Sinds 1996 is de vzw waarvan ik voorzitter ben (De Nieuwe Media School) altijd wel bij één of meerdere Europese projecten betrokken.Als projectpartner of leider werkte ik dan ook al jarenlang met deelnemers uit zowat alle landen van de Europese Unie en kandidaat lidstaten.

Zodoende ben ik wel vertrouwd met wat men in het Europees jargon de ‘Europese dimensie’ noemt. Versta daaronder heel wat culturele en historische waarden die alle Europeanen delen, maar ook een enorme diversiteit aan talen, gebruiken en gewoonten die soms wel heel verschillend zijn.

Zelf heb ik deze diversiteit overigens altijd ervaren als een verrijking ook al kan het wel eens de samenwerking binnen de projectpartners compliceren.

Sinds 2004 kregen we regelmatig vragen van Turkse organisaties om te participeren aan Europese projecten. Toen ik in maart 2007 een aanvraag indiende voor een Grundtvig project nam ik ook een Turkse organisatie op in het partnerschap. Het project werd goedgekeurd in negen landen, waaronder Turkije. In april jl. organiseerden wij een partnermeeting in Adana, een stad met een 1,5 miljoen inwoners in het Zuid-Oosten van Turkije.

Adana ligt dicht bij de Hatay. Dit Arabisch sprekende gedeelte van Turkije hoorde oorspronkelijk bij Syrië. De Fransen stonden het net voor de tweede wereldoorlog af in ruil voor de Turkse neutraliteit. Daar ligt  ook het vroegere Antiochië, nu Antakya, waar het christendom ontstond.

Ook Alexandretta aan de Issusstroom waar Alexander de Perzen versloeg ligt vlakbij. Meer naar het Oosten ligt Sanliurfa of Urfa of het Ur waar Abraham geboren werd. De Romeinen noemden het Edessa, een religieus-wetenschappelijk centrum, waar de kennis en cultuur van Oost en West werd doorgegeven.

Deze steden lagen immers van oudsher aan de zijderoute, de menselijke trekroute bij uitstek waarlangs de Chinese technische vooruitgang het westen bevruchtte.

De weg ook waarlangs het christendom en het boeddhisme tot in China doordrongen. Daar vind men ook het Syrische christendom met zijn kloosters en pilaarheiligen, de bakermat van de monastieke traditie, muziek en miniatuurkunst in het Westen.

Dit gebied valt helemaal buiten de klassieke toeristische industrie van Turkije.

Het grenst aan Syrië, Irak, Iran, Armenië en Georgië .Grote delen ervan waren tot voor kort het strijdtoneel van een jarenlange guerrillaoorlog tussen de Koerdische PKK en het Turkse leger. Vlakbij Adana ligt de grootste Amerikaanse basis van het ganse Midden Oosten en Israël leeft op oorlogsvoet met de buurstaten Syrië en Libanon. Wie nog maar van ver de internationale politiek volgt weet dan ook dat deze regio voor vuurwerk kan zorgen. Geen wonder dat Turkije de steun heeft van de VSA en de Nato het Turkse leger koestert.

Onze Turkse partner is een onderwijsorganisatie van de overheid. De medewerkers volgen trouw de lijn van de fundamentalistische regeringspartij. Op alcohol of varkensvlees zal je hen niet betrappen. Dat Turks de enige onderwijstaal in hun scholen is vinden zij vanzelfsprekend. Een Vlaming kijkt daar anders tegenaan en erg  Europees lijkt het evenmin.

Alle partners keken ook verbaasd op toen een informatiesessie in de universiteit begon met het Turkse volkslied. Honderden academici zongen uit volle borst mee, maar hadden wel vertaling nodig om de Engelse presentaties te kunnen volgen. De kennis van vreemde talen scheert zelfs in deze kringen geen hoge toppen.

Ik had me voorgenomen om mijn verblijf te verlengen met een reis door het hele Zuid Oosten en te zien hoe Turkije omgaat met locale multiculturele werkelijkheid. Mijn partner bood me herhaaldelijk een gids aan om me daarbij te begeleiden. Daar bedankte ik voor want hun standpunt was duidelijk: alle inwoners van Turkije zijn Turk, fier en gelukkig tot de grote Turkse natie te behoren. Alle leerlingen en studenten beginnen hun schooldag met een vlaggengroet en het luidkeels roepen van deze  leuze. Indoctrinatie vanaf de kleuterschool…

Dank zij Derwich Fehro, directeur van het Koerdisch Instituut in Brussel, kon ik contact leggen met de plaatselijke leiding van de DTP, de Koerdische Partij in Adana. Ze werd al enkele malen buiten de wet gesteld en de Turkse regering maakt het haar op alle manieren moeilijk. Zo voerde ze voor de parlementsverkiezingen een kiesdrempel van 10% in. Een manipulatie die zelfs door de Europese Commissie en de Raad van Europa als ondemocratisch werd aangeklaagd.

De gemeenteraadsverkiezingen waren nog maar enkele dagen voorbij  en de DTP had bewijzen van een massale stemmenfraude voor de regeringspartij verzameld. Samen met een andere oppositiepartij, de Werkerspartij, ging ze daarom een hoger gerechtshof vragen om de verkiezingen ongeldig te verklaren.

Hun advocaat, Siar Risvanoglu,  zou de fraude ook enkele dagen later ook in Brussel gaan aanklagen. Ik vrees echter dat ze bij beide instanties bot hebben gevangen.

Dit kon echter de strijdlust van Mahmut Ictel en zijn medeleiders  niet blussen. Het waren stuk voor stuk vastberaden mannen. Zij wisten waarvoor ze streden en hadden allen al wel met de Turkse gevangenis kennis gemaakt.

Zij introduceerden me ook bij de leiding van het enige Koerdische culturele centrum in Adana. Het leek een grote woning in een volkse buurt, heel pover uitgerust met het nodige meubilair voor allerlei cursussen: toneel, muziek, beeldende kunsten, literatuur, dans, Engels én Koerdisch. De organisatoren, vier mannen en een vrouw, allen rond de dertig, waren duidelijk bevreesd om hun werking toe te lichten. Niet zo vreemd wanneer je weet dat het aanleren van Koerdisch in heel Turkije verboden is. Indien de politie een Koerdisch handboek zou aantreffen kon dit de sluiting van het centrum betekenen.

Een telefoon met Derwich Fehro haalde hen echter over de brug. Deze groep dertigers vormde een bevlogen groep vol idealisme om de Koerdische cultuur in al zijn vormen te doen herleven.Zij vertrouwden me hun wensen en zorgen toe. Zij hoopten dat Europa de Turkse onderdrukking van hun taal en cultuur zou bestrijden. Zij maakten zich hierover echter niet veel illusies. Ze wensten dan ook niet met name vermeld te worden. Na enkele uren in hun midden te hebben doorgebracht had ik veel bewondering voor hun dapper timmeren aan de basis van elke volksontvoogding. Op waardering of hulp van de overheid rekenen ze niet, wel op vervolging en sluiting. Maar ze zullen doorgaan…

Van Adana trok ik naar Iskenderun of Alexandretta, een havenstad genoemd naar Alexander de Grote. Hij versloeg hier de Perzen, veroverde in een Blitzkrieg het hele Midden Oosten om dan door te stoten tot de Himalaya. Hij stierf vooraleer hij zijn rijk kon stabiliseren,maar zijn naam leeft hier voort in vele volksverhalen.

De haven van Alexandretta speelt ook nu nog mee in de stratego-spelen van het Westen. Daar moet de pijpleiding eindigen die Europa met gas van de Kaspische zee moet bevoorraden zonder kans op Russische inmenging. Een  onderneming waar de Amerikaanse oliebaronnen van Bush alles voor uit de kas halen.

Ik wordt in Iskenderun opgevangen door advocaat Akbay Bülent, een studiegenoot van Siar Risvanoglu.  Hij is pas verkozen in de gemeenteraad en heeft duidelijk goede connecties met de christelijke gemeenschap. Ik vermoed dat hij mogelijk van christelijke afkomst is maar omwille van zijn carrière gekozen heeft voor de islam. Het is een proces van eeuwen waardoor er in een stad als Istanbul een paar honderd duizend zogenaamde ‘verborgen christenen’ leven.

In de havenstad zijn er nog kerken van drie verschillende christelijke religies: Armeense, Grieks-Orthodox en katholiek. Eén Armeens gezin verzorgt nog hun kerk zonder priester of gemeenschap. De Grieks-Orthodoxe gemeenschap verzwakt dagelijks door emigratie en wordt door de autoriteiten tegengewerkt.

Een Kerstgeschenk voor kinderen of een Paasfeest met kip en eieren voor de arme gezinnen worden door de regeringspartij als proselitisme verboden…

De parochieleiders zijn dan ook duidelijk geïntimideerd: de priester Demitrios beperkt zijn bijdrage tot het zingen van een Marialied tijdens de gebedsoproep van de muezzin. Zijn secretaris spreekt liefst off the record. Optimistisch over de toekomst van hun gemeenschap die hier al bijna 2000 jaar ingeburgerd zijn ze niet. Ik ontmoet ook een vooraanstaand zakenman. Hij studeerde in Libanon en Frankrijk en bouwde hier als ingenieur een eigen bedrijf uit. Zijn hoop is dat de Europese Unie de discriminatie van de christenen zal verbieden. Dat zou de culturele, religieuse en economische redding van zijn geloofsgenoten betekenen. Met zijn achtergrond kan deze man het overal maken, maar bijna wanhopig klampt hij zich vast aan de grond van zijn voorvaderen. Ook hij wenst anoniem te getuigen…

De zetel van het katholieke aartsbisdom voor Anatolië bevindt zich ook in Alexandretta. Hij bevindt zich in een voormalig klooster, is volledig ommuurd en voorzien van camerabewaking. Het complex bevat zowel een kerk, woon- en kantoorruimte als sportterreinen: duidelijk een beveiligde omgeving. De aartsbisschop Mgr Luigi Padovesi, tevens apostolisch nuntius voor Anatalië en voorzitter van de Turkse bisschoppenconferentie, durft echter wel vrijuit spreken, zelfs on the record en voor de camera.

Hij beklemtoont dat het christendom in deze streek is geboren en zich hier eerst ontwikkeld heeft . De regio is dan ook heel belangrijk voor vele kerken die hier hun wortels hebben. Het christendom heeft ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de culturele geschiedenis van deze regio doorheen de eeuwen. Het behoud van deze multiculturele omgeving die ook aansluit bij het erfgoed van de oudheid is voor alle partijen eigenlijk van cruciaal belang.

Mgr. Padovesi beseft wel dat de Turkse overheid dat anders ziet en streeft naar een monocultuur. Het gevaar is heel reëel, zegt hij,  dat daardoor gemeenschappen ontstaan die zich afsluiten en opsluiten in de eigen leefwereld. ‘Gesloten zakken’ noemt hij het die verstarren in het eigen gelijk.

‘Turkije moet meerdere stemmen laten horen en begrijpen dat pluralisme geen bedreiging maar een verrijking is.’ Een verklaring en een analyse om u tegen te zeggen. De aartsbisschop heeft een duidelijke visie op de Turkse samenleving en durft ze ook verwoorden!

Ik reis door naar Antakya, het vroegere Antiochië. Hier werden de volgelingen van Jezus voor het eerst ‘christenen’ genoemd. Paulus preekte er en Petrus verzamelde er de gemeenschap in de eerste kerk, een grot met twee uitgangen in geval van nood. Er zijn nog steeds kerken van verschillende christelijke godsdiensten. Een Italiaanse kapucijn, Domenico Bertogli, tracht dit erfgoed te bewaren.  Hij restaureerde met buitenlands hulp de katholieke kerk met faciliteiten voor de parochie. Ze ligt verscholen in een steegje achter een moskee.  Met twintig jaar ervaring is hij voorzichtiger dan zijn bisschop en het duurt langer voor ik hem aan de praat krijg. Hij heeft het ook druk met de ontvangst van buitenlandse toeristen die in de voetsporen van Paulus reizen.

‘In Turkije mag je niet raken aan het onderwijs en wat de regering (en het leger) ziet als de nationale veiligheid.’ stelt de priester. Onderwijs in het Armeens, Grieks of Aramees is verboden zodat de christenen hun eigen liturgie niet meer verstaan. De katholieken zijn dan ook gestart met eucharistievieringen in het Turks. De fundamentalistische regeringspartij kijkt scherp toe. Zo werd onlangs nog een cursus Italiaans in Iskenderun door de rechtbank verboden als proselitisme!

Na een paar uur zoeken vind ik later in de buurt van de kust Vakifli, het laatste Armeense dorp van Turkije. Het telt nog amper 150 inwoners. Zij hebben hun kerkje mooi gerestaureerd, maar zitten al twee jaar zonder priester. Muhtar (dorpshoofd) Berç Kartunyan trommelt zijn raad samen ten huize van een Duitssprekende emigrant die net op bezoek is.

Het onthaal is heel gastvrij: braadvlees aan spit en veel raki. Het dorp boert goed met de export van citrusvruchten en elk jaar komen er duizenden Armeniërs op bezoek. Vroeger lagen er 7 Armeense dorpen in de buurt. In 1915 konden ze ontsnappen aan de Armeense genocide doordat ze zich verschansten op een berg. Na een beleg van 40 dagen werden ze geëvacueerd door Franse en Britse oorlogsschepen. Zij brachten de rest van de oorlog aan het Suezkanaal door, keerden terug onder het Frans protectoraat en ontvolkten weer na de Turkse annexatie van de Hatay in 1939.

Het effect van de Turkse monocultuur in het onderwijs is hier goed merkbaar. Niemand van de jongere generaties kan nog Armeens lezen of schrijven. Van de ouderen zouden nog een 30-tal het kunnen lezen en een tiental het nog kunnen schrijven. Het dorpshoofd scheen zich bij deze vervreemding van eigen cultuur neergelegd te hebben. Hij beweerde betere relaties met de Turkse overheid te hebben dan zijn Arabische buren. In elk geval waren de straten in zijn dorp wel geasfalteerd en was dit niet zo bij de buren. Vakifli vormt duidelijk geen enkele bedreiging meer voor Turkije, integendeel het trekt toeristen aan.

De situatie van de Aramese christenen gelijkt op de Armeense. De meesten leefden in de bergachtige streek Tur Abdin, tussen Tigris en Eufraat,. Ook hier is de overgrote meerderheid gevlucht, vooral sinds 1974. Naar aanleiding van de Turkse invasie van Cyprus laaiden de anti-christelijke gevoelens in de media op. Na 1990-1 kwamen de christelijke dorpen nog eens klem te zitten tussen het Turkse leger en de Koerdische guerilla’s van de DKP. Het leger volgde daarbij de tactiek van de verschroeide aarde en verwoestte enkele tientallen christelijke dorpen en nog meer Koerdische.

Ongeveer 95% van de Aramese christenen leeft nu in de diaspora, vooral in Europa. Zij spreken nog steeds een moderne variant van het Aramees dat ook Jezus gebruikte.

In heel het gebied waren er sinds de vierde eeuw tientallen kloosters vanwaar de monastieke tradities van christendom zich verspreiden over het hele Westen.

De meeste kloosters volgden de Syrisch-Orthodoxe ritus van het patriarchaat in Damascus. Tientallen kerken en kloosters zijn ondertussen verlaten en vervallen, maar twee zijn taaie overlevers: het Safraanklooster bij Mardin en Mor Gabriel bij Midyat. Zij zijn als bakens in de duisternis, waaraan achterblijvers en emigranten zich optrekken. In beide verblijven jongeren om hun taal en godsdienst te bestuderen en de kloosters houden contact met de achtergebleven christenen.

Ook al gaat het slechts om een tienduizend christenen, toch blijft de Turkse regering het de kloosters en zeker Mor Gabriel, het meest actieve, het leven zuur maken. Ze probeert de gronden van het klooster te verdelen aan drie buurdorpen en zo sympathie te kweken voor de regeringspartij. Ik verbleef in beide kloosters en sprak er met Mgr. Özmen, aartsbisschop van Mardin en zijn collega van Midyat, Mgr. Aktas.

Beiden zijn hooggeschoold in het buitenland en wel bewust van de belangrijke rol van hun klooster voor hun gemeenschap, beiden kijken uit naar hulp vanuit Europa om hun erfgoed te kunnen redden, beiden hopen op beterschap, op onze solidariteit.

Het klooster van Mor Gabriel wordt ook duidelijk het meest geviseerd. Ik verbleef er op Palmenzondag en de kloosterkerk was volgelopen met christenen uit de omgeving.

Na de morgendienst onderhield Mgr. Aktas zich met hen tijdens een ongedwongen ‘audientie’. Plots doken ook twee legerofficieren op en verkilde de sfeer: een duidelijke intimidatie.

Geen wonder dat malfono (leraar) Isa Dogdu kort daarvoor aan de NOS TV verklaarde dat zij wensen dat Turkije eerst zijn politiek wijzigt en dan pas toegelaten wordt tot de Europese Unie.

Overigens werd ik zelf ook herhaaldelijk geconfronteerd met de Turkse veiligheidstroepen. In Tur Abdin waren er regelmatig wegblokkades van leger en Jendarma. Ook in de buurt van Sanliurfa of Urfa, Abraham’s Ur kreeg ik er mee te maken. Op zoek naar een archeologische site merkte ik een groep tanks en infanteristen. Een goede gelegenheid om de soldaten de weg te vragen, maar mijn camera wekte de allergie en achterdocht van de officieren. Toen ik even later de site gevonden had kreeg ik gezelschap van twee Landrovers van het leger vol officieren en soldaten. Een aanbevelingsbrief van minister Anciaux maakte hen wat meer toeschietelijk, maar ze wilden toch zelf de opgraving bekijken. Drie Duitse archeologen schrikten niet weinig toen de officieren al hun apparatuur controleerden. Waarschijnlijk was het leger zo zenuwachtig omdat er in de omgeving een week vroeger een manifestatie voor Ocalan, de gevangen leider van de KPK, had plaatsgehad. Het leger had de betoging beschoten met 2 doden en een 80-tal gewonden als resultaat.

Mijn bezoek aan het Zuid-Oosten van Turkije heb ik afgesloten in Diyarbakir. De stad is één van de oudste ter wereld, minstens 5000 jaar oud en dus zag ze zowat alle rijken opkomen en verdwijnen. Ze ligt aan de Tigris een vormde de poort tot Perzië voor Grieken en Romeinen. De huidige wallen werden door deze laatsten gebouwd en door Byzantijnse en Arabische heersers hersteld. Al sinds de 19de eeuw is de stad een centrum van de Koerden en herhaaldelijk het toneel van Koerdische opstanden. Het Turkse leger onderdrukte er in 1925 hardhandig een rebellie voor meer autonomie met tienduizende doden. Ook tijdens de guerrilla-oorlog van de KPK was de stad een verzetshaard. Honderdduizende Koerden uit de verwoeste dorpen zochten er hun toevlucht. Daardoor telt de stad nu bijna 2 miljoen inwoners, overwegend Koerden, al blijft het multiculturele verleden aanwezig met verschillende godsdiensten en talen.

De Koerdische partij, de DTP, won de gemeenteraadsverkiezingen van einde maart ’09 met een overweldigende meerderheid. Door bemiddeling van Derwich Fehro werd ik ontvangen door enkele medewerkers van Abdullah Demiras, de burgemeester van  de deelgemeente Sur. Zij brieften me over de voorgeschiedenis van de burgemeester. Hij werd enkele jaren geleden namelijk afgezet omdat hij de stadsdiensten meertalig wou maken ipv ééntalig Turks. Eén van de medewerkers, Riza X.,  is journalist van Azadya Welat, het enige Koerdische dagblad. De regering heeft de verkoop echter net voor een maand verboden wegens smaad aan de Turkse republiek. Dit is een veel gebruikte aanklacht om de oppositie de mond te snoeren. De aanleiding was een verslag van het bezoek van Barack Obana. Hij had het Turkse parlement in het Engels toegesproken terwijl volgens de Turkse wetten er alleen Turks mag gesproken worden. Meerdere Koerdische volksvertegenwoordigers belandden in de gevangenis omdat zij er Koerdisch spraken!

’s Anderendaags werd ik op het stadhuis ontvangen door de burgemeester. Hij bleek nog niets van zijn strijdlust ingeleverd te hebben en beklemtoonde de multiculturele achtergrond van zijn stad. Graag zou hij dit aspect met de hulp van de Europese Unie verder willen uitwerken om op die manier het toerisme te ontwikkelen. De armoede en de werkloosheid in de stad en de regio is zeer hoog. De hulp van het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor Regionale ontwikkeling zou hieraan wat kunnen verhelpen. Het is echter de vraag of de regering in Ankara dit zal toelaten.

Enkele dagen na de verkiezingen organiseerde de generale staf van het leger al een persconferentie. De boodschap was zeer duidelijk: de generaals vonden het verkiezingssucces van de DTP in het Zuid-Oosten ‘onaanvaardbaar’ en ze riepen de regering op om hier iets aan te doen. Enkele dagen later schoten ze zelf al de betoging in Sanliurfa uiteen…

Trots toonde de burgemeester ook de Vlaamse onderscheiding ‘ In Vredesnaam’ ondertekend namens alle Vlaamse partijen. Hij had ze ontvangen voor zijn inzet voor meertalige stadsdiensten. De burgemeester en zijn medewerkers leken mij een efficient team, bewust van de enorme opdracht die hen wacht. Het zal zeker niet eenvoudig zijn om de verwachtingen van hun kiezers waar te maken. Zij vulden alle wachtkamers in afwachting van een onderhoud. Ik had met hen en met het stadsbestuur te doen. Zij zullen op eigen vindingrijkheid en energie aangewezen zijn want op veel hulp van Ankara zullen zij niet moeten rekenen!

Toch straalden de Koerden van Diyarbakir een zelfbewust optimisme en idealisme uit. Zij verdienen beter dan de permanente miskenning van de minderheden die al decennia lang de kern is van het Turkse beleid. Na vijf minderheidsgroepen gesproken te hebben stond mijn besluit dan ook vast.

De openlijke miskenning van de rechten van alle minderheden op eigen taal, cultuur, godsdienst en organisatie is flagrant in strijd met de Europese wetgeving. Met dit  beleid sluit Turkije zichzelf uit van een democratische, multiculturele Europese Unie. Het lidmaatschap ligt nog enkele bruggen te ver!

F
E
E
D

B
A
C
K