1 oktober 2020, Derwich Ferho – voorzitter Koerdisch Instituut

Op 27 september lanceerde het leger van Azerbeidzjan een grootschalig offensief tegen Armenië en Artsakh (Karabach). Verschillende eerdere uitspraken van de oorlogszuchtige presidenten Aliev (Azerbeidzjan)  en Erdogan (Turkije) lagen aan de basis van deze agressie. Beide heren hebben er ook geen enkele moeite mee om te melden dat er gezamenlijke militaire manoeuvres van Turkije en Azerbeidzjan in de streek aan de gang zijn.

Armeense bronnen melden intussen dat Erdogan meer dan 4.000 jihadistische huurlingen vanuit Turkije, Syrië en Libië naar de regio stuurt om ze tegen Armenië te gebruiken. Aan deze aanval nemen Turkse F16-vliegtuigen deel, maar ook Turkse grondtroepen en drones.

Het is duidelijk dat noch Azerbeidzjan, noch Turkije het ooit hebben verteerd dat het uitgesproken Armeense Karabach in de handen viel van Armenië in 1994. De inwoners van Nagorno-Karabach hadden immers om onafhankelijkheid gevraagd en een georganiseerd referendum was grotendeels gewonnen, waardoor het onafhankelijkheidsproces in overeenstemming met de grondwet was opgezadeld. Toen al brak er een oorlog uit tussen Azerbeidzjan en Armenië.

Azerbeidzjan heeft vele malen geprobeerd de overhand te krijgen toen het zich sterk genoeg voelde om de Armeense strijdkrachten te verslaan, zoals in de 4-daagse oorlog in april 2016 en meer recent in juli 2020. Al 25 jaar maken Azerbeidzjan en Turkije gebruik van waanzinnige anti-Armeense racistische retoriek, en getuigen zij van oorlogszucht in de regio. De afgelopen jaren heeft Erdogan’s Turkije er alles aan gedaan om zichzelf nog meer te doen gelden in Azerbeidzjan en om de droom van zijn Pan-Turkse voorgangers te verwezenlijken door Armenië te vernietigen en de weg vrij te maken voor de Turkse landen in Centraal-Azië.

Turkije valt het Noord-Oosten van Syrië aan, maar ook het Noorden van Irak en Libië, en het neemt zijn toevlucht tot provocaties in de Middellandse Zee. Om nog maar te zwijgen van de terreur en onderdrukking tegen de Koerden en haar eigen bevolking.

Geconfronteerd met dit grote gevaar, moet de Internationale Gemeenschap er alles aan doen om deze genocide-plegers een halt toe te roepen en te voorkomen dat dit ons naar een situatie van ‘no return’ leidt. Men mag niet doof en stom blijven voor al het onrecht waarvan de gewone bevolking in die regio het slachtoffer is. Van een islamo-fascistische macht, die oorlog voert tegen al haar buren, die het Koerdische volk en de andere minderheden onderdrukt, en de democratisch oppositie onderdrukt.

Ook in Nagorno-Karabach is de enige oplossing de vrijheid van meningsuiting, van identiteit, beoefenen en beleving van eigen taal, cultuur en religie. Niet de oorlog, maar een democratie waar iedereen zichzelf kan zijn is de oplossing. Islamo-fascisme, de grenzeloze arrogantie en racistische koers van Erdogan is een reëel gevaar. Niet alleen voor de regio in kwestie, maar voor heel de wereld. President Aliev moet dat ook kunnen zien en begrijpen. Hij mag niet onder de agressieve invloed van Erdogan beginnen handelen.

Uit verklaringen is heel duidelijk te verstaan dat alle Koerdische politieke partijen, NGO’s, verenigingen enz. de internationale gemeenschap oproepen om deze agressiviteit vanwege Turkije en Azerbeidzjan tegen Armenië en Nagorno-Karabach een halt toe te roepen.

F
E
E
D

B
A
C
K