Ik wil even heel kort de achtergrond van de conflicten meegeven. In Turkije heeft Erdogan de Turkse veiligheidsdiensten de opdracht gegeven om een dialoog op te starten met Öcalan, de Koerdische leider die reeds sinds 1999 in eenzame opsluiting verblijft op het eiland Imrali.
Blijkbaar wil men opnieuw een dialoog en de taal van de vrede spreken. Niet iedereen is daarmee opgezet. Bepaalde krachten gaan in tegen het vredesproces. We hebben dat gezien in Parijs, waar drie Koerdische militanten geëxecuteerd werden en daarna in Genk, waar het Koerdische ontmoetingscentrum letterlijk opgeblazen werd. Het is te betreuren dat de Koerdische vredesmars – het was een vredesmars – verstoord werd door heel wat incidenten. Onze partij staat voor een vreedzame oplossing en wijst elke vorm van geweld af. We mogen natuurlijk de Koerden niet voortdurend met alle zonden van Israël beladen.
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb in dat verband een aantal vragen. Heeft het crisiscentrum in ons land gekeken welke initiatieven er genomen moeten worden om bijvoorbeeld het Koerdisch Instituut in Brussel te beschermen?
Ten tweede, heeft het OCAD, het Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging, de situatie geanalyseerd naar aanleiding van de incidenten in Parijs en Genk? Welke adviezen formuleert het? Is een verhoogde waakzaamheid geboden?
Ten derde, heeft de Koerdische gemeenschap het crisiscentrum om hulp gevraagd en verzocht om de waakzaamheid te vergroten?
Tot slot, kunt u bevestigen dat er een verband bestaat tussen de incidenten in Parijs en die in België?

Antwoord staatssecretaris Wathelet

Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Luykx, mijnheer Schoofs, er worden al geruime tijd politionele maatregelen genomen voor de Koerdische en de Turkse belangen en gemeenschappen in ons land op basis van de permanente evaluatie van de dreiging door de politie en de inlichtingendiensten. Dat zijn natuurlijk globale maatregelen.
Naar aanleiding van de moord op drie Koerdische vrouwen in Parijs op 3 januari 2013 heeft het crisiscentrum van de regering het OCAD gevraagd een nieuwe dreigingsanalyse te maken. Het crisiscentrum heeft de politiediensten gevraagd de specifieke waakzaamheid voor de problematiek te verhogen boven op de bestaande politionele maatregelen. Men legt dus een grotere waakzaamheid aan de dag.
De recente gebeurtenissen te Genk, het gooien van een molotovcocktail in het Koerdische centrum op 16 januari, de betoging van de Koerden op 20 januari en de steekpartij in een Genkse school op 21 januari 2013, staan blijkbaar los van de moorden te Parijs. Het zijn hoe dan ook indrukwekkende momenten.
De al jaren bestaande spanningen tussen de Koerdische en Turkse gemeenschap te Genk worden door politie en veiligheidsdiensten van heel nabij gevolgd, in lijn met de speciale analyse.
Er bestaat geen wettelijke basis om de etnische oorsprong van de persoon in de ANG te registeren. Dat kan alleen voor de nationaliteit. Er mag niet naar de etnische oorsprong worden verwezen.

Repliek

Peter Luykx (N-VA): Men heeft het wel eens over een geïmporteerd conflict dat in ons land wordt uitgevochten. Daar ben ik het niet mee eens.
Degenen die bij de incidenten in Genk betrokken waren, zijn hier geboren. Hun ouders zijn hier geboren. Die mensen leven hier samen. Het is geen vreemd conflict dat van buiten naar binnen wordt gebracht. Het maakt deel uit van de huidige problemen in onze maatschappij.
Ik dring erop aan dat de regering in haar contacten met Turkije ook het probleem van de Koerden aanbrengt. We moeten niet doen alsof alles koek en ei is. Minister Reynders vergat onlangs in zijn gesprekken met de Turkse regering te vermelden dat de Koerden een probleem vormen in Turkije, een probleem waarvoor het land zelf een oplossing moet zoeken.

Federaal volksvertegenwoordiger N-VA
www.peterluykx.be
http://www.peterluykx.be/nieuws/persberichten/n-va-vraagt-verhoogde-waakzaamheid-aan-koerdisch-instituut

F
E
E
D

B
A
C
K