur die naar jaren van de eerst Eeuw leiden, in een periode waar het alle landen tussen Zwarte Zee en de Kaspische zee omvatte. In 301 was Armenië de eerste formele staat die het Christendom aannam als zijn officiële staatsgodsdienst, twaalf jaar voor Rome. Het veranderde ook tussen verschillende dynastieën. Maar na veroverd te zijn door Byzantijnen, Arabieren, Turken en Mongolen, was Armenië wezenlijk verzwakt. In 1454 verdeelde het Ottomaanse Rijk en Perzische Armenië onder zichzelf.
In 1828 werd Perzisch Armenië in het Russische Rijk gefuseerd. Dit werd met de USSR in 1920 herhaald, nadat Armenië kort bestaan had als een onafhankelijke staat. De Armeniërs die in het westelijke deel van Armenië (Ottomaans Armenië) leefden werden onderworpen aan de Armeense Genocide in 1915 waar 1,5 miljoen Armeniërs gedood werden en velen anderen gedeporteerd werden.

8 Tot nu toe alleen op de Armeniërs. Sinds jaren vragen ook de Suryoyo, de Koerden en anderen ook de erkenning van de genocide op hun identiteit.

Brussel, 08.02.2005, verschenen in de Tijdschrift De Koerden. Nr. 22

F
E
E
D

B
A
C
K