Bakur

Noord-Koerdistan

In het zuidoosten van Turkije ligt Bakur (‘noorden’ in het Koerdisch). Hier woont de grootste Koerdische populatie. Hun precieze aantal is onbekend maar schattingen liggen rond de 20 miljoen, nagenoeg een kwart van de totale bevolking van Turkije.

De Koerden wonen vooral in het zuidoosten van het land, maar verschillende oorlogen, gedwongen volksverhuizingen en de vernietiging van duizenden Koerdische dorpen zorgden ervoor dat zeer veel Koerden naar het westen van het land verhuisden, in het bijzonder naar de hoofdstad Istanbul.

Toen de geallieerden na WOI het Ottomaanse Rijk verdeelden, hadden ze aan de Koerden een eigen staat beloofd (Verdrag van Sèvres, 1920). In Ankara brak echter een opstand uit tegen dit verdrag onder leiding van Mustafa Kemal, die later bekend werd als ‘Atatürk’ of ‘vader van Turkije’. Uiteindelijk werd het conflict beëindigd met een nieuw verdrag (het Verdrag van Lausanne, 1923) dat veel voordeliger was voor de nieuwe Turkse staat, die opgericht werd uit wat nog restte van het Ottomaanse Rijk. In dit nieuwe verdrag was er geen plaats meer voor een aparte Koerdische staat. En zo wezen de geallieerden het grootste stuk van Koerdistan (Bakur) aan Turkije toe.

Atatürk maakte van Turkije een seculiere en moderne staat, maar stoelde deze tegelijk ook op ultranationalistische leest. In Turkije was er maar plaats voor één volk, de Turken, één religie, de soenitische islam, en maar één taal, het Turks. Andere etnisch-religieuze groepen werden gediscrimineerd en vervolgd. Zo erkende de Turkse staat bv. geen Koerden en Arameeërs (Assyrische christenen), maar beschouwde hen als Turken. Tot de jaren ’80 noemden de Turkse autoriteiten de Koerden “berg-Turken”. De Koerdische bevolking werd manu militari gedwongen zich te assimileren door verplicht onderwijs in het Turks en door een verbod op het gebruik van het Koerdisch in het publieke leven. Koerdische plaatsnamen werden veranderd in Turkse en ouders werden gedwongen hun pasgeboren kinderen een Turkse naam te geven in plaats van een Koerdische, wat meteen verklaart waarom veel Koerden twee namen hebben: een officiële Turkse en een “echte” Koerdische naam.

Tegen deze onderdrukking braken geregeld opstanden uit die evenwel telkens bloedig neergeslagen werden. Hierbij pleegden Turkse strijdkrachten verschillende massamoorden (bv. Zilan, 1930). Die geschiedenis van gedwongen assimilatie, opstanden, onderdrukking en bloedvergieten zet zich tot vandaag verder.

In 1984 startte de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK) een gewapende guerrillaoorlog tegen de toenmalige militaire dictatuur. Sinds die tijd zijn er verschillende vredesprocessen geweest. Pogingen om via democratische weg op te komen voor de basisrechten van de achterop gestelde Koerdische bevolking eindigden tot nu toe echter steevast met de arrestatie van de verkozen politici en een verbod op de Koerdische politieke partijen.

Toen de Democratische Partij der Volkeren (HDP) – de zoveelste pro-Koerdische politieke partij die probeert om via de verkiezingen iets te veranderen – er in 2014 in slaagde electoraal door te breken, trok president Erdoğan de stekker uit het vredesproces met de PKK. De HDP had immers aangekondigd dat ze niet zouden meegaan in de ambities van Erdoğan om een presidentieel systeem in te voeren met meer macht voor de president. Daarop trok Erdoğan de oorlogskaart in de hoop de HDP terug onder de kiesdrempel van 10% te duwen. Toen het vredesproces wat later letterlijk aan flarden geblazen werd (bomaanslag in Suruç) riepen verschillende Koerdische steden in het zuidoosten van Turkije de onafhankelijkheid uit. Aangemoedigd door het succes van de Koerdische milities in Syrië wierpen gewapende jongeren barricades op in de wijken. Erdoğan stuurde tanks naar de opstandige Koerdische steden die in 2015-2016 letterlijk met de grond gelijk gemaakt werden. Hierbij pleegden de Turkse strijdkrachten de meest barbaarse misdaden tegen de burgerbevolking. Meer dan een half miljoen mensen raakten hun huizen kwijt.

Na de “poging tot staatsgreep” van 15 juli 2016 trok president Erdoğan definitief alle macht naar zich toe en nam de repressie opnieuw hand over hand toe. De HDP zag haar parlementsleden achter de tralies verdwijnen en de lokale Koerdische burgemeesters werden uit hun ambt ontzet en vervangen door regeringspionnen. Iedereen die kritiek durft te uiten op het Turkse regime is sindsdien een vogel voor de kat …
Het Koerdisch Instituut startte de campagne #SOSTurkey om te protesteren tegen de repressie in Turkije.

F
E
E
D

B
A
C
K