Bovendien kan de verdere bewapening van het Vrije Syrische Leger desastreuze gevolgen hebben voor de Koerdische gemeenschappen in West Koerdistan (de Koerdische regio’s in noord-Syrië) die onder vuur liggen van zowel het Vrije Syrische Leger als van Turkije en haar salafistische bondgenoten.
Sinds enkele weken omsingelen troepen van het Vrije Syrische Leger (VSL), aangevuld met losse extremistische groeperingen, de stad Efrîn (Afrin), ten noorden van Aleppo. De bevolking van de regio, bijna een half miljoen mensen, bestaat hoofdzakelijk uit Koerden, waaronder een groot aandeel Yezidi’s, een oude traditionele religie binnen de Koerdische gemeenschap. De YPG, de Koerdische Civiele Beschermingseenheden, slaagden er in het najaar van 2012 in om de regio te bevrijden uit de handen van het regime van Assad. Sindsdien proberen ze de Koerdische regio’s buiten de gevechten te houden.
Efrîn ligt echter strategisch gevangen tussen Aleppo, één van de belangrijkste frontlinies in de oorlog tussen het VSL en Assad, en Gaziantep in Turkije, de broodheer van het VSL. Turkije is, vanwege het grote aantal Koerden in eigen land, zeer op haar hoede voor een al te ruime vrijheid voor de Koerden in Syrië. Het VSL controleert momenteel alle toegangswegen naar Efrîn, waardoor er een grote schaarste aan voedsel, medicijnen en levensmiddelen dreigt. Geregeld voert het VSL aanvallen uit op de stad. Ook zijn er berichten dat het Turkse leger in Koerdische dorpen buiten Efrîn burgers zou hebben beschoten. De Yezidi vormen, als niet-moslims, bovendien een makkelijk doelwit voor salafistische elementen, die hen onterecht als ‘duivelaanbidders’ beschouwen.
Er gaan in de Belgische politiek verschillende stemmen op, onder meer van liberaal coryfee Guy Verhofstadt, voor de bewapening van de Syrische oppositie. Gezien de chaotische en gevaarlijke conflictsituatie vinden het Koerdisch Instituut Brussel en Vrede vzw dat de Belgische regering bij haar standpunt moet blijven om niet over te gaan tot rechtstreekse wapenleveringen aan de Syrische oppositie. Het is anderzijds waarschijnlijk dat er momenteel al Belgische wapens of wapens met Belgische wapenonderdelen circuleren in Syrië.
Via landen zoals Saoedi-Arabië, dat openlijk logistieke steun verleent aan bepaalde Syrische oppositiegroepen, kunnen wapenexporten vanuit België alsnog in het conflictgebied belanden, aangezien er geen controle is op het eindgebruik van de uitgevoerde wapens. Indien de regionale overheden – wapenexport is immers een gedefederaliseerde bevoegdheid – zich strikt zouden houden aan de ethische criteria opgenomen in hun eigen wetgeving, dan zouden er sowieso geen wapens naar repressieve regimes en landen die de mensenrechten schenden, zoals Saoedi-Arabië, uitgevoerd mogen worden.
Het bewapenen van de Syrische oppositie bestendigt het idee dat de enige oplossing voor Syrië een militaire oplossing is – de wet van de sterkste. Wat dit betekent voor het lot van de geïsoleerde Koerden in Efrîn en andere Koerdische regio’s roept meteen herinneringen op aan recente voorbeelden van gewapende oplossingen voor ingewikkelde etnische conflicten in Bosnië, Kosovo of de Kaukasus.
Het Koerdisch Instituut in Brussel en Vrede vzw drukken haar oprechte en dringende bezorgdheid uit over de huidige situatie in West Koerdistan. Een extra instroom van wapens, aan deze of gene zijde van het conflict, zal enkel tot meer bloedvergieten leiden en tot een potentiële catastrofe; voor niet enkel de Koerdische bevolking maar voor alle Syrische burgers. Wij vragen dan ook, met hoogdringendheid, om alle leveringen van wapens en onderdelen aan Saoedi-Arabië, zowel vanuit Vlaanderen als vanuit Wallonië, stop te zetten. Daarenboven eisen we dat alle bevoegde regeringen zich houden aan de Europese gedragscode inzake wapenexporten.
Koerdisch Instituut Brussel en Vrede vzw
[1] http://atwar.blogs.nytimes.com/2012/04/06/profit-and-proliferation-part-2-will-belgian-arms-end-up-in-syria/
Vrede vzw
Tel : 32 (0)9 233 46 88
www.vrede.be
Koerdisch Instituut Brussel
Tel : 32 (0)2 230 34 02
www.kurdishinstitute.be