Oorlogen en gewapende conflicten waar de internationale gemeenschap alle aandacht aan besteed spelen zich af in Oekraïne en – sinds het afgelopen weekend – in Israël en Gaza (Palestina). Het Koerdisch Instituut zal geen enkel oordeel vellen over de ernst van deze conflicten, maar stelt zich ernstige vragen waarom Turkije voortdurend onder de radar blijft, ondanks de vele militaire agressies en aanvallen op Noordoost-Syrië en Noord-Irak van de afgelopen jaren.

Vorige week, 4 oktober, startte Turkije de zoveelste grootscheepse aanval op de Autonome Regio van Noordoost-Syrië (Rojava). En opnieuw wordt er met geen woord gerept over onmiskenbare oorlogsmisdaden die er zich momenteel afspelen.

Geen enkele media rapporteerde dat de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Hakan Fidan, vooraf had aangekondigd dat de bombardementen zullen gericht zijn op burgerinfrastructuur. En dat is niet gelogen! Turkse legervliegtuigen en vooral heel efficiënte drones treffen de burgerbevolking door zowat alle essentiële water- en energietoevoer uit te schakelen. Bij al die aanvallen zijn er uiteraard burgerslachtoffers te betreuren.

Voor een volledig overzicht van de getroffen infrastructuur en burgerdoelwitten verwijzen wij naar het officiële rapport van de Autonome Administratie van Noordoost-Syrië (AANES) onderaan dit bericht.

Volgens het Turks regime is het een antwoord op de aanslag die zich op 1 oktober voordeed in Ankara op het Turks ministerie van Binnenlandse Zaken. Maar laat dit duidelijk zijn: Turkije probeert al jaren het Rojava-samenlevingsmodel van de kaart te vegen. Een project dat wordt gekenmerkt door gelijkheid, vrijheid van meningsuiting en participatie van alle bevolkingsgroepen. Bovendien heeft de AANES heel formeel verklaard dat het geen enkele band heeft met de 2 strijders die verantwoordelijk waren voor de aanslag in Ankara.

U vindt een open brief van de AANES gericht aan internationale gemeenschap hieronder terug.

Downloaden (PDF, 999KB)

Downloaden (PDF, 183KB)

F
E
E
D

B
A
C
K