Gedeporteerde Armeniërs op weg naar de woestijn in Syrië (Bron: collectie Armin T. Wegner via armeensegenocide.info)

Precies 104 jaar geleden pleegde het Ottomaanse Rijk genocide op diverse volkeren in de regio. Armeniërs, Assyriërs, Suryoyo, Grieken en andere Christelijke volkeren, maar ook de Koerden, voornamelijk de Êzîdî’s, werden op een barbaarse manier omgebracht. De moord op meer dan 1,5 miljoen mensen is een misdaad tegen de mensheid. De autoriteiten hebben een etnische zuiveringspolitiek gerealiseerd. De schuldigen zijn de Ottomaanse autoriteiten en hun handlangers – waaronder de restanten van Hamidiye milities – en sommige stamhoofden in de regio. 


De Turkse staat, die proclameert de erfgenaam van het Ottomaans Rijk te zijn, ontkent de feiten en vervalst de geschiedenis. Veel erger is dat de Turkse autoriteiten nu nog steeds bezig zijn met die etnische en religieuze zuiveringspolitiek. Er is een schoonmaakoperatie aan de gang tegen de oorspronkelijke volkeren, godsdiensten en culturen van de regio tot op de dag van vandaag. De bezittingen van de oorspronkelijke volkeren worden in beslag genomen en vernietigd. Hun kerken, gebedsplaatsen, culturele en religieuze centra worden vernield. De mensen worden vermoord, gevangengezet en het land uit gejaagd. En alsof dat nog niet volstaat doet de internationale gemeenschap alsof hun neus bloed. Dat is pure hypocrisie. 


De Koerdische politieke partijen en andere organisaties hebben toen – en ook nu – de genocide sterk veroordeeld en verklaren zich solidair met de volkeren in kwestie. Tegen de zuiveringspolitiek van de Turkse staat voert de Koerdische vrijheidsbeweging een zware strijd. Deze strijd is al een eeuw bezig. Maar vooral de strijd die de PKK voert, heeft de steun van miljoenen onderdrukten, Koerden en andere volkeren in de regio. 
Koerdische strijders in de bergen en politici in de steden zijn onafgebroken bezig. Daarom is de repressie van de Turkse staat heviger geworden en krijgt ze een barbaars karakter. De leider van de Koerdische vrijheidsbeweging, de heer A. Öcalan, zit al zeven jaar in isolatie. Hij mag geen bezoek krijgen van zijn advocaten en familieleden.


Om de barbaarse politiek van de Turkse staat aan te klagen zijn op dit ogenblijk meer dan 7000 Koerden in hongerstaking. Het is begonnen met parlementslid Layla Güven, gevolgd door duizenden anderen in zowel het binnen- als buitenland. Hierbij verzoeken we iedereen solidair te zijn met deze hongerstakers. De internationale gemeenschap moet ook zijn verantwoordelijkheid nemen en de nodige stappen ondernemen om gerechtigheid te realiseren. Zo niet, maakt ze zich mee schuldig aan de misdaden van de Turkse staat. 


Namens het Nationale Congres van Koerdistan en hun aangesloten organisatie, het Koerdisch Instituut te Brussel. Vertegenwoordigd door Zubeyir Aydar, Ferda Cetin, Haci Ehmedî, Refiq Ghafur en Filiz Koçali, Derwich M. Ferho

(Herdenking op 24 04 2019, Square Henri Micahux – 1050 Brussel)

F
E
E
D

B
A
C
K