Interview met PKK-leiders Cemil Bayik en Hacer Zagros.
Ludo De Brabander
De PKK, de Koerdische Arbeiderspartij, voert al sinds het eind van de jaren 1970 strijd voor de Koerdische rechten tegen de Turkse staat. Anno 2015 is er veel veranderd, zowel in Turkije en de bredere regio, als binnen de Koerdische beweging.
In Turkije zijn de militairen op het achterplan gedrongen door de islamistische Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) van huidig president Recep Tayyip Erdoğan, die in toenemende mate de autoritaire toer op gaat. De PKK heeft dan weer een ideologische transformatie doorgevoerd waarbij het autoritaire marxisme-leninisme is vervangen door het democratisch confederalisme, met grote aandacht voor basisdemocratie, vrouwenrechten, maatschappelijke diversiteit en de ecologische strijd. Verschillende vredesvoorstellen werden de afgelopen jaren door de PKK voorgelegd aan de Turkse regering, maar tot nu zonder veel resultaat. De nieuwe ideologische boodschap van de PKK en de succesvolle strijd van de HPG (de militaire tak van de PKK) en de Koerdische zusterorganisaties in Syrië en Iran tegen de Islamitische Staat (IS), zorgen voor een groeiende populariteit van de organisatie binnen en buiten Koerdistan. Dit interview is het resultaat van twee gesprekken die plaatsvonden begin juni, vlak voor de Turkse verkiezingen, in het Qandil-gebergte in Irak aan de grens met Iran, waar de PKK een grote basis heeft. Cemil Bayik behoort tot de stichters van de PKK en is een van de twee covoorzitters van de KCK (Unie van Gemeenschappen van Koerdistan), zeg maar de uitvoerende raad van de PKK en alle aanverwante (politieke en militaire) organisaties in Syrië, Irak en Iran. Hacer Zagros is covoorzitster van Kongra-Gel (het Volkscongres van Koerdistan), de politieke vleugel van de PKK.
Wat verwacht je van de Turkse algemene verkiezingen van 7 juni 2015?
Bayik: Sinds het ontstaan van Turkije zijn verkiezingen nog nooit zo belangrijk geweest. De inzet is de verandering van regime. De verkiezingsstrijd speelt zich vooral af tussen de AKP en de linkse HDP [de pro-Koerdische Democratische Partij van de Volkeren]. De AKP is sinds 2002 aan de macht in Turkije en heeft kleinschalige veranderingen doorgevoerd, maar fundamentele hervormingen bleven uit. Erdoğan wil de macht van de president, de functie die hij nu uitoefent, versterken. Dat kan alleen maar als de AKP opnieuw de absolute meerderheid binnenrijft [wat niet gelukt is]. Turkije was nooit een echte democratie en nu wil de president nog meer macht en streeft hij naar een totalitair systeem. De HDP wil naar een nieuw Turkije en wil van het land een echte democratische rechtsstaat maken, een staat die er is voor alle volkeren die er in leven en niet enkel voor de Turkse meerderheid.
Op internationaal vlak geraakt Turkije in toenemende mate geïsoleerd. Heel wat landen en staatsleiders zien Erdoğan liever van het politieke toneel verdwijnen. Ook in Turkije moeten steeds meer mensen niet meer van Erdoğan weten. Het project waar de HDP voor staat kan de redding betekenen voor het land. Als de HDP de kiesdrempel [van 10%] haalt zal ze al het mogelijke doen om verandering te bewerkstelligen in Turkije.
Welke rol speelt PKK-leider Abdullah Öcalan in de Turkse kiesstrijd?
Bayik: Sinds 5 april zijn er geen contacten meer geweest met Abdullah Öcalan, die nog steeds gevangen zit op het Turkse eilandje Imralı. We kennen zijn situatie niet. Verschillende delegaties van de HDP hebben de afgelopen weken pogingen ondernomen om hem te bezoeken, maar die werden telkens afgeblokt door de Turkse autoriteiten. De reden is dat Apo [de populaire Koerdische bijnaam van Öcalan] al verschillende voorstellen heeft gedaan om tot een vredesproces te komen die tot niets hebben geleid. Apo heeft de Turkse regering gevraagd om eindelijk duidelijkheid te scheppen. In volle verkiezingsstrijd zorgt dat voor veel ongenoegen bij de AKP. Streeft de AKP naar vrede? De regering blijft daar heel dubbelzinnig over doen. Öcalan heeft in 2013 tijdens Newroz [het Koerdische nieuwjaarsfeest op 21 maart] een staakt-het-vuren en een terugtrekking van de PKK-troepen uit Turkije aangekondigd. Hij stelde voor om de Koerdische kwestie niet langer met wapens maar via een politieke dialoog op te lossen. Met dit doel voor ogen formuleerde hij tien punten om de Koerdische kwestie vreedzaam aan te pakken.
In februari 2015 legden een delegatie van de HDP en een vertegenwoordiging van de regering een gezamenlijke verklaring af, waarbij ze zich akkoord verklaarden om vredesonderhandelingen op te starten op basis van de voorgestelde tien punten. Er werd onder meer afgesproken om in de schoot van het Turks parlement een Waarheids- en Verzoeningscommissie op te richten die moest nagaan wat er in het verleden allemaal is misgegaan rond de Koerdische kwestie en wat er in de toekomst diende te gebeuren. Deze commissie moest ook met Öcalan op het eiland Imralı gaan praten, maar dat is helemaal niet gebeurd. De afspraken rond de tien punten zijn niet nageleefd.
De AKP heeft uiteindelijk besloten dat ze geen voordelen kon halen uit dit proces. Het definitieve keerpunt kwam er toen de HDP besliste om als partij op te komen tijdens de Turkse verkiezingen in plaats van via onafhankelijke kandidaten, iets wat pro-Koerdische en Koerdische partijen normaal gezien doen om de hoge kiesdrempel [die uitsluitend geldt voor partijen] te omzeilen. Erdoğans hoop om met een vredesproces extra publieke steun te vergaren, vooral onder de Koerden, was daarmee vervlogen. Hij vreesde namelijk dat de HDP veel stemmen zou afsnoepen van de AKP, die een absolute meerderheid nodig heeft in het parlement om zijn ambitie van een sterk presidentieel systeem te verwezenlijken. Als de HDP er in slaagt om de kiesdrempel te halen, zal deze ambitie de grond in worden geboord. Vandaar dat de regering op de rem is gaan staan en het vredeproces saboteerde. Voor ons is het ware gezicht van de AKP heel duidelijk naar voor gekomen. We hebben gezien hoe Erdoğan reageerde op de aanval van IS tegen de Koerdische stad Kobanê in Noord-Syrië. Hij speculeerde openlijk op een overwinning van IS. Erdoğan hanteerde plots ook een ander discours ten opzichte van de Koerden. Hij begon te verklaren dat er geen Koerdische kwestie bestaat, dat er geen sprake was van onderhandelingen of afspraken. We hebben dit begrepen als een signaal van iemand die Turkije wil polariseren.
De PKK heeft als partij een hele evolutie doorgemaakt, van autoritair marxistisch-leninistisch naar het democratisch confederalisme. Waarom?
Zagros: We waren een beweging die een ideologie aanhing die in het verleden zeer populair was. Maar we hebben onze ideologie aangepast aan de noden. De vorige ideologie stoelde op staatsvorming op basis van ‘één natie, één staat’. Marx heeft een wetenschappelijke analyse gemaakt en de basis gelegd voor een ideologie. Wij namen de marxistische basisprincipes over, maar voor de kwestie van de relatie tussen staat en volkeren was Marx niet langer voldoende. Ook waren er aanpassingen nodig om te kunnen antwoorden op de uitdagingen van het moderne kapitalisme.
Bayik: We hebben ingezien dat er bepaalde zaken fout liepen. Het was nodig om onze werking kritisch te evalueren. Aan het model van toen hebben we dan ook moeten sleutelen. Er zijn heel wat veranderingen doorgevoerd. Het is vooral onze leider, Abdullah Öcalan, die op basis van zelfkritiek het model waar we nu mee werken, naar voor heeft geschoven. Wat we gedaan hebben, is de fouten geanalyseerd en een nieuwe strategie ontwikkeld. Vroeger wilden we bijvoorbeeld bepaalde zaken realiseren waarin we geloofden, maar wat we in werkelijkheid zagen en deden kwam daar niet mee overeen. Dat is een van de redenen waarom we moesten veranderen. Een andere reden was het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Hoewel de beslissing tot verandering al was genomen, zorgde dat ervoor dat het proces sneller doorgevoerd moest worden. Bij het ontstaan van onze beweging streefden we naar een nieuwe maatschappij waarin we vrij konden leven en sociale en economische vooruitgang konden boeken. Maar we kwamen heel dikwijls tot de vaststelling dat we ideologisch niet sterk genoeg waren om dit te realiseren. We hebben beseft dat ‘natiestaten’ niet in staat zijn om onze rechten te garanderen. We zagen dat natiestaten die de dictatuur van het proletariaat probeerden om te zetten in de praktijk, de compleet foute weg waren ingeslagen. We hebben ingezien dat het weinig zinvol is om een staat te bestrijden om die dan te vervangen door een andere staat. Daarom hebben we aan het socialistische model grondige ideologische veranderingen aangebracht.
Jullie verwerpen met andere woorden voortaan de centrale macht van de natiestaat?
Zagros: In natiestaten domineert het ene volk het andere. In Turkije bestaat nog altijd de nationalistische mentaliteit van ‘één volk, één natie, één taal’. Het is niet ons doel om het systeem van de natiestaten te kopiëren. Ons gevecht voor de vrijheid van het Koerdische volk mag niet leiden tot een hegemonie van het Koerdische volk op het Turkse of andere volkeren die binnen een Koerdische staat zouden leven. We willen de Turkse, Perzische of Arabische hegemonie niet vervangen door een Koerdische. Een andere kwestie waar we problemen mee hebben is het samengaan van natiestaten en oorlog. Het samenlevingsmodel waar we nu naar streven is maatschappijgericht en valt binnen een democratisch systeem. Onze beweging is niet alleen ontstaan om het probleem van de Koerdische onderdrukking op te lossen, maar ook om een antwoord te bieden op verschillende kwesties zoals etnische diversiteit, religie, jeugd, ecologie, vrouwenrechten en economie. We zien dat het huidige Turkse staatssysteem problemen genereert rond al deze punten. De belangrijkste kwestie is de positie van de vrouw in de maatschappij. Daarom zegt Öcalan ook dat onze revolutie, die van de vrouw is.
Bayik: We kiezen voor een confederaal model waarbij we de centrale macht niet langer bij een natiestaat willen leggen. We strijden voor een echte democratische samenleving, niet een democratie waar de meerderheid over de minderheid heerst. Elke persoon -van welke identiteit dan ook- moet over dezelfde rechten kunnen beschikken. Wij erkennen de term minderheid niet. Iedereen is evenwaardig.
We streven naar drie vormen van democratie: het democratische zelfbeschikkingsrecht, een democratische natie en het democratisch confederalisme. Democratie is de absolute basis van het project dat we willen realiseren. Er is de realiteit van de gemeenschap die bestaat uit diverse identiteiten. Elke identiteit heeft zijn eigenheden en kenmerken die het verschil maken met de andere identiteiten. Je kan die verschillen niet ontkennen of onderdrukken. Als je dat wel doet, dan verdedig je een fascistisch systeem. Een democratisch systeem kan niet bestaan op basis van de ontkenning van identiteiten, maar wordt net geconstrueerd op basis van de erkenning van die verschillende identiteiten. Het democratisch zelfbeschikkingsrecht impliceert geen gecentraliseerde natiestaat, maar een democratisch confederaal systeem. Daarom willen we ook geen centrale macht. De realiteit is dat de maatschappij niet uit één kleur bestaat. Je kan niet van alle kleuren één kleur maken. Dat is de realiteit van de maatschappij ontkennen. Eén kleur, één stem, dat is verkeerd. Dat loopt altijd slecht af. Hoe meer kleuren en hoe meer stemmen, hoe meer verschillen die elkaar respecteren en naar elkaar luisteren, dat kan de basis vormen van een positieve gemeenschap. De veranderingen die we binnen de PKK hebben doorgevoerd zijn in dat opzicht echt fundamenteel.
Is de PKK dan een anarchistische beweging geworden?
Bayik: Er zijn een aantal aspecten van het anarchisme waar we ons in kunnen vinden, maar daarom niet alles. Vrijheid betekent voor ons verantwoordelijkheid. In het anarchisme heb je soms een vrijheid die gelijkstaat aan onverantwoordelijkheid. Maar goed, in onze eigen beweging zullen we nooit beweren dat we alles goed doen en de waarheid in pacht hebben. We proberen gewoon lessen te trekken uit de geschiedenis. Het belangrijkste is dat we de goede dingen die elders bestaan kunnen overnemen.
Als bevrijdingsbeweging gaan jullie eigenlijk een dubbele strijd aan: enerzijds gericht tegen de onderdrukking van een natiestaat, maar anderzijds ook gericht tegen het patriarchaal systeem dat de vrouw onderwerpt. Het valt op dat jullie de laatstgenoemde strijd heel erg centraal plaatsen.
Zagros: Abdullah Öcalan schrijft in een van zijn manifesten dat de hoofdrolspelers in de strijd de vrouw en de jeugd zijn. Vrouwen waren van in de beginperiode actief betrokken bij de strijd van de PKK. Zelf heb ik sociale economie gestudeerd aan de universiteit. Maar ik was er me lang niet van bewust dat heel onze maatschappij stoelde op een mentaliteit waarin de man centraal staat. Onze opvoeding was gebaseerd op de macht van de man. Ook bij mij thuis. Ik ben afkomstig van de Syrische stad Aleppo en heb een Koerdische vader en een Arabische moeder. Toen ik me aansloot bij het project van de PKK was dat – zoals bij zovelen – louter omwille van de Koerdische nationale kwestie. Het is pas nadien dat we ons bewust werden van die andere te voeren strijd tegen het patriarchaat. Het is altijd zo geweest dat de vrouw, zelfs in de strijd tegen de onderdrukking, zichzelf niet zag als een zelfstandig, volwaardig wezen. De man nam altijd de belangrijkste plaats in. De vrouw kwam pas op de tweede plaats. Nu heeft de PKK een eigen vrouwenleger. Voor elke leidende functie binnen de partij, binnen gerelateerde organisaties of in het Koerdisch bestuur, zoals in Rojava – de autonome Koerdische regio in het noorden van Syrië – hebben we nu een covoorzitterschap dat verdeeld wordt over een man en een vrouw.
Nu zijn we bezig met het verder ontwikkelen van de ‘gynologie’. Het gaat om een alternatieve wetenschappelijke interpretatie van de mythologie, psychologie, geschiedenis en andere menswetenschappen die grotendeels zijn opgebouwd rond patriarchale denkbeelden. De gynologie heeft tot doel om de vrouwelijke kijk op deze takken te benadrukken. De vrouw heeft namelijk een belangrijke plaats in de geschiedenis. Wij proberen deze plaats goed te analyseren, te begrijpen en te ontwikkelen. Er zijn historische periodes waarin de vrouw een veel belangrijkere plaats had. In het neolithicum beschikte de vrouw bijvoorbeeld over maatschappelijke macht. Maar in de loop van de geschiedenis is de rolverdeling geleidelijk aan in het voordeel van de man ontwikkeld. De vrouw heeft altijd strijd moeten leveren voor haar identiteit. We volgen de beweging van de feministen, anarchisten, ecologisten en proberen er onze bijdrage aan te leveren vanuit de gynologie. We voelen ons vertegenwoordigers van die bewegingen. Daarom hebben we onze oude ideologie vernieuwd.
De Koerdische maatschappij is op veel plaatsen een zeer traditionele, tribale en hiërarchische maatschappij. Hoe groot is de weerstand?
Zagros: Ik ben zopas teruggekeerd uit Rojava. Ik durf te zeggen dat de overgrote meerderheid van de bevolking daar de veranderingen steunt. Het is een levenswijze geworden. Een voorbeeld. Vroeger was het ondenkbaar dat een meisje of een vrouw haar huis of omgeving zou verlaten om elders te gaan werken of politiek actief te zijn. Maar nu is dat allemaal mogelijk in Rojava en ziet bijna niemand dat nog als een probleem. Het valt op dat de grote meerderheid van de bevolking het nu normaal vindt dat de vrouw gelijkwaardig is aan de man. Een ander deel van de bevolking blijft er echter moeite mee hebben.
Wat vinden jullie van de strijd om vrouwenrechten zoals die gevoerd wordt in het westen?
Zagros: De vrouw heeft een zware strijd gevoerd in Europa. We hebben de vrouwenemancipatie in Europa grondig bestudeerd en bediscussieerd. We zien de geschiedenis van de vrouw als een geheel. Als het gaat over ‘de vrouw’ en haar rechten dan bestaan er geen grenzen. Daarom zien we de strijd van de vrouwen in Europa ook als onze strijd. Vrouwen in Europa hebben hard gevochten om op gelijkwaardige voet te staan met mannen, maar toch zien we ook in Europa bepaalde tekortkomingen. Vrouwen hebben het uiteindelijke doel niet bereikt, omdat de patriarchale samenleving nog altijd aanwezig is. Ondanks het feit dat vrouwen het ver gebracht hebben in Europa, blijven we de macht van de man zien. De strijd die de vrouw voert mag er niet toe leiden dat ze doet wat de man doet, dat ze de mentaliteit van de man overneemt. De vrouw moet zichzelf zijn. In het Europese economische leven zien we vrouwen en mannen tegenwoordig hetzelfde soort werk doen, maar de beslissingscentra zijn nog altijd grotendeels in handen van mannen.
Ondanks de vredesinitiatieven van de PKK en de succesvolle strijd van de HPG en het Koerdische Volksverdedigingsleger (YPG) in Rojava tegen de Islamitische Staat, staat de PKK nog altijd op de terreurlijsten van verschillende westerse landen en organisaties.
Bayik: De PKK is op verschillende lijsten van terroristische organisaties terecht gekomen omwille van economische en politieke belangen. Het is de Turkse staat die er voor gezorgd heeft dat de PKK op de terreurlijsten van zijn bondgenoten, de EU, de VS en de NAVO staat. De VN en heel wat individuele Europese landen beschouwen ons niet als een terroristische organisatie. Langs de andere kant weet iedereen dat de Turkse staat gewelddadige jihadistische groeperingen steunt, met inbegrip van de Islamitische Staat (IS). De VS, de EU en de NAVO zeggen dat IS een terroristische organisatie is en hebben een coalitie samengesteld om de groepering te bestrijden. De wereld heeft ondertussen ook kunnen vaststellen dat de PKK en het Koerdische Volksverdedigingsleger de enige bewegingen zijn die in staat zijn om op het terrein zware klappen uit te delen aan IS. In Baṣûr [Iraaks Koerdistan] gebeurt dat samen met de Peshmerga [de strijdkrachten van Iraaks Koerdistan] en de autoriteiten van de Koerdische Regionale Regering. In Sinjar [of Shengal, de stad en regio van de Êzîdî’s, een religieuze minderheid in Irak die door IS als duivelsaanbidders worden beschouwd] hebben onze guerrillastrijders verhinderd dat het tot een massamoord is gekomen. Het waren ook de PKK-guerrilla’s die hebben belet dat de hoofdstad van Iraaks-Koerdistan, Erbil, in handen zou vallen van IS. Ook in Syrisch Koerdistan [Rojava] helpen we IS op dezelfde manier bestrijden als in Baṣûr. De guerrilla’s van de PKK strijden momenteel tegen IS met luchtsteun van de coalitielanden. Dat is geen geheim. Hoe is het dan nog mogelijk dat de PKK nog altijd op de terreurlijsten staat? Volgens mij is dat een complete contradictie. Het is hoog tijd dat de westerse bondgenoten van Turkije zich eens grondig bezinnen en de PKK van hun terroristenlijsten schrappen.