De partij van premier Nouri al-Maliki is de grote overwinnaar geworden van de verkiezingen, blijkt uit de voorlopige resultaten. Er vonden verkiezingen plaats in 14 van de 18 Iraakse provincies. De coalitie van Maliki’s Dawa-partij kwam veruit als grootste partij uit de bus in Bagdad (38 %) en Basra (37%), en doet het ook goed in andere sjiitische provincies.

Het opmerkelijke is dat de coalitie rond Maliki een eerder seculiere campagne voerde, zonder verwijzingen naar religie. Ze pakte uit met de verbeterde veiligheidstoestand in de steden en met het feit dat Maliki korte metten maakte met sjiitische milities die voor de onrust zorgden. Aangenomen wordt dat de meeste milities door Iran gefinancierd of gesteund worden.

De sjiitische kiezer beloonde dus premier Maliki, ten koste van de Islamitische Hoogste Raad van Irak. Die partij wordt gedomineerd door geestelijken en profileerde zich tijdens de campagne op religieuze thema’s. De leiders van de Hoogste Raad en hun militie verbleven onder wijlen Saddam Hoessein in ballingschap in Iran. Het regime in Teheran bleef hen steunen na de val van Saddam en slaagde er zo in zijn invloed in Irak uit te bouwen.

De meeste Irak-experts gaan ervan uit dat de nederlaag van de Islamitische Hoogste Raad te wijten is aan haar innige band met Iran en de povere bestuursresultaten op het terrein – de partij leverde sinds 2005 diverse gouverneurs in het zuiden. Ze komt ook als enige op voor de oprichting van een autonome sjiitische regio in Zuid-Irak.

Iraakse en Amerikaanse waarnemers zien in de overwinning van Maliki, die tot voor kort nauwelijks een electorale basis had, dan ook een nederlaag voor Iran. ‘Iraanse agenten gaven veel geld uit in een poging om de uitslag van de verkiezingen in het zuiden te beïnvloeden, en faalden grotendeels’, stelt Kimberly Kagan, voorzitter van het Institute for the Study of War in de VS dat zich intens bezighoudt met Irak.

Het sjiitische regime van de mollahs in Iran profiteerde van de chaos na de Amerikaanse invasie in Irak in 2003 om zijn invloed sterk uit te bouwen in zijn Arabische buurland. De uitslag laat zien dat ook de meeste sjiitische Irakezen niet opgezet zijn met een grote Iraanse invloed in hun land.

Bij de soennitische Arabieren, die in 2005 nog massaal de verkiezingen boycotten, toont de uitslag een versplinterd politiek landschap. Daar lijkt de rol toe te nemen van tribale leiders en leiders van de ‘Zonen van Irak’, groeperingen die in 2006 samen met het Amerikaanse leger de strijd aangingen met Al-Qaeda in Irak.

Het rustige verloop van de verkiezingen en de teneur van de uitslag kunnen de Amerikaanse president Obama sterken in zijn plannen om de gevechtstroepen versneld uit Irak weg te halen.
 vrijdag 06 februari 2009
http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=6R266KVU

BART BEIRLANT

 

F
E
E
D

B
A
C
K