In de aanloop naar de federale verkiezingen van 10 juni 2007 in België deden een aantal Vlaamse kopstukken, als kandidaat-premier Yves Leterme, opgejut en georkestreerd door de Ambassade van Turkije, verontrustende uitspraken over de Armeense genocide. Als verenigingen opgericht door politieke vluchtelingen uit Turkije willen wij de aandacht van de Belgische politici en bevolking vestigen op de ernst van de dreiging die weegt op het Belgische politieke leven.
Tijdens een verkiezingsdebat tussen kandidaten van Turkse origine, dat op 3 juni 2007 in Schaarbeek werd georganiseerd, heeft een senaatskandidaat van Turkse origine, Ergün Top (CD&V), verklaard: “In geval van oorlog zal ik, indien nodig, ten strijde trekken tegen België…” Toen men zijn mening vroeg over het feit dat de volksvertegenwoordiger Cemal Cavdarli (sp.a) zijn legerdienst in het Turkse leger had vervuld, zei Ergün Top: “Wanneer dit onderwerp in de Vlaamse pers kwam, heb ik het verdedigd want ik zou ook mijn Turkse legerdienst vervullen. Ik beschouw deze taak als een missie. Beeld u eens in dat er een oorlog zou uitbreken tussen België en Turkije… Het is enkel wanneer een ander land de territoriale integriteit van Turkije zou aanvallen, dat wij ons zullen verdedigen. Wij zullen iedereen bestrijden die ons zal aanvallen. Indien dat België is, dan zullen wij ten strijde trekken tegen België!”
Hoe is het mogelijk dat een politicus die door het Belgische volk is verkozen in het uniform van een buitenlands leger ten strijde trekt tegen het land van zijn kiezers?
Deze kandidaat heeft aan zijn Turks publiek ook verkondigd hoe hij de CD&V leider Yves Leterme, en eventuele Eerste Minister na de verkiezingen van 10 juni, heeft beïnvloed inzake de kwestie van de genocide op de Armeniërs en de Assyriërs:
“Wij hebben ook nationale kwesties waarin wij onze verschillen, over onderwerpen zoals de vermeende Armeense genocide of terroristische groeperingen, moeten tonen. De eerste keer dat ik over de zogenaamde Armeense genocide met Yves Leterme sprak, was anderhalf jaar geleden toen ik op zijn kabinet begon te werken. In het begin was hij kwaad en zei hij me dat men de geschiedenis toch niet mag ontkennen, enz. Vandaag, ten gevolge van mijn werk, hebben wij dezelfde persoon, waarschijnlijk de volgende Belgische Premier, die aan een Turkse krant verklaart dat dit onderwerp niet besproken zal worden in het parlement indien hij Eerste Minister zou worden. Hij zegt dat er trieste zaken zijn gebeurd tijdens de oorlog maar dat de term ‘genocide’ een zware beschuldiging is en zolang dit niet door historici werd bestudeerd en verduidelijkt, hij hierover geen wet wil maken. Wat wil u nog van mij?”(Mehmet Koksal, allochtone.blogspot.com, 3 juni 2007)
Deze woorden zijn geen waanbeelden van een ambitieuze politicus die zowel in België als in Turkije, zijn land van oorsprong, wordt gepromoot. Het gaat over een operatie van een lobby die door het regime van Ankara werd gelanceerd om Turkse verkozenen in Europa te engageren in de verdediging van de opperste belangen van de Turkse staat.
Op 3 maart 2007 heeft het hoofd van de Turkse diplomatie, Abdullah Gül, in Turkije al verscheidene verkozenen van Turkse origine van Europese parlementen ontmoet om een gemeenschappelijke actie in dienst van de Turkse lobby te coördineren. Onder hen bevonden zich de staatssecretaris van Brussel, Emir Kir (PS), de senatrice Fatma Pehlivan (sp.a) en de volksvertegenwoordiger Cemal Cavdarli (sp.a). Enkele weken later zijn een twintigtal Europese volksvertegenwoordigers van Turkse origine in Girne, in de ‘Turkse Republiek van Noord-Cyprus’ (KKTC), samengekomen. Op het einde van de vergadering heeft de Belgische senator Fatma Pehlivan (sp.a), in naam van de verkozenen van Turkse origine, aan de Turks-Cypriotische president Mehmet Ali Talat beloofd om alle Europese initiatieven te bestrijden die tegen de belangen van de KKTC zouden indruisen.
De uitspraken van de kandidaat van Turkse origine betreffende de invloed van de Turkse lobby op de Belgische politieke leiders werden spijtig genoeg op 5 juni bevestigd in het Vlaamse dagblad De Morgen. Deze krant schreef dat de leider van de CD&V in een interview met de Turkse krant Zaman geweigerd heeft de Armeense genocide te erkennen.
Evenals leiders van andere Belgische politieke partijen, zegt dhr. Leterme: “Vooraleer een politicus kan oordelen over de genocide moeten de internationale instellingen er zich over uitspreken… Als politicus is het niet verstandig om over de genocide te spreken totdat de experts zich hebben uitgesproken. Ik sta niet alleen met mijn standpunt en verder wil ik daar niets aan toevoegen.”
Wij vernamen dat de voorzitter van sp.a, Johan Vande Lanotte, Yves Leterme steunt en weigert de Armeense genocide als dusdanig te erkennen. Volgens De Morgen, “Net als CD&V doet sp.a daarmee haar uiterste best om haar Turkse kiezers niet voor het hoofd te stoten. Socialistische politici als Fatma Pehlivan hullen zich al jaren in dezelfde dubbelzinnigheid over de Armeense genocide als Leterme.”
Historiek
Tijdens de vorige verkiezingen stond de laksheid van alle politieke partijen wat betreft het negationisme van de Armeense en Assyrische genocide reeds als een paal boven water. Meerdere kandidaten van Turkse afkomst werden, ondanks hun deelname aan negationistische betogingen of hun negationistische verklaringen, als kandidaten voor Franstalige politieke partijen als de Parti Socialiste (PS, Socialisten), de Mouvement Réformateur (MR, liberalen) of de Centre démocrate humaniste (Cdh – christen-democraten) gekozen. Zij vertegenwoordigen momenteel de politieke partijen van de gemeenteraden van Sint-Joost-ten-Noode en Schaarbeek, en zetelen zelfs in het Brussels Hoofdstedelijke Parlement.
“A priori, de context van de verkiezingen verklaart waarom de Vlaamse Minister-President zich nu distantieert… Er vallen veel stemmen te rapen bij de Turkse gemeenschap van België, en veel minder bij de Armeense diaspora. Maak de rekening. Laurette Onkelinx kan erover meespreken. Toen zij de burgemeestersjerp van Schaarbeek wilde bemachtigen, had zij een wetsontwerp die de ontkenning van de Armeense genocide strafbaar zou maken afgewend.” (Le Soir, 6 juni 2007)
In het Vlaams parlement heeft de minister-president zich na de ophef in de Vlaamse kranten toch moeten verantwoorden voor zijn uitspraken aangaande de Armeense genocide. Yves Leterme stelde dat zijn verklaringen in de Turkse krant betrekking hadden op een wetsvoorstel dat de MR vorig jaar in de senaat indiende en dat de ontkenning van de Armeense genocide strafbaar zou maken. Namens de federale regering had justitieminister Laurette Onkelinx zich toen tegen het voorstel gekant omdat de genocide nog niet door een internationaal gerechtshof als dusdanig was gekwalificeerd. “Dat was ook het standpunt van mijn partij, van de sp.a en van de VLD. Het Vlaams Belang zat eerder op de lijn van de MR en Ecolo… Voor een goed begrip: ik trek de Armeense volkerenmoord niet in twijfel”, zei Leterme. Hij voegde er nog aan toe dat hij de verwarring die ‘een bepaalde Vlaamse krant’ (nvdr. De Morgen) schiep betreurde maar dat die krant deze week (nvdr.: een week voor de federale verkiezingen) wellicht iets meer dan objectiviteit nastreefde. (zie: De Standaard online, 06/06/07)
Toekomst?
De verkiezingscampagne van de kandidaten van Turkse origine van alle politieke partijen speelde zich af in de Turkse media en in het Turks. Zo voldeden zij aan de eisen van de Turkse lobby: het voeren van een ultranationalistische campagne, ontkenning van de Armeense en Assyrische genocide, veroordeling van de Koerdische oppositie en van alle opposanten van het repressieve regime van Ankara en bepaalde Belgische gemeentes en wijken omvormen in ‘Turkish Towns’ door een soort etnische zuivering toe te passen die gericht is tegen de Koerdische, Armeense en Assyrische minderheden. Wij willen nogmaals herinneren aan de criminele brandstichtingen in de Koerdische en Assyrische lokalen door de Grijze Wolven met als evident doel de Koerden, Assyriërs en Armeniërs te verjagen uit Sint-Joost-ten-Noode.
De verkiezing van de ‘Paarden van Troje’ van de Turkse lobby, met de medeplichtigheid van bepaalde Belgische politieke leiders, zal zonder twijfel niet alleen de harmonieuze samenleving in de Europese hoofdstad in gevaar brengen maar ook de algemene werking van het Belgische democratische regime.
Gelukkig kunnen wij na de federale verkiezingen vaststellen dat de ultranationalistische en negationistische politici van Turkse origine op 10 juni 2007 niet werden verkozen. Toch roepen wij de politieke leiders van dit land op om waakzaam te blijven voor de inmenging vanuit het buitenland en om trouw te blijven aan de Europese democratische waarden.
Ondergetekenden
* De Vereniging van Democratische Armeniërs van België
* De Verenigingen van Assyriërs van België
* Koerdisch Instituut te Brussel
* Stichting Info-Turk

F
E
E
D

B
A
C
K