De Turkse luchtmacht voert voor de zoveelste maal bombardementen uit op het vluchtelingenkamp Maxmûr en op Shengal, in de Koerdische Autonome Regio van Irak.
In de nacht van 14 op 15 juni hebben de Turkse gevechtsvliegtuigen 81 luchtaanvallen uitgevoerd op verschillende plaatsen in Iraaks Koerdistan. Doelwitten waren het vluchtelingenkamp van Makhmur – waar in hoofdzaak Koerdische vluchtelingen uit Noord-Koerdistan (Turkije) verblijven – en Shengal, waar de Yezidi gemeenschap de meerderheid vormt.
Het vluchtelingenkamp Maxmûr staat ‘onder de bescherming van de Verenigde Naties’. Shengal – het gebergte waar overwegend Yezidi’s leven – staat zogezegd ‘onder de bewaking van de Internationale gemeenschap’. Het is bijgevolg heel cynisch te moeten vaststellen dat de Turkse autoriteiten er zonder enige veroordeling of bemoeienis kunnen doen en laten wat ze willen.
Onbegrijpelijk, want in het vluchtelingenkamp leven tienduizenden kinderen, vrouwen en ouderlingen. Het kamp werd in 1998 opgericht voor vluchtelingen die in 1994 moesten vluchten om aan de repressie van de Turkse staat te ontsnappen. Voor het Turkse regime is het dan ook een uitgemaakte zaak: iedereen in die in dat kamp verblijft wordt bestempeld als ‘terroristisch’ en verdient bijgevolg de dood.
Het andere doelwit waar Turkse bombardementen hebben plaatsgevonden is Shengal (Sinjar), de regio die bekend staat voor zijn Yezidi gemeenschap. In 2014 werd Shengal door Islamitische Staat onder de voet gelopen, met massamoorden en de ontvoering van kinderen en jonge vrouwen tot gevolg. De kinderen ondergingen een hersenspoeling met als doel ze te kunnen gebruiken voor hun Islamitische doelen en zelfmoordaanslagen. De jonge vrouwen dienden als seksslaven. Men verkocht ze in de bazaars van verschillende Arabische steden. Duizenden Yezidi’s, waaronder zelfs kinderen, vrouwen en ouderlingen werden onthoofd door IS.
Het valt bijzonder op dat het Turkse regime met agressie reageert telkens de Koerden successen boeken in hun strijd tegen IS. IS werd verslagen in Makhmur, Shengal, Afrin, Serêkaniyê, Kobanê en op vele andere plaatsen in de Koerdische regio’s. Het zijn telkens diezelfde plaatsen die het doelwit worden van Turkse grond- en luchtaanvallen. Een ontegensprekelijk bewijs dat de Turkse autoriteiten en Islamitische Staat gemeenschappelijke doelen nastreven, meer bepaald een radicaal Islamitische zone te creëren in die regio dat door de Koerden ‘thuisland’ wordt genoemd.
Er zijn bovendien al talrijke beelden opgenomen en uitgezonden – afkomstig uit zowel Irak als Syrië – die het overduidelijke bewijs leveren van de goede relaties tussen Turkse militairen en IS-terroristen.
Er zijn opnieuw vele slachtoffers gemeld en een groot aantal huizen werden vernield als gevolg van de luchtaanvallen van 14 op 15 juni. En er is maar één verklaarbare reden voor deze daad van agressie: de bevolking in de regio is Koerdisch, en in Shengal is de religie uitgesproken Yezidi.
Waar blijft de reactie en veroordeling vanwege de internationale gemeenschap? Daar wachten wij op!
