Hugo Van RompaeyOnderstaande brief, geschreven door voormalig parlementslid Hugo Van Rompaey, is gericht aan enkele prominenten van de CD&V en vraagt hen naar de houding van hun partij inzake de Koerdische kwestie; in het bijzonder m.b.t. de opheffing van de parlementaire onschendbaarheden van 55 HDP-leden van het Turkse parlement.

 

Mijnheer de Voorzitter,

Mijnheer de Fractievoorzitter,

Geachte Parlementsleden,

Vrienden,

 

Met grote bezorgdheid verneem ik dat er in hoofde van onze partij voorbehoud is om steun te verlenen aan de Koerdische actie “meterschap-peterschap” in verband met de solidariteit met de 138 democratisch verkozen Turkse parlementsleden (waaronder 55 Koerden), van wie, onder druk van dictator Erdogan, de parlementaire onschendbaarheid wordt afgenomen. Deze verlichte despoot, die de democratie wil vervangen door een fascistisch presidentieel regime, waarbij de drie machten bij hem worden geconcentreerd, wordt blijkbaar niet te veel in de weg gelegd en gediend door een slaafse en opportunistische diplomatie.

De getroffen parlementsleden laten weten zich in hun eigen land te voelen als loslopend wild waarop op ieder ogenblik (ook letterlijk) kan geschoten worden. Daarbij mag de president ook de vrije pers vermoorden en zomaar 1.500 rechters ontslaan.

Het Turkse regime draait ook niet de hand om voor bewuste wetenschappelijke falsificatie: de Armeense genocide blijft men hardnekkig ontkennen, linguïstische inzichten vervalst men door te stellen dat het Koerdisch een dialect is van het Turks, in de plaats van een authentieke taal uit de Europese taalfamilie en antropologisch noemt men de Koerden “Bergturken”, terwijl de Koerden 3.000 jaar vóór de Turken in Mesopotamië aanwezig waren.

Vanaf 1993 hebben de Koerden reeds elfmaal spontaan een wapenstilstand aangeboden en het verzoek gericht om het wapengeweld te vervangen door politiek overleg tot oplossing van het Koerdische vraagstuk. Het Turks regime blijft dit aanbod negeren. Er bleek enige kentering te zijn, maar vanaf 2015 is dit terug omgeslagen in de negatieve richting.

De opname van de Koerden op de Europese terroristenlijst dient de fascistoïde verlangens van het Turkse regime. In mijn doctoraat over de Koerdische kwestie, dat ik  aanstaande herfst zal mogen verdedigen, heb ik als onderzoeksresultaat als zesde stelling opgenomen: “Het Koerdische volk ambiëert geen terrorisme, maar wel ethisch nationalisme”. Dit past in de vraagstelling naar de ethische dimensie in de Koerdische kwestie.

Het mag niet dat wij als christendemocraten zouden wegkijken van dit probleem.

 

 

Dank voor uw aandacht.

Hugo Van Rompaey

F
E
E
D

B
A
C
K