Peshmerga, Iraaks-Koerdische strijders, hebben zich een weg vrijgevochten naar de Sinjar-berg, waar honderden yezidi’s al sinds augustus worden omsingeld door Islamitische Staat (IS). Dat heeft de veiligheidsraad van Iraaks Koerdistan laten weten.
Bij het Koerdische offensief waren liefst 8.000 Peshmergastrijders betrokken. Ze werden ondersteund door Amerikaanse luchtaanvallen. Bij de operatie zouden 80 à 100 IS-strijders zijn gedood. Ook zouden velen onder hen naar het westen gevlucht zijn, richting Syrië, en naar het oosten, richting Mosul, dat sinds juni in IS-handen is. Het dorp Sinjar zelf, ten zuiden van de berg, is ook nog in handen van IS.
Masrour Barzani, het hoofd van de veiligheidsraad van de Koerdische Regio, sprak van het “grootste militaire offensief tegen IS en het meest succesvolle.” De voorbije dagen heroverden de Koerden naar eigen zeggen 700 vierkante kilometer en 8 dorpen op IS.
Yezidi’s
De tragedie van de door IS omsingelde yezidi’s was afgelopen zomer wereldnieuws. Hun lot was voor de Amerikaanse president Barack Obama mede aanleiding om de radicale soennitische terroristen van IS te laten bombarderen. Veel van de yezidi’s, een Koerdische religieuze minderheid, konden daarop veiliger gebied bereiken. Honderden oudere of zwakkere yezidi’s bleven echter omsingeld achter op de Sinjar-berg.
Verwacht wordt dat de evacuatie van de berg vandaag van start gaat.
Gepubliceerd door De Morgen
NOOT van het Koerdisch Instituut:
Bij het offensief tegen de Islamitische Staat zijn niet enkel de Peshmerga maar ook de guerrillero’s van de Koerdische Arbeiderspartij PKK en de lokale Verdedigingseenheden van Shengal betrokken. Voor een meer gedetailleerde reportage over de situatie op de berg verwijzen we graag naar deze reportage van The National op het Engelstalige deel van onze website.