Politici en bekende gezichten uit de culturele, academische en ngo-wereld hebben een open brief ondertekend waarin journalist Toon Lambrechts vanuit de Koerdische regio meer aandacht vraagt voor het lot van de minderheden in het door Islamitische Staat (IS) bezette deel van Irak en Syrië.
25.12.2014
‘Ondertussen zijn Syrië en Irak opnieuw oud nieuws geworden, op de achtergrond gedwongen door andere crisissen. Maar daarom stopt de oorlog natuurlijk niet’, schrijft journalist Toon Lambrechts in een open brief die mee is ondertekend door enkele politici en academici. ‘Als we willen dat de minderheden die door IS uit hun huizen werden gedreven nog een toekomst hebben in Irak is een snelle heropbouw van de regio noodzakelijk.’
De man wil absoluut zijn zeg doen voor de camera. Hij trekt zijn jas recht en stelt zich ietwat deftig op. Hij spreekt Koerdisch, maar dat maakt niet uit. Ik weet wat hij zal vertellen. Hij zal vertellen dat hij Yezidi is en drie maanden gelden de meest gruwelijke dingen heeft meegemaakt toen de Islamitische Staat zijn dorp onder de voet liep. Daarna zal hij het hebben over de barre tocht van de berg Sengal in het noorden van Irak naar Syrië. Hij zal wijzen op de barre leefomstandigheden hier in het Newroz-vluchtelingenkamp in Rojava (Syrië) en zijn bezorgdheid uiten om de winter die voor de deur staat. Uiteindelijk zal hij zijn verhaal besluiten met de vraag waarom het Westen hen, de Yezidi, in de steek laat na de genocide van IS en waarom er weinig of geen hulp komt. Een vraag waarop ik geen ander antwoord kan verzinnen dan naar mijn schoenen staren die net als de zijne wegzakken in de modder tussen de tenten.
Een paar dagen later, op een plek met warm water en een internetverbinding. Een kort bericht meldt dat het Wereldvoedselprogramma van de VN de voedselhulp aan de Syrische vluchtelingen drastisch terug schroeft. Het geld is op, en de donorlanden komen bijzonder traag met nieuwe fondsen aanzetten. Als antwoord lanceerde het WFP een wereldwijde campagne met de vraag om één dollar over te maken om alsnog miljoenen Syrische vluchtelingen de winter door te helpen. Of de oproep een succes wordt, is te vroeg om te zeggen, maar het lijkt verdacht veel op een wanhoopspoging.
Diversiteit niet sterkste kant IS
Syrië was oud nieuws geworden. Te complex, te ver van ons bed, te uitzichtloos. Tot IS vier maanden geleden in een blitzkrieg zowat een derde van Irak veroverde. Mosul, de tweede grootste stad van het land viel als een rijpe vrucht in hun schoot. Een maand later volgde een tweede offensief, ditmaal in de vlakte van Nineveh. Mosul, en zeker de vlakte van Nineveh, waren altijd al de meest diverse regio’s van het land, waar volkeren zoals de Assyrische christenen, Chaldeeërs, Yezidi, Kakaï en nog een handvol andere etnieën al vele eeuwen thuis waren.
Maar diversiteit is niet de sterkste kant van IS. Samen met het nieuws over de opmars van de terreurbeweging in Noord-Irak bereikten ons de meest gruwelijke verhalen over het lot van de religieuze en etnische minderheden in de regio. Gedwongen bekeringen, onthoofdingen, vrouwen die als slaven verkocht worden,… Wreedheid kent maar weinig grenzen eens de geest uit de fles is. De internationale gemeenschap reageerde geschokt, grote woorden zoals genocide en etnische zuivering werden in de mond genomen. Terecht, IS maakt er in zijn eigen media geen geheim van hoe christenen, sjiieten en ‘duivelaanbidders’, met name de Yezidi, behandeld moeten worden. Dood of slavernij, dat zijn grofweg de twee opties. Een internationale coalitie begon IS vanuit de lucht te bekampen, want het was niet de bedoeling dat het Syrisch conflict de grens overstak.
Oud nieuws
Ondertussen zijn Syrië en Irak opnieuw oud nieuws geworden, op de achtergrond gedwongen door andere crisissen. Zo werkt het nu eenmaal. Maar daarom stopt de oorlog natuurlijk niet. Inmiddels is de snelle opmars van de Islamitische Staat gestuit en de militaire balans enigszins in het voordeel van de Koerden omgeslagen. Maar het gaat traag, en van het terrein dat op IS herwonnen wordt blijft niet veel meer over dan verbrande aarde.
Vaak komt de vraag wat onze verantwoordelijkheid is in dit het uitzichtloze conflict. Is het niet aan de mensen ter plekke om de boel op te lossen? Zo’n opmerking gaat voorbij aan het feit dat IS deels een product is van de chaos die ontstond na de Amerikaanse invasie van Irak. Bovendien is een grote groep IS-strijders afkomstig uit Europa, deels geradicaliseerd uit teleurstelling met hun plek in onze samenleving.
Het Westen heeft dus een verantwoordelijk op te nemen. Steun aan de Koerden is nodig, gekoppeld aan garanties voor minderheden. Tegelijk kan er geen sprake van zijn de humanitaire hulp af te bouwen, zeker niet vlak voor de winter. Voor miljoenen vluchtelingen betekent die steun het verschil tussen overleven of niet. Onze steun dient ook verder te gaan dan louter noodhulp. Als we willen dat de minderheden die door IS uit hun huizen werden gedreven nog een toekomst hebben in Irak is een snelle heropbouw van de regio noodzakelijk. Anders maakt de uitzichtloosheid het werk af waarmee IS begon, en wordt Irak een land zonder de minderheden.
Ondertekenaars
Bert Anciaux, Senator, Voorzitter sp.a-Senaatsfractie
Drs. G.J. Blankers, Predikant, Nederland
Stephen Bouquin, Hoogleraar sociologie universiteit Evry-Parisud
Filip De Bodt, Climaxi en ‘t Uilekot vzw
Ludo De Brabander, Vrede vzw
Chris Den Hond, videojournalist
Derwich M. Ferho, Voorzitter Koerdisch Instituut
Marijke Pinoy, actrice
Dirk Rochtus, Docent internationale politiek, KU Leuven
Bart Staes, Europees Parlementslid Groen
Paul Vanden Bavière, Hoofdredacteur Uitpers.be
Dirk Van der Maelen, Kamerlid sp.a, voorzitter commissie voor Buitenlandse Zaken
Dominique Willaert, Victoria Deluxe
Jan Beghin, voormalig Brussels Parlementslid en publicist
http://www.knack.be/nieuws/wereld/syrie-en-irak-zijn-oud-nieuws-maar-wreedheid-kent-weinig-grenzen-eens-geest-uit-de-fles-is/article-opinion-520997.html?utm_source=Newsletter-25/12/2014&utm_medium=Email&utm_campaign=Newsletter-RNBDAGKN&M_BT=969198844659