15 jaar geleden, werd zij, amper 20 jaar oud, lid van de Revolutionaire Volksbevrijdingspartij/front (DHKP-C) en nam zij deel aan de acties van deze organisatie. Om die reden werd zij aangehouden en veroordeeld tot 34 jaar gevangenis. Op 34-jarige leeftijd, werd bij Zere een kanker van het gehemelte vastgesteld. In februari 2009 werd zij geopereerd in de gevangenis van Elbistan waar zij opgesloten zat. Haar ziekte verscheen opnieuw twee maanden na de ingreep wegens de leefomstandigheden in de gevangenis en het gebrek aan zorg. Omdat haar gezondheidstoestand verergerde werd zij overgebracht naar de ziekenzaal van de veroordeelden in de gevangenis van Balcali, de medische faculteit van de Çukurova-universiteit.
Aangezien zij niet meer kon worden verzorgd in de gevangenis, dienden haar advocaten op 12 maart 2009 een verzoek in tot voorwaardelijke invrijheidstelling bij de Procureur generaal van Adana. Hun verzoek werd echter afgewezen.
Tijdens de maand augustus 2009 stelde de Turkse Dokters Unie een medisch rapport op waarin de aandacht werd gevestigd op haar “extreme magerheid” veroorzaakt door gebrek aan voeding. Zere zal een reis van 14 uur moeten afleggen in een celwagen om de onderzoeken te ondergaan in het Gerechtelijk geneeskundig instituut van Istanboel.
Ondanks de urgentie, heeft het Gerechtelijk geneeskundig instituut op 28 augustus 2009 “ontbrekende documenten in het medisch dossier” ingeroepen en “de afwezigheid van een deskundige in oncologie in zijn diensten” om zijn besluit met twee maanden uit te stellen.
In een op 16 oktober gepubliceerd rapport, stelt het Balcali hospitaal van de Çukurova universiteit dat “de ziekte geen enkel teken van vermindering vertoont. Zij ontwikkelt zich opnieuw en treedt in een onomkeerbare fase”. De Turkse Dokters Unie kwam tot hetzelfde besluit.
Ondertussen werden steeds meer steunacties voor Zere gevoerd en ze breidden zich uit over heel het land. De afgevaardigden van de Republikeinse Volkspartij (CHP) Canan Arıtman en Malik Ecder Özdemir schreven zelfs een brief naar de president van de republiek Abdullah Gül opdat hij zijn macht zou aanwenden voor haar bevrijding. Tenslotte werd Zere in vrijheid gesteld dankzij een presidentiële gratie op 6 november 2009.
Na haar invrijheidstelling kon Zere thuis worden verzorgd in Küçükarmutlu, een wijk van Istanboel.
In een brief die zij schreef na haar invrijheidstelling schreef Zere: “Zij hebben lang gewacht vooraleer mij in vrijheid te stellen. Ze hebben mij achtergelaten op de oever van de dood. Zij hebben mij het recht op leven ontnomen en gaven mij het recht op sterven buiten de gevangenis. Ik zal het nooit vergeten. En zeggen dat er nog zieke gevangenen opgesloten blijven en dat de eenzame opsluiting voortduurt. In werkelijkheid is de eenzame opsluiting op zich een vorm van dood.”
Zere werd tenslotte door de kanker overwonnen. Zij stierf verleden vrijdag om 16u50.
 
Radikal
7 mei 2010

F
E
E
D

B
A
C
K