HONGERSTAKING SYRISCHE POLITIEKE GEVANGENEN

IN ADRA-GEVANGENIS BEËINDIGD

Brussel (10 december 2009) -. Sinds 30 oktober 2009 waren verschillende Koerdische politieke gevangenen – leden van de Democratische Eenheidspartij, de PYD, de PKK en de vrouwenorganisatie Sittar – in hongerstaking gegaan in de Adra-gevangenis in Damascus uit protest tegen het gevangenisregime. Op 7 december waren er in totaal  al meer dan 300 politieke gevangenen in Damascus in hongerstaking. Na uitvoerige onderhandelingen met de Syrische autoriteiten werden de eisen van de Koerdische gevangenen voor een menswaardig gevangenisregime ingewilligd en werd de hongerstaking op 8 december beëindigd.

Koerdische politieke gevangenen waren op 30 oktober 2009 een hongerstaking gestart uit protest tegen de omstandigheden in de gevangenis, de oneerlijke processen en de rassendiscriminatie. De hongerstaking in de Adra-gevangenis, zo’n 20 km ten noordoosten van Damascus, was een wanhopige poging van de gevangenen om de aandacht van de regering te trekken.

De gerechtelijke autoriteiten beschikken over een breed spectrum van strafvoorzieningen waarop ze beroep kunnen doen om een reeks vreedzame activiteiten te bestraffen:

  1. – Voorzieningen die elke oproep die gekarakteriseerd kan worden als ‘aanzetten tot sectaire, raciale en religieuze strijd’ criminaliseert (art. 307 van de Syrische strafwet)
  2. – Voorzieningen die ‘elke daad, toespraak of geschrift’ die beschouwd kan worden als het bepleiten dat ‘delen van het Syrische land afscheiden en het bij een ander land aansluiten’ criminaliseert (art. 267)
  3. – Voorzieningen die ‘elke bijeenkomst van meer dan zeven mensen met het doel om te protesteren tegen een beslissing of maatregelen genomen door de openbare autoriteiten’ behandelt als een ordeverstoring dat strafbaar is van één maand tot twaalf maanden gevangenisstraf (art. 336)

Zo werden op 14 april 2009 zeven leden van de Koerdische partij PYD (Zaynab Huru, Latifa Muhammad Manan, Saleh Mesto, Rashad Ibrahim, Nuri Mustapha Hussein, Muhammad Habash Resho en Ibrahim Sheikho Allush) op beschuldiging van behoren tot een geheime organisatie (art. 288 van de Syrische strafwet) en artikel 267 (zie boven) veroordeeld door het Syrische Hooggerechtshof voor de Staatsveiligheid. De straffen variëren van 6 tot 12 jaar gevangenisstraf.

De gevangenen riepen de Syrische autoriteiten op om de internationale standaard voor de behandeling van gevangenen te respecteren. De gevangenen protesteerden met de hongerstaking ook tegen de onwettige processen. Na 29 dagen was hun gezondheidstoestand erg verslechterd, leden verschillende gevangenen aan zware migraine-aanvallen, gewichtsverlies en uitdrogingsverschijnselen. Vanuit de Interparlementaire Werkgroep Koerden waren wij van plan om een briefschrijfactie te organiseren waarin wij het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC), de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, de VN-rapporteur voor Foltering Manfred Nowak en de VN-secretaris-generaal  zouden oproepen om druk uit te oefenen zodat de Syrische autoriteiten tegemoet zouden komen aan de eisen van de politieke gevangenen. Deze briefschrijfactie zal nu niet doorgaan maar wij zullen de situatie in de Adra-gevangenis wel blijven opvolgen.

Het feit dat de eisen van de hongerstakende gevangen werden ingewilligd is een historische gebeurtenis. Enkele van de eisen van de gevangenen waren:

·         Recht op normaal bezoek van familieleden en bijstand van hun advocaten

·         Einde van hun isolatie

·         Verluchting van de gevangenissen

·         Recht op radio, TV, kranten, …

·         Berechting voor een burgerlijke rechtbank en niet voor een militaire rechtbank

·         Einde van de noodtoestand

·         Einde aan willekeurige arrestaties

·         Afschaffing van het Syrische Hooggerechtshof

·         Einde van de fysieke en psychische foltering

·         Recht op een eerlijk proces

 De Koerden in Syrië hebben te lijden onder een systematische onderdrukking die gekenmerkt wordt door zware schendingen van hun economische, sociale, culturele, burgerlijke en politieke rechten, alsook dood in voorhechtenis, detentie zonder enige vorm van proces, verdwijningen, willekeurige arrestaties, folteringen en andere wrede, onmenselijke behandelingen of straffen.

De Syrische regering gebruikt de wet op de noodtoestand van 1963 om iedereen die beschuldigd wordt van betrokkenheid bij een Koerdische Politieke partij gevangen te nemen. Wij vragen de internationale gemeenschap om waakzaam te blijven en aandacht te hebben voor de condities van de Koerdische politieke gevangenen in deze gevangenissen, om de rapporten van foltering en mishandeling te onderzoeken en om in hun onderhandelingen met de Syrische autoriteiten te vragen dat de internationale standaard voor de behandeling van gevangenen gerespecteerd zou worden. Tot slot roepen wij de Syrische autoriteiten op om alle politieke gevangenen vrij te laten. 

Interparlementaire Werkgroep De Koerden

Bonneelsstraat, 16 – 1210 Brussel

Tel. 02. 230 34 02

F
E
E
D

B
A
C
K