De Koerdische intellectueel, journalist en schrijver Medeni Ferho werd onlangs het doelwit in een artikel dat verscheen in de door het Turkse regime gemanipuleerde krant Sabah. Omwille van de ernst van de verwijten die Medeni naar het hoofd geslingerd krijgt, reageert hij verontwaardigd in een eigenhandig artikel dat hij aan het Koerdisch Instituut bezorgde.

Hieronder de reactie van Medeni, broer van onze voorzitter Derwich Ferho. Hij roept de Belgische autoriteiten op om de recente dreigementen van het Turkse regime en media heel ernstig te nemen.

OPROEP GERICHT AAN DE BELGISCHE AUTORITEITEN

Het Turkse dagblad Sabah publiceerde op 22 februari 2021 een artikel waarvan ik het onderwerp was. Laat me stellen dat enkel mijn naam en voornaam correct waren gespeld, maar dat de inhoud op leugens is gebaseerd en heel provocerend was opgesteld. Wat doet vermoeden dat de Turkse inlichtingendienst hier achter zit.

De auteur van het betrokken artikel is Mustafa Sait Özkan. Het is overduidelijk dat deze auteur in opdracht schrijft van Suleyman Soylu, de Turkse Minister van Binnenlandse Zaken. Want de auteur titelt zijn artikel als volgt “Hier de postbode van de terreurorganisatie in België”, en er worden daarbij enkele foto’s van mij getoond.  Ofwel zette de heer Özkan gewoon zijn handtekening onder een voorgekauwde tekst. Blijkbaar neemt de schrijver en zelfs de volledige redactie van de krant Sabah er vrede mee om een leugenachtig artikel te publiceren zonder enige voorkennis.

Özkan negeerde alle morele waarden van de journalistiek en had blijkbaar geen behoefte aan onderzoek. Hij had mij nochtans gemakkelijk kunnen bereiken. Of, mits enig onderzoek, zou hij hebben ontdekt en begrepen dat Medeni Akgül (Ferho) – na 50 jaren van zowel amateur- als professionele journalistiek – al 4 jaar met pensioen is en niet meer werkzaam is voor een dagblad, televisie of radio.

Ik vraag me bovendien af waar Özkan het haalt om mij te bestempelen als “postbode”. Wat voor journalistiek is dat?

De onwetendheid van Özkan is frappant. Hij schrijft dat ik via Radio Dengê Welat instructies doorgaf aan militanten in gevangenschap komende van PKK-leiding in het Qendil-gebergte.

Zoals ik al stelde, ik ben met pensioen en werk al vier jaar niet meer voor Radio Dengê Welat. Anderzijds heb ik mijn werk altijd plichtsbewust gedaan en volgens de regels van de journalistieke ethiek. Destijds had ik het dikwijls over de impact dat het beleid van de Turkse staat had op miljoenen Koerden. Ik voel me vereerd en kijk nog steeds met trots terug op mijn journalistieke loopbaan.

Ik nodig iedereen uit om te beluisteren en te begrijpen wat ik altijd ben blijven verkondigen via radio Dengê Welat, maar ook tijdens programma’s en uitzendingen die ik bijwoonde van mediakanalen en persorganen, niet alleen in Turkije, maar ook in de rest van de wereld. Minister Soylu en de redactie van krant Sabah zoeken met andere woorden spijkers op laag water.

Ik ben nooit ‘postbode’ geweest van wie dan ook. De genoemde partijen hebben mij immers niet nodig.

Ik heb bovendien geen lessen te ontvangen vanwege de regeerders van de Turkse staat die het land hebben omgevormd tot een soort gevangenis voor volkeren. Zij zullen de laatsten zijn die mij een morele les te spellen hebben, niet op het politieke en journalistieke vlak, en al evenmin op het vlak van democratisch burgerschap.

Moest Özkan volgens de journalistieke ethiek hebben gehandeld, dan had hij mijn levensverhaal kunnen terugvinden in mijn boeken of via het internet. En dan had hij kunnen vaststellen dat ik in 1973 ben gestart als professionele journalist bij de republikeinse krant Cumhuriyet. Toen al gebruikte ik de naam Ferho – mijn Koerdische familienaam – in mijn boeken en in andere publicaties. Sommige van die publicaties verschenen toen ik nog verbleef en werkte in Turkije. Onder de naam Ferho verscheen zelfs een reportage waarvoor ik nadien gelauwerd werd door ‘De Vereniging voor bescherming en ontwikkeling van dorpen in Turkije’.

Ik ben een Belgisch staatsburger sinds 1992. Ik werkte als journalist voor Kurdish Media van 1995 tot met mijn pensioen in 2019. Honderd jaar na het verschijnen van de eerste Koerdische krant in ballingschap, startte Kurdish Media een nieuw leven doch opnieuw in ballingschap. Maar los daarvan produceert Kurdish Media vandaag in België respectabele uitzendingen, volledig in overeenstemming met de Belgische en internationale persregels.

Kurdish Media rapporteert dagelijks over de onderdrukking en de repressie van de Turkse staat op de pers. Onder mijn schrijversnaam Medeni Ferho was ik fier op het werk dat ik leverde in Kurdish Media en ik ben nog steeds fier op wat ik doe als journalist en schrijver. Ook tijdens mijn pensioen zal ik boeken blijven publiceren en opiniestukken schrijven voor kranten en tijdschriften. Tot nu toe heb ik een 30tal boeken geschreven, allen uitgegeven in Turkije. Ik heb honderden opiniestukken gepubliceerd.

Mustafa Sait Ozkan lijkt mij een getraumatiseerde jongeman te zijn die op een goedkope manier een vooraf uitgestippeld pad heeft gekozen in het journalistieke beroep. Met een soort van journalistiek dat je alleen in theocratische systemen vindt, ondertekende hij het door de inlichtingendienst vooraf opgestelde rapport. In deze coronatijden waar men in het dagelijks leven gemaskerd op straat loopt, valt het sommigen moeilijk om nog een onderscheid te maken tussen ‘politieke maskers’ en ‘journalistieke maskers’.

Het nieuwsbericht van de hand van Mustafa Sait Ozkan dat de krant Sabah publiceerde is eigenlijk de voorbode van een nieuwe dreiging. Het is absoluut geen toeval dat dit nieuws – gericht tegen mijn persoon – verschijnt op de verjaardag van de moord op mijn ouders. In maart 2006 werden zij door collaborateurs van de Turkse staat op brutale wijze vermoord.

Als klap op de vuurpijl adviseerde de Turkse luitenant-generaal Ismail Hakkı Pekin dat de Turkse staat leiders van de Koerdische Gemeenschap in Europa moet liquideren. Pekin is een voormalig hoofd van de Turkse inlichtingendienst en generale staf. Hij deed dit heel openlijk tijdens een gesprek met de Turkse tv-zender CNN-Turk op 16 februari 2021. Pekin gaf ook toe dat de moord op de drie Koerdische vrouwen in Parijs in 2013 een staatsoperatie was.

Deze nieuwe dreiging waar ik het over had is eigenlijk niet vreemd voor Koerdische intellectuelen, schrijvers en journalisten. Dat soort zaken hebben wij al dikwijls meegemaakt. Daar zouden Belgische en Europese beleidmakers, maar ook de publieke opinie, zich van bewust moeten zijn.

Zoals de Turkse regering momenteel staatsterrorisme in eigen land en haar buurlanden organiseert, heeft ze duidelijke plannen om hetzelfde te doen op het grondgebied van de Europese Unie. Turks staatsterrorisme dat wordt geëxporteerd naar Europa met de steun en hulp van actieve aanhangers van het regime.

Ik richt mij als Koerd en Belgisch staatsburger tot de Belgische autoriteiten en doe een oproep om de provocerende houding van de Turkse regering en de Turkse media ten strengste te veroordelen en de nodige maatregelen te nemen.  

 

F
E
E
D

B
A
C
K