Gepubliceerd door VRT nieuws op 14 februari 2018
Turkije schendt de mensenrechten tijdens zijn militaire operatie in het noorden van Syrië, stelde een Koerdische vertegenwoordiger op 14 februari in Brussel.
Salih Muslim, voormalig co-voorzitter van de Syrisch-Koerdische politieke partij PYD en tegenwoordig het diplomatieke hoofd van de SDF (de Syrisch-Arabische anti-IS-coalitie), beschuldigt Turkije van mensenrechtenschendingen in het kader van Operatie Olijftak.
Die militaire operatie in het noorden van Syrië, die volgens de Turkse president Erdogan terroristische groeperingen viseert, is in de praktijk uitgedraaid op een confrontatie met de Syrisch-Koerdische strijders van de YPG. Dat is de gewapende tak van de PYD die een bepalende rol speelde in de strijd tegen IS in Syrië.
“De vliegtuigen hangen al 26 dagen lang in de lucht boven Afrin. De gevechten gaan onverminderd voort”, zegt Muslim. Die gevechten zouden al 180 burgers het leven gekost hebben, het overgrote merendeel door bombardementen, en meer dan 500 verwond.
Als resultaat van het geweld in Afrin dreigt de provincie een nieuw bruggenhoofd te worden voor IS-strijders die verdreven zijn uit de voormalige IS-bolwerken Mosoel, Raqqa en Deir Ez-Zor, waarschuwt Muslim.
Mensenrechten
Bovendien beschuldigt Muslim Turkije ervan vijftig bussen met IS-strijders naar Afrin gestuurd te hebben, onder het voorwendsel dat het om oppositiestrijders van het Free Syrian Army zou gaan. Hij legde een lijst voor van 21 vermeende IS-strijders die nu dus ingezet zouden worden in de strijd tegen de YPG.
“Europa en NAVO: leef jullie eigen regels over de mensenrechten na”, roept Muslim op. “Jullie moeten zich bewust zijn van wat jullie bondgenoot doet. Turkije gebruikt (Duitse, nvdr) Leopard-tanks en NAVO-materieel om burgers aan te vallen.”
1 miljoen dollar
“Dat er IS-strijders zouden meevechten, is een belachelijke aantijging”, antwoordt de Turkse ambassade wanneer we hen vragen om een reactie. “Er zijn geen bewijzen voor. Turkije neemt deel aan de internationale coalitie tegen IS. Het zou contradictorisch zijn om onze vijanden te laten vechten op andermans grond. Het is niet waar.”
Ook het aantal burgerdoden betwist diezelfde Turkse official. “Volgens onze statistieken zijn er nog geen gevallen. We letten er net op om burgerslachtoffers te vermijden. Het zou ook niet in ons voordeel zijn. Wel gebeurt het soms dat terroristische groeperingen burgers als menselijk schild gebruiken.”
Dat Muslim überhaupt vandaag de pers te woord kon staan, is al een klein mirakel. Terwijl hij in 2013 en 2014 nog uitgenodigd werd door de Turkse regering voor onderhandelingen over het Koerdische territorium in het noorden van Syrië, kleeft er sinds maandag een prijs van 4 miljoen Turkse lira op zijn hoofd, of zo’n 1 miljoen dollar. Zijn banden met de PYD, volgens Turkije nu een terroristische organisatie, deed Muslim op de lijst van 137 meest gezochte personen belanden.