De politieactie tegen PKK-activiteiten in België zorgt voor gespannen zenuwen binnen de Turkse gemeenschap van Brussel. ‘Zeg dat je Koerd bent, en men bestempelt je als een terrorist.’

Er heerst een drukte vanjewelste in de lokalen van ROJ TV. Uit heel Europa zijn sympathisanten van de Koerdische televisiezender naar Denderleeuw afgezakt om hun steun te betuigen na de politieactie van vorige week vrijdag. Toen vielen tientallen agenten het gebouw binnen op zoek naar bewijsmateriaal dat ROJ TV als dekmantel dient voor het witwassen van geld en het financieren van de terreurorganisatie PKK in Turkije.

Een week later hangt in de cafetaria een sfeer van verslagenheid, verontwaardiging, boosheid en strijdlust. In een van de studio’s gaat een rechtstreekse benefietuitzending door, die gesprekken met Koerdische opposanten afwisselt met oproepen om schenkingen te doen aan de zender. In een ander lokaal beantwoorden medewerkers van ROJ TV de telefoontjes van donateurs. In de eigenlijke redactielokalen is het dan weer opvallend rustig. Onder de tafels zie ik waarom: alle computers zijn in beslag genomen.

‘Ze wilden ons monddood maken’, zegt journalist Mazar Gunbat. ‘Maar dat is alvast niet gelukt. We hebben meteen een satellietwagen gehuurd. Al enkele uren na de huiszoeking waren we weer in de ether. En met de uitzending vandaag willen we aantonen waar het geld van ROJ NV werkelijk vandaan komt. Niet van afpersing of criminele activiteiten, maar van Koerden over de hele wereld die ons vrijwillig schenkingen doen omdat ze ROJ TV beschouwen als het enige kanaal dat hen vanuit Koerdisch perspectief informeert over de gebeurtenissen in Koerdistan.’

Voor de geviseerde Koerdische organisaties en hun sympathisanten is het duidelijk. De operatie van het federaal parket is een politieke actie in samenspraak met de Turkse regering. ‘En ze is bedoeld om de Koerden te terroriseren’, zegt Adem Uzun in de Interparlementaire Werkgroep Koerden onder leiding van voormalig Spirit-parlementslid Lionel Vandenberghe. Adem Uzun is woordvoerder van het Kurdistan National Kongress, een soort Koerdische regering in ballingschap. Bij KNK vond trouwens ook een huiszoeking plaats en hun voorzitter is aangehouden. Uzun vraagt zich af of de hele operatie soms bedoeld is om elke vreedzame oplossing voor Koerdistan te torpederen. ‘Wil men de Koerden verder marginaliseren? Wil men hen het signaal te geven dat het enige alternatief de gewapende strijd is.’

Het federaal parket reageert geprikkeld op de insinuaties dat het zich voor de kar zou laten spannen van de Turkse regering. ‘Dit onderzoek is er volledig op eigen initiatief gekomen’, benadrukt een gerechtelijk bron. ‘Uiteraard is er informatie uitgewisseld met andere Europese politiediensten, maar dit is ons dossier, op basis van onze vaststellingen.’

Dat er Turkse politieagenten bij de actie aanwezig waren, wordt bij het parket krachtig ontkend en over de grond van de zaak benadrukt men nog eens wat al op de persconferentie was vermeld: er zijn wel degelijk harde aanwijzingen dat de PKK in Europa trainingskampen organiseert, dat de organisatie jongeren tegen de wil van hun ouders ronselt om tot strijder te worden opgeleid en dat ze Koerden afperst om de gewapende strijd te steunen.

Grijze Wolven

Het zal in de rechtbank blijken hoe gegrond de zaak is, en waar de dunne lijn ligt tussen politieke actie en criminele activiteiten. Het is een lijn die in elk geval voor heftige emoties binnen de schijnbaar zo homogene Turkse gemeenschap in België, en die soms tot gewelddadige confrontaties leidt tussen Koerdische en Turkse nationalisten. Zo zorgde in oktober 2007 een PKK-aanslag op een militair konvooi in Turks Koerdistan voor hevige rellen in Sint-Joost-ten-Node. Opgezweepte jongeren trokken door de straten, raakten slaag met de politie en vernielden een Koerdische muziekwinkel. ‘Het was niet de eerste keer dat we het doelwit waren van Turkse nationalisten’, zegt Derwich Ferho van het Koerdisch Instituut in Brussel. ‘Ook ons centrum is eens in brand gestoken. Elke keer dat er in Turkije onlusten zijn, worden Turkse extremisten tegen de Koerden opgejut.’

Wie dat precies doet, is onduidelijk. Ook nu weer circuleren in Sint-Joost sms’jes die jonge Turken oproepen om te betogen tegen de PKK. Volgens de Koerdische verenigingen gaat daarachter de hand van de Grijze Wolven schuil, een obscure, extreem nationalistische en rechtse Turkse beweging met ook veel aanhangers onder de migrantengemeenschap. ‘De grijze wolf is het symbool van vrijheid. Het is het enige dier dat zich niet tot huisdier laat verknechten’, zegt Mithat Öztürk van de Fédération Turque de Belgique. ‘Vandaar dat de wolf ook het symbool is van alle Turken die van vrijheid houden.’

Maar dat zijn federatie iets te maken zou hebben met rellen of acties tegen Koerdische verenigingen, ontkent Mithat Öztürk ten stelligste. ‘Integendeel, wij houden de jongeren van straat. Betogen doen we alleen met officiële toestemming zijn.’

De Fédération Turque de Belgique overkoepelt veertien vzw’s die volgens hun statuten sociaal-culturele activiteiten organiseren. ‘Wij helpen onze jongeren zich aan te passen aan hun Belgische omgeving, maar zonder hun herkomst te verloochenen. Integratie, zonder assimilatie, met andere woorden’, zegt Öztürk. Het steekt de voorzitter dat zijn federatie daarvoor geen subsidies krijgt, ‘omdat we zogezegd fascistisch zijn. Maar wij behoren tot het politieke centrum.’

De Fédération Turque de Belgique noemt zich ideologisch verwant met de Turkse ultranationalistische MHP-partij. Nationale eenheid is heilig voor MHP, en ook Öztürk steekt niet weg dat hij het Belgisch model met verschillende taalgemeenschappen maar niets vindt. En zeker niet toepasbaar in Turkije.

‘Niemand zal de duizendjarige broederschap tussen Turken en Koerden verbreken’, zegt hij. ‘Onze staat is één, onze vlag is één en onze officiële taal is één.’ Elke toegeving aan de Koerdische eis om autonomie zet de deur open voor het uiteenvallen van de Turkse staat, vindt Öztürk. ‘Maar het zal niet Turkije zijn dat daaraan ten onder gaat.’ Wie dan wel, mag ik zelf beantwoorden.

Terroristenvriend

Verenigingen als de Fédération Turque houden binnen de Turkse gemeenschap sterke nationalistische gevoelens levendig. Tot in het verre Houthalen. ‘Veel mensen durven niet zeggen dat ze Koerd zijn’, zegt Ozcan, een jongeman die ik bij ROJ TV ontmoet. ‘Ik ben zelf opgevoed met de idee dat ik trots moet zijn op mijn achtergrond. Maar toen ik aan schoolvrienden die ik al jaren kende eindelijk vertelde dat ik Koerd ben, veranderde alles. Alsof ik plotseling het label terroristenvriend droeg.’ Hij vertelt dat er tot op het einde van de jaren negentig in Genk een Koerdische vzw actief was. ‘Tot onbekenden een spijkerbom binnengooiden.’

De Turkse overheid stimuleert dat nationalisme, zegt Dogan Özgüden van de webkrant info-turk.be. Özgüden was hoofdredacteur van een linkse krant toen Turkse militairen in 1971 een staatsgreep pleegden. Hij werd tot tweehonderd jaar gevangenschap veroordeeld, maar kon het land ontvluchten en kreeg asiel in België. Van hieruit zet hij zijn linkse, anti-nationalistische strijd verder. Voor Özgüden is de Armeense genocide een historisch feit en strijden de Koerdische, Assyrische en Armeense minderheden terecht voor hun rechten. ‘Na de staatsgreep van 1981 hebben de militairen een niets ontziend offensief tegen de Koerden gelanceerd. Het is die gewelddadige onderdrukking die de PKK heeft voortgebracht.’

Het gevolg was dat een stroom Koerdische politieke vluchtelingen de weg naar België vond en zich voegde bij de al aanwezige Koerdische gastarbeiders. ‘Hun politiek bewustzijn groeide. Ze begonnen zich te organiseren en vonden inspiratie in het Belgisch model van twee volkeren die vreedzaam samenleven.’

Een van die eerste verenigingen was het Koerdisch Instituut van Derwich Ferho. Hij vluchtte in de jaren zeventig naar België. ‘Ik had deelgenomen aan een protestmars tegen de moord op Koerdische studenten. Toen ik thuis kwam, stonden de Turkse veiligheidsdiensten me op te wachten.’ In 1978 richtte Ferho het Koerdisch Instituut op, met de bedoeling Koerden te helpen om in België te integreren met behoud van eigen cultuur, maar ook om het publiek te informeren over de Koerdische kwestie. Het instituut wordt daarvoor gesubsidieerd door de Vlaamse en Franstalige overheden.

De Turkse overheid en nogal wat Turkse verenigingen bekijken het Koerdisch Instituut met argusogen. Veel van die andere verenigingen kunnen volgens Özgüden in twee grote strekkingen worden opgedeeld: de rechts-nationalistische onder invloed van de MHP, en de religieus-nationalistische onder invloed van Milli Görüs. ‘De Turkse overheid stimuleerde dat verenigingsleven om een sterke pro-Turkse lobby in Europa te creëren’, zegt Özgüden. ‘In Turkije waren de militairen immers geobsedeerd dat Turkije langs alle kanten door vijanden werd belaagd. Vandaar dat de militaire junta vanaf 1984 de gastarbeiders opriep om zich te naturaliseren en deel te nemen aan het politieke leven. Maar dat gebeurde altijd met als doel de Turkse identiteit en belangen te verdedigen en een tegengewicht te vormen voor de oppositie in diaspora.’

Op de Turkse ambassade relativeert men de idee dat de ambassade controle zou uitoefenen over het Turkse verenigingsleven. Maar voor de ambassade is het wel duidelijk dat de Koerdische verenigingen te veel speelruimte krijgen in België. Het Koerdistan Nationaal Congres, de Confederatie van Koerdische Verenigingen in Europa, de in Turkije verboden pro-Koerdische partij DTP: ze hebben allemaal hun zetel in Brussel. Volgens de ambassade is er bij die organisaties niet zoiets als een dunne lijn tussen politiek activisme en terrorisme. Zelfs Koerdische verenigingen die zich cultureel noemen, zijn in werkelijkheid filialen van de PKK.

Ze zijn hiërarchisch georganiseerd en ontvangen hun instructies uit Noord-Irak. Roj TV is niets anders is dan een propagandakanaal en een financieringsmachine voor de PKK. En de vzw’s dienen niet alleen om de Koerdische migranten te controleren, maar ze persen ze ook af, ronselen hun kinderen voor de gewapende strijd en dienen als dekmantel voor drugs- en mensensmokkel.

In de bergen

Weinig ruimte voor nuance dus, in het officiële Turkse standpunt. Maar het moet gezegd dat ook de Koerdische zijdeweinig moeite gedaan wordt om de sympathie voor PKK en zijn leider Öcalan te verbergen. Ook al staat de organisatie op de Europese lijst van terroristische bewegingen. In de gangen van ROJ NV hangt een fotoreportages van PKK-strijders in de bergen. ‘Wij zijn niet de stem van PKK’, zegt journalist Mazar Gunbat. ‘We pretenderen wel de stem te zijn van het Koerdische volk. En het is een realiteit dat de meerderheid van onze kijkers achter PKK staan. Als we daar de ogen voor sluiten, verliezen we onze geloofwaardigheid.’

Een gelijkaardig geluid klinkt in het Koerdisch instituut. ‘Wij blijven het PKK als een bevrijdingsbeweging beschouwen die de wapens opnam omdat er geen ruimte is voor dialoog’, zegt Derwich Ferho, wiens eigen ouders enkele jaren geleden in nooit opgehelderde omstandigheden werden vermoord in Turks Koerdistan. ‘Als uit het politieonderzoek blijkt dat hier strafbare feiten zijn begaan, ben ik de eerste om die te veroordelen. Maar verwacht niet dat we PKK veroordelen, want dan kunnen we miljoenen Koerden niet meer in de ogen kijken.’
http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=572NFLIU

F
E
E
D

B
A
C
K