Toen president Donald Trump op 6 oktober aankondigde dat hij de Amerikaanse troepen op korte termijn uit Syrië zou weghalen, gaf hij het startschot voor een nieuwe fase in de Syrische burgeroorlog. De beslissing gaf aanleiding tot een aantal desastreuse ontwikkelingen die op korte termijn tot een radicale hertekening van het strijdtoneel hebben geleid. De verwezenlijkingen van de revolutie in Rojava komen bovendien enorm onder druk te staan.

Turks president Recep Tayyip Erdoğan interpreteerde de Amerikaanse terugtocht als een goedkeuring voor zijn plannen om de zogenaamde veiligheidsbuffer in het noorden van Syrië te installeren. Enkele dagen na de aankondiging van Trump begon het Turks leger aan de invasie van Noord-Syrië. In de bombardementen vielen tientallen burgerdoden en meer dan 250.000 mensen sloegen op de vlucht.

Hoewel vanuit de hele wereld veroordelingen aan het adres van Erdoğan werden gericht, kwamen er amper concrete maatregelen om een einde te maken aan het Turkse geweld. En zo kwam het initiatief opnieuw terecht in de handen van de Amerikaanse regering. Op vrijdag 18 oktober werd een staakt-het-vuren afgekondigd onder de auspiciën van de VS.

Die overeenkomst hield geen rekening met de aanwezigheid van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) op het terrein en beloonde Turkije in feite voor haar militaire acties met de belofte van Turkse controle over de veiligheidsbuffer in het noorden van Syrië. Een belofte die op dinsdagmiddag werd verankerd in de overeenkomst die tussen Russisch president Poetin en Turks president Erdoğan werd gesloten.

De overeenkomst is een totale aanfluiting van ieder moreel, legaal en politiek principe en kan onmogelijk als deel van een oplossing voor de Syrische burgeroorlog worden beschouwd. Grootmachten beslissen onderling en boven de hoofden van de lokale bevolking wat er met het gebied dient te gebeuren en wie het kan besturen. De Syrische Koerden, Assyriërs, Chaldeeërs, Turkmenen, Yezidi’s en Arabieren uit de regio verliezen het zeggenschap over hun omgeving en worden onderhevig aan de grillen van buitenlandse bezetters. Hieronder schematisch een zicht op de zogenaamde veiligheidsbuffer in het noorden van Syrië.

Het internationaal recht wordt volledig terzijde geschoven. Artikel 1 van de Russisch-Turkse overeenkomst schuift de territoriale integriteit van Syrië naar voren, maar de controle over Syrisch grondgebied in het noorden van het land wordt overgedragen van de lokale bewoners naar buitenlandse machten. Rusland en Turkije presenteren zich als een dam tegen het vermeende separatisme en als de behoeders van een eengemaakt Syrië. Nochtans hebben de Democratische Unie Partij (PYD) en de SDF nooit over afscheiding gesproken en hebben ze altijd voor autonomie binnen de grenzen van het huidige Syrië gepleit, bijvoorbeeld in de vorm van federalisme.

De gevolgen van Turkse controle over delen van Noord-Syrië zullen op verschillende manieren nefast zijn. Ten eerste komen de verwezenlijkingen van de revolutie in Rojava sterk onder druk te staan. de Russisch-Turkse overeenkomst dwingt de Koerdische strijdkrachten binnen de 150 uur te vertrekken uit een zone tot 30km diep in Syrisch grondgebied. Zo wordt de zogenaamde safe zone toch gerealiseerd. Bijna alle grote steden en dorpen liggen in deze zone aan de grens. Zoals de afbeelding hieronder aantoont, verandert verder dan 30km van de grens het landschap in droog en onbebouwbaar gebied en kan er amper iets gekweekt worden. Dit legt een serieuze hypotheek op het zelfbestuur van de diverse gemeenschappen in het gebied.

De voorbije jaren stampten de Syrische Koerden samen met de andere volkeren van de regio, Assyriërs, Chaldeeërs, Arabieren, Turmenen en Yezidi’s, een inspirerend en alternatief samenlevingsmodel uit de grond in een complexe oorlogscontext. Het politieke project zou als model kunnen dienen voor een democratisch naoorlogs Syrië. Ronkende principes als radicale gendergelijkheid, basisdemocratie en etnisch-cultureel pluralisme worden sinds 2012 consequent in de praktijk gebracht en maakten van het gebied de meest vreedzame en welvarende plek in heel Syrië. Traditionele genderpatronen ondergingen een radicale transformatie en vrouwen namen het voortouw in het volbrengen van de ambities van de revolutie.

Ten tweede is er de dreiging van Erdoğan’s plannen om miljoenen Syrische vluchtelingen uit Turkije in de gerealiseerde veiligheidsbuffer te vestigen. Van de 3,6 miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije komt 83% uit andere delen dan Noord- en Oost-Syrië. Als Turkije effectief miljoenen vluchtelingen, vaak met een Arabische etnische achtergrond, naar het gebied stuurt zal dit onvermijdelijk tot spanningen leiden. Dat werd eerder al duidelijk in Afrin. Bovendien zou de hervestiging neerkomen op een vorm van etnische zuivering en dus een grove schending van het internationaal recht. We verwijzen naar de kaart hieronder die een beeld geeft van de etnische situatie in Noord-Syrië.

Hoewel Rusland en Turkije het omgekeerde beweren, zal hun overeenkomst ten slotte alleen maar voor meer menselijk leed zorgen. Volgens een verklaring van 15 organisaties hebben momenteel al 1,65 miljoen mensen nood aan humanitaire hulp. De instabiliteit dwingt op dit moment verschillende hulporganisaties om hun hulpprogramma’s op te zeggen of te verplaatsen naar andere regio’s. Een nieuwe toestroom van vluchtelingen zal de situatie alleen maar doen verslechteren.

Bovendien kan Turkije’s houding in Afrin, waar dezelfde argumenten werden gebruikt om de invasie en bezetting te legitimeren, onmogelijk als geruststellend worden beschouwd. Bijna 150.000 mensen sloegen op de vlucht en in de huizen van de gevluchte Koerdische bewoners leven ondertussen Arabische gezinnen. Volgens een recent rapport, dat tot stand kwam met de hulp van 11.11.11, wordt de oorspronkelijke bevolking op grote schaal gediscrimineerd en leven ze onder de voortdurende dreiging van uitzetting, inbeslagname, raids en plundering door pro-Turkse milities. Die pro-Turkse milities, vaak met jihadistische roots, sloegen ook al in het nieuw bezette gebied aan het plunderen.

Ondertussen blijft het in de media en bij onze politici oorverdovend stil over de gevolgen van de overeenkomst die Poetin en Erdoğan sloten. Zowel voor de lokale bevolking als voor het veelbelovende politieke experiment dat de voorbije jaren in Rojava werd ontwikkeld. Onze bezorgdheid over een heropleving van IS en onze neiging om alles steeds door een veiligheidsbril te bekijken, belet ons om het enorme potentieel van het democratisch confederaal model voor Syrië te zien en legitimeert zelfs het bedenkelijke ‘anti-terrorisme’ discours van de grootmachten in de regio. Dat kan niet de bedoeling zijn.

F
E
E
D

B
A
C
K