Dit artikel verscheen op 11 februari 2016 op de website van De Morgen.
Syrisch-Koerdische strijders hebben een strategische luchtbasis op de islamistische rebellen veroverd in de noordelijke provincie Aleppo. In die provincie blijft het Syrische regeringsleger, met steun van de Russische luchtmacht, gestaag oprukken tegen de jihadisten. De luchthaven was de enige in “rebellenhanden” in de provincie: in 2013 werd zij door “rebellen” veroverd op het leger, daarna werden die rebellen verjaagd door jihadi’s van Islamitische Staat (IS), die op hun beurt in 2014 moesten vluchten voor “islamitische rebellen”.
Strijders van de Koerdische Volksbeschermingseenheden YPG wisten met hulp van Arabische bondgenoten van de militie Jaish al-Thawar de militaire luchthaven in het dorp Mingh in te palmen, zo meldde de vanuit Groot-Brittannië opererende anti-Assadsite Sohr. Ook de Koerden -gesteund door de VS, als terroristen beschouwd door Turkije- kregen hulp uit de lucht van Russische gevechtsvliegtuigen, die minstens 30 raids uitvoerden. De luchthaven is strategisch gelegen tussen de stad Aleppo en de noordelijke stad A’zaz, die in Koerdische handen is en ligt op 11 kilometer van het door terreurbeweging Islamitische Staat (IS) gecontroleerde Kafra.
Regeringstroepen staan op het punt Tall Rifaat in te nemen, een ander jihadistenbolwerk in het noorden van Aleppo (naast A’Zaz en Marea). In Kfarnaja, drie kilometer van die stad, werd donderdag verwoed gevochten, meldde Sohr. Tall Rifaat, op amper twintig kilometer van de grens met Turkije, is al sinds 2012 in handen van rebellen.
Sohr stelde vandaag ook het dodencijfer van het Syrische conflict bij. Sinds het uitbreken van de “burgeroorlog”, vijf jaar geleden, zijn bijna 270.000 mensen in het conflict gedood. Net geen 80.000 van die doden zijn burgers, aldus Rami Abdelrahman van het Observatorium. Een rapport van de denktank Syrian Centre for Policy Research (SCPR) gaat zelfs uit van naar schatting 470.000 doden in het Syrische conflict. In die vijf jaar oorlog is de levensverwachting in Syrië drastisch en dramatisch geslonken van 70,5 tot 55,4 jaar, aldus het SCPR, dat er door tegenstanders van beticht wordt pro-Assad te zijn, maar zichzelf als onafhankelijk bestempelt.
In Genève laakte de mensenrechtenchef van de Verenigde Naties, Zeid Ra’ad Al Hussein, alle spelers in het Syrische conflict omdat die blijkbaar zonder uitzondering – dus ook de “gematigde” rebellen – allen burgers inzetten als “kanonnenvoer” en zich steeds minder bekommeren om het lot van vrouwen, kinderen, bejaarden en gehandicapten.